Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een prediker uit Genève in betrekking tot Schotland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een prediker uit Genève in betrekking tot Schotland

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(8)

Het ontstaan van de Free Church of Scotland in 1843

"Je zult verrast zijn te horen dat Dr. Malan hier is. Hij was gisteren te Aberdeen en gaat naar de Vergadering van de Free Church die morgen te Glasgow wordt gehouden. Hij heeft het er over dat hij je op wil zoeken. Ik hoop dat hij hier bij ons zal komen en in mijn plaats zal preken op de dag des Heeren." Deze woorden schreef de Schotse prediker James Haldane in een brief aan zijn vrouw.

Tijdens het laatste bezoek van Malan aan Schotland in 1843 was James' broeder Robert Haldane, Malans geestelijke mentor, het jaar daarvoor overleden. Wel had Malan het voorrecht James Haldane zelf op deze reis weer te ontmoeten. Diens hoop Malan in zijn plaats te horen prediken is inderdaad in vervulling gegaan. Op de tweede zondag dat Malan in Schotland was, bediende hij het Woord voor een aandachtige menigte over Hebr. 10 : 14 in Haldanes "Tabernacle" te Edinburg.

Het jaar van Malans laatste bezoek in 1843 was een opmerkelijk jaar, omdat het samenviel met de in dat jaar voorvallende afscheiding van de de nationale kerk van Schotland, de zogenaamde "Disruption". Ten gevolge hiervan ontstond de Free Church of Scotland, de Vrije Kerk van Schotland.

Aan de totstandkoming van de Free Church zijn tien jaren van strijd binnen de Church of Scotland vooraf gegaan, het zogenaamde "Ten Years' Conflict" (1833-1843). De inzet hiervan was de verdediging van de "kroonrechten van Christus" tegen de ongewenste invloed van de staat. De geschilpunten waren meer van kerkrechtelijke dan van theologische aard. Door het patronaatsrecht oefende de gemeente weinig of geen invloed op het beroepen van predikanten uit. Ongeveer het derde deel van de twaalfhonderd predikanten scheidde zich bij deze "Disruption" af van de Schotse Kerk. Overigens bleven ook in deze kerk nog talrijke getrouwe predikers over.

Deze afscheiding droeg sterk het stempel van de grote prediker en filantroop Thomas Chalmers, destijds hoogleraar te Edinburg. Thomas Chalmers (1780-1847) werd in 1815 predikant te Glasgow en toonde hier sterke sociale bewogenheid met het industriële proletariaat. In 1823 werd hij hoogleraar in de ethiek te St.-Andrews, in 1826 in de theologie te Edinburgh. Het is zijn tragiek geweest dat hij, hoewel hij overtuigd was van de betekenis van de Established

Church, zoals de kerk voor geheel het volk wel werd genoemd, hij niettemin de geestelijke vader van de Free Church van 1843 is geworden. Hij werd hiervan moderator en hoogleraar aan haar theologisch opleidingsinstituut. Hij stierf reeds enkele jaren na de Disruption. Malan was in de gelegenheid de massale vergadering te Glasgow, waarbij de Vrije Schotse Kerk werd geïnstitueerd, bij te wonen en hier zelfs het woord te voeren. Toen hij de kansel voor een toespraak besteeg, werd hij door een grote menigte van wel vierduizend sympathisanten "op angelsaksische wijze" met een ovatie begroet. Ongeveer vijfhonderd predikanten zaten hierbij op een podium. Het psalmgezang klonk "als het geluid van het bruisen van de zee". Malan verblijdde zich over het feit, dat deze afscheiding de godsdienstige ijver had opgewekt, maar hij betreurde de schaduwzijde ervan, namelijk geestelijke hoogmoed, overmatige kritiek op de oude kerk en het gebrek aan verootmoediging. De Geneefse prediker sloot zich echter niet bij de nu tot stand gekomen Free Church aan. Zoals reeds werd opgemerkt was hij na zijn breuk met de nationale kerk te Geneve lid geworden van de in 1820 uit de "Associate Presbytery" van de Erskines in 1733 voortgekomen United Secession Church. Zijn gelijknamige zoon en biograaf laat ons in dit verband inzake zijn vader weten: "Hij bepaalde zich er toe zijn sympathie te betuigen aan alle ware gelovigen, ongeacht tot welke richting zij behoorden. Hij stelde echter de verwachting van die vrienden teleur, die begeerden dat hij zich zou scharen onder het speciale vaandel van die 'vrije Kerk', waarvan de stichting toen zoveel opzien baarde."

Dit onafhankelijk kerkelijke standpunt van de Geneefse predikant werd hem echter niet algemeen in dank afgenomen. Tijdens zijn laatste bezoek aan Schotland leidde dit zelfs tot het volgende incident. Een van de "voornaamste predikanten" in de Free Church in Edinburgh (diens naam wordt niet genoemd) weigerde Malan in zijn kapel te laten preken omdat hij zich niet wilde verplichten het voorgaan in de Schotse staatskerk na te laten. Deze geschiedenis wordt meegedeeld in een brief van César Malan Jr. aan zijn zwager Sheriff Arkley te Edinburgh.

We kunnen bij het onderzoek van de kerkgeschiedenis steeds weer vergelijkingen trekken. Zegt het spreekwoord niet dat de historie zich herhaalt? Tot onze lering en mogelijk tot onze beschaming zien wij ons genoodzaakt even een parallel te trekken met hetgeen precies een eeuw eerder in de kerkhistorie van Schotland was voorgevallen.

