Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zo bidden?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zo bidden?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"Spaar Uw volk, o HEERE! en geef Uw erfenis niet over tot een smaadheid, dat de heidenen over hen zouden heersen; waarom zouden zij onder de volken zeggen: 'Waar is hunlieder God? '"

Joel 2 : 17b.

De oppermacht van het heidendom wordt al groter. De tekenen van Gods gunst en bemoeienissen worden zo gemist. Er mag wel gevraagd worden: "Waar is hun God, waar blijkt nu Zijn vermogen? " Een kerk onder Gods oordeel wordt door Joel hartelijk opgewekt om te smeken om Gods genade; en dat smeken moet plaatsvinden bij het altaar. Gods hand strekt zich uit, Zijn stem wordt nog gehoord, terwijl Zijn gericht nadert (vers 11). De woorden van het smeekgebed zegt de Godsgezant vóór: "Spaar en geef toch niet over".

Ernst

Het volk echter leeft in een rustige roes; het gaat toch best zo, vindt men eigenlijk. De levende kinderen Sions zijn weinig en zij slapen. De eredienst stagneert, want de spijs-en drankoffers worden niet meer gebracht (1 : 13). Daarom moet Joel waarschuwen, door het volk in den brede samen te roepen, door het licht van de profetie te laten schijnen over het tijdsgebeuren. Hij moet voorhouden hoe de aanwezige rampen en slagen nog maar voorboden zijn van het definitieve gericht, dat God ten laatsten dage zal voltrekken over alle goddelozen. Maar hoe alles ook zal uitlopen op het toekomstige heil van Gods ware volk. De bazuin klinkt te Sion (2 : 1 en 15), alarmstoten op de ramshoorn om het volk samen te roepen en wakker te maken. Het gevaar dreigt voor iedereen, oud en jong, overheden en onderdanen, zelfs de pasgeborenen en pasgetrouwden. De Heere komt met Zijn rechtvaardige oordelen wegens de ongerechtigheden van een ieder. De oudsten moeten het voorbeeld geven in de gang naar Gods huis; de ouders moeten zelfs de kleintjes meebrengen om doordrongen te zijn van de ernst van de komende gerichten. En dat alles opdat het volk zal worden verootmoedigd en tot God bekeerd. "Bekeert u tot Mij met uw ganse hart, en dat met vasten en met geween, en met rouwklage", zo klinkt Gods stem (12).

Dreiging

De gemeente van het Oude Testament komt samen, in de afzondering binnen de bediening van het genadeverbond, temidden van het heidendom dat hen omringt. Een afgezonderd volk, dat onder de tucht van het Woord en de wet des Heeren leeft met hun kinderen. Met nadruk wordt opgedragen, om het volk te heiligen, dat wil zeggen om toch de tucht van Godswege te handhaven in het midden van de gezinnen der gemeente. Want er zijn zoveel andere machten in het spel, die onderschat of zelfs niet eens gezien worden. Dat wéégt voor de profeet. Daar moet ook voor gebeden worden op een dag van afzondering: De heidenen dreigen te heersen over Sion. Er wordt met het heiligste gespot. Terwijl het heidendom groeit en bralt: "Waar is hun God? ", oefent het een geweldige verleiding uit op Sion. Het zich niet laten gezeggen, als het wortelkwaad van ons mensenhart, wordt meer en meer uitgeleefd. Dat vindt aansluiting ook binnen de kerkmuren en binnen ons mensenhart, of we nu jong zijn of oud(er).

Bekering

Daarom moet er geblazen worden op de bazuin, om te waarschuwen voor de zonde van hart en huis. Om te waarschuwen voor Gods oordelen over kerk en staat. En om in het samenkomen als gemeente de weg der bekering voor ogen te schilderen, als de énige weg tot behoud. Om de doorleving van de waarachtige bekering tot God voor ogen te stellen. De voorgangers moeten niet alleen samenroepen en de bazuin een helder geluid doen geven, niet alleen het volk heiligen, maar ook samenkomen met de gemeente en wenen! In hartelijk schuldbesef verslagen voor 's Heeren aangezicht buigen, waarbij uitdrukkelijk genoemd wordt, waar ze moeten staan en wat ze moeten zeggen, temidden van de nood der tijden, waarin ze zijn samengebracht. Temidden van de dreiging voor het volk Gods, de schending van Gods deugden en de smaad van Zijn naam.

Wenend bidden

Tussen het voorportaal voor het Heilige en het altaar in de voorhof, waar het volk vergaderd is, op de plaats waar voortdurend bloed vloeit, waar het vuur brandt, daar moet geweend en gesmeekt worden. Daar is zichtbaar, dat onze God een verterend vuur is! En de ziel die zondigt, zal sterven. Daar is dat te zien. Daar moeten ze wenende bidden voor het volk, dat vergaderd is. Daar moeten ze het korte gebed opzenden, samen met de rook van het brandaltaar, dat opstijgt tot de Rechtvaardige, Die de schuldige geenszins zal onschuldig houden. Daar wil de HEERE nog tonen, dat Hij wil horen en tóch niet zal doen verteren. Daar is de zichtbare prediking van het komende Lam Gods, Dat leeg gebloed. Dat gans verteerd is. Deze gebedsplaats geeft de vrijmoedigheid in het naderen en geeft de gebedswoorden in het hart van Gods ware Sion, ook nog in 1998. Dat is het diepe geheim van dit ootmoedige smeekgebed bij het altaar. Uw volk en Uw erfdeel! Uw naam, Uw deugden (vers 13), Uw rechten en eer hebt ge daar toch verklaard en U toch aan dat schuldige volk verbonden uit vrije goedheid (12-14).

Zeker horen

Zo te mogen worstelen met de nood van land en volk zal niet onverhoord blijven. Houvast aan Gods deugden, houvast bij het verteerde Lam, houvast aan Zijn bloedgerechtigheid en voorbede. Dat geeft uitzicht naar de toekomst des Heeren. Dan gaat het niet meer om de mens(en), maar om Zijn eer, die wij zo smaden en doen smaden. Want wij zondigen voor de ogen der heidenen. Dat juist die Naam zo gezamenlijk en schuldverslagen mag worden aangeroepen. Er zal zegen zijn in de weg der waarachtige bekering. Dan is er hoop voor een wegzinkend volk en vaderland. Hoop bij het altaar van het Lam Gods, Dat de zonde der wereld wegneemt. Dit gebed zal worden verhoord, om Jezus' wil.

Ridderkerk,

ds. G.J. van Aalst.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1998

De Saambinder | 12 Pagina's

Zo bidden?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 maart 1998

De Saambinder | 12 Pagina's