Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het sterven van Simson

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het sterven van Simson

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBEI^STIL/ryiES

Richt. 16:22-31.

(3) De eer des Heeren

Simson was in de gevangenis door de Heere op de plaats gebracht, waar hij zijn moest. De eer des Heeren, zo zagen we de vorige maal, was hem nu meer dan zijn eigen leven. Juist ook hierin was Simson een heerlijk type van de lijdende Christus. Waarom ging het immers in het lijden van Christus? Om de eer van God. Daarvoor heeft Hij Zichzelf opgeofferd aan het kruis. Hij is gekomen en heeft zich zo diep vernederd om God te verheerlijken. En in de verheerlijking Gods ligt de zaligheid van de kerk. Het was Jezus' spijze om te doen de wil van de Vader, Die Hem gezonden had. De eer des Heeren was Hem liever dan Zijn eigen leven. Daarom ging Hij gewillig de diepte in. Wanneer we door genade de voetstappen van Christus leren drukken, dan wordt ook ons de eer des Heeren zo hartelijk lief, dat we nooit zalig zouden kunnen zijn als daardoor Gods eer zou zijn gekrenkt. Simson wilde sterven om God te verheerlijken, opdat de FiUstijnen geen reden zouden vinden om de God van Israël te lasteren. Daar heeft hij zichzelf onvoorwaardelijk voor over gehad. Ja, dan gaan we begrijpen waarom ook Simson staat in de rij van geloofshelden.

Simsons sterven

De geschiedenis van het sterven van Simson is natuurlijk overbekend. We lezen, dat hij leunde op de twee pilaren, waarop heel de tempel van Dagon rustte. Op dat ogenblik gaf God hem zijn kracht weer terug. Daar ligt een bijzondere onderwijzing in: als de eer van God ons alles wordt, dan blijft de Heere niet achter. Als de eer van God ons alles wordt, dan hebben wij niets meer te zeggen, dan erkennen wij zo hartelijk de eeuwige dood waardig te zijn, dan doorleven we dat de Heere volmaakt rechtvaardig is. Als de Heere ons dan voor eeuwig zou verstoten, dan zouden we alleen maar amen kunnen zeggen. Maar daar blijft de Heere niet achter. Waar de zondaar naar recht niet anders meer verwachten kan dan in de hel te vallen, daar valt hij, niet in de hel, maar in de armen van Gods barmhartigheid in Jezus Christus. Nee, dan blijft de Heere niet achter, want Hij doet geen half werk.

Toen Simson zichzelf over had voor de eer van God, bleef de Heere niet achter. Hij gaf hem nieuwe kracht. Met die grote kracht duwde hij tegen de beide pilaren. "Toen riep Simson tot de HEERE, en zeide: HEERE! gedenk mijner, en sterk mij toch alleenlijk ditmaal, o God! dat ik mij met een wrake voor mijn twee ogen aan de Filistijnen wreke." (vers 28). Daarop vatte hij de ene pilaar met zijn rechterhand en de andere pilaar met zijn linkerhand. "En Simson zeide: Mijn ziel sterve met de Filistijnen; en hij boog zich met kracht, en het huis viel op de vorsten, en op al het volk dat daarin was. En de doden, die hij in zijn sterven gedood heeft, waren meer, dan die hij in zijn leven gedood had" (vers 30). Het hele gebouw stortte dus in- een. Dagon werd verpletterd onder het puin van zijn eigen tempel. Het was de Heere, Die hier Zijn eer ging wreken. De Heere is jaloers op Zijn eer. Dat geldt ook in onze tijd, waarin de eer des Heeren vertrapt wordt. Het kan ver gaan onder de toelating Gods, maar er is een grens. Dan is de maat vol. Dan is het: tot hiertoe en niet verder. Dan neemt de Heere zelf het op voor Zijn eer. Dat geldt een land en een volk, maar dat geldt evenzeer ons persoonlijk leven. Dat mag ons wel doen beven, wanneer we nog voor eigen rekening voortleven. Het zal zo vreselijk zijn, buiten Christus, te vallen in de handen van de levende God.