We hebben reeds eerder aandacht besteed aan de totstandkoming van de Secession, de afscheiding van de beide broeders Ebenezer en Ralph Erskine, ten gevolge waarvan in 1743 de Reformed Presbyterian Church tot stand kwam. In deze tijd bracht de methodistische prediker George Whitefield het Woord Gods voor grote scharen, meestal in de open lucht, omdat de kansels van de Anglicaanse kerk, waartoe hij behoorde, voor hem gesloten werden. In 1741 nodigden de Erskines "hun geliefde broeder Whitefield" uit ook in Schotland te komen preken. Aan dit verzoek gaf hij uiteraard graag gevolg.

Bij hun ontmoeting stelden echter de Erskines en de tot de Secession Church behorende predikanten de voorwaarde dat hij alleen voor de Seceders zou optreden en niet op de kansels van de in hun ogen vervallen Church of Scotland. Toen Whitefield, die elke gelegenheid aangreep om te prediken, ongeacht de kerkelijke richting, vroeg naar de reden van hun verzoek kreeg hij te horen dat zij vanwege hun trouw aan de aloude Schotse "covenants", de nationale verbondssluitingen met de God der vaderen, "Gods volk" waren.

Hierop gaf Whitefield ten antwoord dat dan degenen, die niet tot hun kerkelijke richting behoorden, "het volk van de duivel" moesten zijn en dus de prediking nog meer nodig hadden. Hij wilde er dus niet van afzien in de Schotse staatskerk voor te gaan, indien althans de toegang tot de kansel hem niet zou worden geweigerd. Hij verklaarde ronduit: "Zelfs als de Paus mij zijn preekstoel zou lenen, dan zou ik daarin blijmoedig de gerechtigheid van Christus verkondigen."

Helaas leidde deze gang van zaken tot verwijdering en verdachtmaking van Whitefield en diens prediking. Bovendien werd de oprechtheid van de door zijn prediking gewerkte bekeringen in twijfel getrokken. Er zal uiteraard bij de met veel gemoedsbewegingen gepaard gaande massale bekeringen veel kaf onder het koren zijn geweest, maar we kunnen in dat opzicht ons oordeel beter aan een alwetend God en de dag des oordeels over laten. De Heere des oogstes zal te zijner tijd Zelf Zijn dorsvloer wel doorzuiveren. De apostel verblijdde zich dat Christus op allerlei wijze, hetzij onder een deksel, hetzij in der waarheid, werd verkondigd. En dat terwijl hij zelf vanwege zijn gevangenschap te Rome van dit voorrecht verstoken was! Eén ding is zeker: dat de inhoud van Whitefields prediking, waarvan we eerder een fragment hebben opgenomen, het karakter had van vrije genade en dat hij deze overal en aan beide zijden van de oceaan heeft laten horen. Zijn zwaarbeproefd leven was bovendien een toonbeeld van nederigheid en zelfverloochening. De apostel vermaant ons een rechtvaardig oordeel te vellen, en dat kan slechts geschieden na een nauwgezet onderzoek van de historische bronnen. We hebben reeds eerder laten weten veel hoogachting en waardering te bezitten voor de Erskines en de door hen gebrachte prediking. Een overspannen kerkbegrip of verabsolutering van eigen standpunten veroorzaakt helaas menigmaal minder droefheid en schuldgevoel over de ontstane breuk dan wel interne verdeeldheid. Reeds in 1747, slechts veertien jaar na de totstandkoming van de Secession Church, leidde meningsverschil over de toepassing van de reeds lang bestaande "burgereed", een eed die men juist met het oog op de handhaving van de gereformeerde religie in Schotland moest zweren, tot een scheuring. Een minderheidspartij van de Burghers, waartoe de Erskines hoorden, werd door de meerderheidspartij van de Antiburghers zelfs in de ban gedaan. Een zoon van Ralph Erskine verleende zijn medewerking aan de censuur op zijn vader! En een dergelijke droevige gebeurtenis herhaalde zich in 1799! Gelukkig kwam na wederzijdse toenadering tussen de diverse kerkelijke groeperingen in 1820 de United Secession Church tot stand, waarbij Malan zich dus in 1825 heeft aangesloten.

Zou César Malan met de voorgeschiedenis van zijn kerkverband bekend zijn geweest toen hij in 1843 getuige was van een nieuwe kerkscheuring in de Church of Scotland? Uit zijn talrijke geschriften blijkt dat hij op historisch gebied over het algemeen uitstekend geïnformeerd is geweest. In elk geval was uit zijn langdurige kerkelijke lijdensweg wel gebleken dat hij, vanwege zijn getrouwheid aan de in de Reformafietijd ontstane nationale kerk, de voorkeur gaf aan het isolement boven de aansluiting bij de door afscheiding te Geneve ontstane Bourg de Fourkerk. Zijn lidmaatschap van de United Secession Church was dus feitelijk meer een uit de nood geboren dan uit principe genomen besluit.

Er is hier echter nog een belangrijke factor te noemen. Malan was ook volkomen op de hoogte met de Afscheiding, die in 1834 Nederland had plaats gevonden en de verwikkelingen en verdeeldheden die hieruit waren voortgevloeid. Hierop hopen we in de volgende bijdrage in verband met de Schotse situatie nog nader in te gaan. Hoewel verscheidene andere predikanten van de Free Church de Geneefse prediker echter terstond hun kansel aanboden, zo stelde hij hen dus in hun verwachting van zijn aansluiting teleur. De van niemand dan van God afhankelijke Malan liet zich door geen enkele vorm van partijzucht weerhouden zowel in de nationale als in de afgescheiden kerk het Woord te bedienen.

Bameveld,

W. van der Zwaag.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1997

De Saambinder | 12 Pagina's

Een prediker uit Genève in betrekking tot Schotland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 30 januari 1997

De Saambinder | 12 Pagina's