Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een genadevolle openbaring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een genadevolle openbaring

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

"In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen... "

Joh. 14:2.

Nadat de Heere Jezus Zijn discipelen heeft vertroost en vermaand om zich door het geloof aan Hem vast te klemmen, bemoedigt Hij hen tegen alle ontroering en vrees, door hen te openbaren: "In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen, anderszins zo zou Ik het U gezegd hebben. Ik ga heen om U plaats te bereiden."

't Is alsof Hij zegt: o, mijn bedroefde kinderen, slaat uw ogen eens omhoog, naar het vaderhuis met zijn vele woningen, naar de eeuwige tabernakelen. Grijnst de dood en het graf u aan, zij zullen u niet verslinden. Er is een plaats der rust, een plaats ter woning in het huis mijns vaders, daar ga Ik heen om u plaats te bereiden.

In het huis Mijns Vaders. Lieflijke naam voor de hemel der heerlijkheid, waar God woont en troont en Zijn bijzondere heerlijkheid openbaart. Het is het huis, niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen, de stad die fundamenten heeft, het paradijs Gods, het binnenste heiligdom.

Van dat vaderhuis is Christus uitgegaan om het werk des Vaders te volbrengen op de aarde. Tot dat vaderhuis is Christus wedergekeerd nadat Hij de reinigmaking onzer zonden had teweeggebracht, om te genieten van de rust en werkzaam te zijn voor al Zijn volk.

Nu openbaart Hij aan Zijn discipelen, dat in dat vaderhuis vele woningen zijn. Met het woord 'woningen' doelt de Heere Jezus op de duurzame staat der heerlijkheid van allen die zalig zullen worden, 't Griekse woord komt van een werkwoord, dat 'blijven' betekent. Waardoor dus gezegd wordt, dat het vaderhuis een blijvend, een eeuwig huis is, dat die woningen eeuwig, dat ze vast zijn. In tegenstelling met alles wat op de aarde is, waar niets blijvend, bestendig is. De gedaante dezer wereld gaat voorbij.

Vele woningen, zegt de Heere Jezus. Het ziet op de ruimte van het vaderhuis, op de wijde omvang ervan. Het beeld is ontleend aan een oosters paleis, waarin elk van de zonen des konings een eigen woning had. Vele woningen.

Troostvol woord voor de discipelen, die straks uit de synagogen zullen geworpen worden, die nergens meer een rustplaats zullen vinden, te horen dat er voor hen een vaste woning bereid wordt in het huis des vaders.

Troostvol woord ook voor elk die de Heere vreest, een woning te zullen ontvangen in die stad die fundamenten heeft.

Vele woningen. En toch maar één vaderhuis. Bij de veelheid een heerlijke eenheid. In kennis en heiligheid, in liefde en gelukzaligheid, in lust en vreugde, in doel en oogmerk om de enige en drie-enige God eeuwiglijk te loven en te prijzen. Hoe groot is dat goed, dat de Heere heeft weggelegd voor degenen die Hem vrezen.

Hoe heerlijk moet die plaats wel zijn, waar geen zonde en ongerechtigheid ooit meer gevonden zal worden. Waar alles met Gods wil overeenstemmen zal. Waar geen rouw, noch moeite, noch gekrijt meer zal zijn. Noch dood, noch vervloeking tegen iemand, noch kommer, noch twist.

In deze plaats zal de Heere vrede geven. Daar zullen de bergen vrede dragen, de heuvels heilig recht. Vele woningen.

Anderszins zou Ik het U gezegd hebben, 't Is geen ijdel woord, 't is waarachtig wat Ik U zeg. Was het zo niet. Ik zou het U gezegd hebben. Doch Ik zeg het U, Ik die de waarachtige ben, de getrouwe getuige: In het huis Mijns Vaders zijn vele woningen. Daar is een plaats voor U en voor elk die in Mij gelooft. O, mijn discipelen, op Mijn woord kunt ge aan, daar zult ge nooit bedrogen mee uitkomen, ge zult het bevinden zoals Ik het U gezegd heb. Ik ga heen om U plaats te bereiden.