Geen zelfmoord

Zo is Simson gestorven, tegelijk met duizenden Filistijnen, onder het puin van de tempel van Dagon. Door zijn sterven heeft Simson God verheerlijkt. Nu bleek Wie de ware God was: niet Dagon, maar wel de God van Israël. Nee, de Heere laat niet met Zich spotten. In zijn sterven heeft Simson er meer gedood dan in zijn leven.

Was dit geen zelfmoord? Pertinent niet! Simson was hier een geloofsheld, die stierf in het ware geloof. Het ware geloof krijgt zichzelf over voor de eer des Heeren. Hij offerde zichzelf hier op voor Gods eer. Zo was Simson hier een type van de lijdende Borg en Middelaar. En wat bij Gods kinderen zo onvolmaakt en ten dele is, want het eigen eerrovende zondaarsbestaan steekt steeds de kop weer op, dat was bij Christus volmaakt. Hij heeft volmaakt de eer des Vaders bedoeld en daarom is er zaligheid voor Adamskinderen, die van nature zichzelf liever hebben dan Gods eer en die er steeds weer voor ingewonnen moeten worden om aan Gods kant te vallen.

Begraven

"Toen kwamen zijn broeders af, en het ganse huis zijns vaders, en namen hem op, en brachten hem opwaarts, en begroeven hem tussen Zora en tussen Esthaol, in het graf van zijn vader Manoach; hij nu had Israël gericht twintig jaren." (vers 31). Simons familie heeft hem dus begraven. Tijdens zijn leven staken ze geen hand voor hem uit, maar voor de dode Simson hebben ze alles gewaagd. De levende Simson werd door zijn eigen volk aan de Filistijnen uitgeleverd, maar de dode Simson werd door zijn eigen geslacht met eer en piëteit begraven. Evenals Christus werd Simson tijdens zijn leven met de misdadigers gerekend, maar bij de rijke is hij in de dood geweest. Hij werd niet in een Filistijns graf gelegd. Na zijn dood hebben zijn broeders partij gekozen. Toen hebben ze pas begrepen, dat hij een van God gegeven richter geweest was. Zo hebben ook de discipelen pas na Christus' dood de diepe betekenis van Zijn Middelaarsambt leren verstaan.

Het lichaam van Simson zal rusten tot de jongste dag. Nu mag hij al naar de ziel, maar straks, na de grote dag van Jezus' toekomst, naar ziel en lichaam beide, eeuwig God verheerlijken. Nu is Simson voor eeuwig van zijn vlees verlost. Dat is de toekomst van Gods kerk. Hier blijft alles zo ten dele. Hier blijft de oude mens der zonde. Wat heeft Simson er een last van gehad en wat hebben Gods kinderen er een last van. Hier blijft het een vallen en struikelen, telkens weer. In zichzelf blijven Gods kinderen onverbeterlijke zondaren. Keer op keer is het de zonde, die scheiding maakt tussen God en de ziel en het uitzicht op Zijn vriendelijk Aangezicht wegneemt. Door eigen schuld moeten Gods kinderen zo vaak in het donker omzwerven. Maar bij de laatste snik wordt Gods kind verlost van het eigen ik. Wat een verlossing zal dat zijn! Dan heeft Simson geen last meer van Simson, en Israël niet meer van Jacob en Petrus niet meer van Simon. Dan zullen de verlosten eeuwig volmaakt beantwoorden aan het grote scheppingsdoel. Dat is Zijn eer en verheerlijking. Als u Gods eer nooit hebt liefgekregen, wat zou u dan in de heerlijkheid moeten doen? Maar de verlosten zullen daar eeuwig hun wens verkrijgen. Waarom? Alleen om Jezus' wil van Wie Simson een type was. We willen in een laatste artikel over Simson nog eenmaal bezien, hoe Simson ook in zijn sterven een type van Christus geweest is.

(Wordt vervolgd)

Zeist, ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1999

De Saambinder | 12 Pagina's

Het sterven van Simson

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 januari 1999

De Saambinder | 12 Pagina's