Wat de Heere Jezus in het algemeen gesproken heeft over het vaderhuis met zijn vele woningen, past Hij nu in het bijzonder toe op Zijn discipelen. Die woningen zijn voor U en voor al Mijn discipelen. Ik geef U daar een recht op. Hierom ben Ik in de wereld gekomen, hierom ga Ik heen om U een plaats te bereiden.

Zie, geliefden, dat is de ware troost voor Gods kerk. Niet slechts te mogen weten dat er vele woningen in dat vaderhuis zijn, maar uit de mond des Heeren ook te mogen horen dat er voor hen aldaar een plaats bereid is.

O, hoe groot moet de heerlijkheid van die plaats wel zijn, die de Heere Zelf de Zijnen heeft bereid. Niet slechts voor een tijd, maar tot in alle eeuwigheid. Geen oog heeft dat gezien, geen oor heeft dat gehoord en het is in het hart eens mensen nimmer opgeklommen wat God bereid heeft, degenen die Hem liefhebben.

Ik ga heen om U plaats te bereiden. Was hen die plaats dan niet bereid vóór de grondlegging der wereld?

Gewisselijk ja, de Heere zal eenmaal tot de zijnen zeggen: be-erft nu het koninkrijk, hetwelk u bereid is voor de grondlegging der wereld.

Maar dat was in het besluit Gods, dat door Christus volvoerd moest worden en ook volbracht is.

Niemand toch heeft recht op die plaats; wij hebben door de zonde onszelf buitengesloten. De poort van het vaderhuis moest geopend worden, de toegang moest gebaand worden.

Christus heeft door lijden en sterven dat recht verworven voor al Zijn volk Door Zijn hemelvaart heeft Hij de hemelen ontsloten en Zijn volk met Zich in de hemel gezet, hun vlees als een zeker pand de hemel ingebracht. Daar in de hemel is Hij als de ware hogepriester aan de rechterhand van Zijn Vader, daar leeft Hij altijd om voor Zijn volk te bidden. En vandaar past Hij de zaligheid toe aan al Zijn uitverkorenen. Hij trekt hen uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht. Hij schenkt Zijn Geest in het hart, door wiens kracht zij zoeken en bedenken de dingen die boven zijn, waar Christus is. En Hij bewaart hen ook in Zijn kracht door het geloof tot de zaligheid die bereid is geopenbaard te worden in de laatste tijd.

Zie dat bedoelt Christus als Hij zegt: Ik ga heen om u plaats te bereiden. Hij

die het koninkrijk hen bereidde, bereidt hen ook tot de be-erving daarvan toe.

De discipelen kunnen getroost leven, zij zullen eenmaal zalig sterven. Zij zullen eenmaal diezelfde plaats ontvangen, waarheen Christus als hun voorloper is gegaan.

Een plaats niet van straf, van oordeel of vervloeking. Maar een woonplaats van eeuwige vreugde, rust en gelukzaligheid.

U die gelooft in God, gelooft ook in Mij. Ik verordineer U het koninkrijk, gelijkerwijs Mijn Vader dat Mij verordineerd heeft.

Zie, dat is de eeuwige waarheid voor al Gods ware, wedergeboren volk, voor al de erfgenamen der belofte, krachtens de onveranderlijkheid van Gods Raad, op grond van eedzwering, in welke het onmogelijk is, dat God liege.

Sterke vertroosting.

De Heere heeft dit niet alleen gesproken, maar ook zelfs met een eed bevestigd.

Het verbond der genade toch is onveranderlijk vast in de dood des Testamentmakers.

Gods volk wordt zeker zalig. Niettegenstaande velerlei aanvechtingen, bestrijdingen en vertwijfelingen. Ze dienen tot vernedering, tot meerdere oefening des geloofs.

Maar, die de Heere tevoren gekend heeft, deze heeft Hij ook geroepen, deze heeft Hij ook gerechtvaardigd, deze heeft Hij ook verheerlijkt. En als het geloof eens levendig in oefening mag zijn, mag Gods kerk over alles heen zien, verwachtende de stad die fundamenten heeft, welker Kunstenaar en Bouwmeester God Zelf is. Want God heeft hen een stad bereid.

Wijlen ds. G.J. v/d Noort.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1998

De Saambinder | 12 Pagina's

Een genadevolle openbaring

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 oktober 1998

De Saambinder | 12 Pagina's