Een tros van Cyprus
MEDITATIE
"Mijn Liefste is mij een tros van Cyprus, in de wijngaarden van En-gedi". Hooglied 1 : 14.
De bruid bezingt de schoonheid van haar Bruidegom. Hij is haar een tros van Cyprus. Bij een tros denken wij aan druiven. Toch moeten wij hier denken aan de zogenaamde cyprusbloem of paradijsbloem, door de Arabieren genoemd alhenna. Deze hennabloem geurt sterk en heeft geelachtige witte bloemen. De lange trossen sterkgeurende bloemen zijn van een bijzondere schoonheid. Vanwege de geur werden deze bloemen vaak in huis gezet. Het was ook de bruidsbloem in het oosten. Welnu, daarmee vergelijkt de bruid haar Bruidegom. Dus wel een zeer sterk beeld om Zijn schoonheid uit te drukken.
De schoonheid en de heerlijkheid van Christus is ook onuitsprekelijk. Wie denkt hier niet aan Psalm 45? "Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort'in Uw lippen".
Wanneer wij iets van Zijn schoonheid leren zien, verbleekt de glans van de wereld. Is Hij niet schoon in Zijn verbroken lichaam en vergoten bloed? Is Hij niet schoon in Zijn zondaarsliefde, in Zijn genade en trouw? Is Hij niet schoon in Zijn Middelaarsgraveerselen, in Zijn bloed en wonden, in Zijn gerechtigheid en in Zijn voorbede bij de Vader? Is Hij niet schoon, omdat Hij de weg heeft gebaand naar de troon der genade? En waarom wordt hij vooral schoon voor Gods kinderen? Omdat Hij God heeft verheerlijkt. Het wordt toch de keus van het nieuwe leven om God te verheerlijken? Dan wordt de Heere zo dienensen vrezenswaardig, dat wij het de dichter gaan nazeggen: U al mijn liefde waardig schatten. En het wordt de diepe droefheid, dat wij God niet hebben verheerlijkt. Van Nebukadnezar lezen wij het verschrikkelijke oordeel, dat hij God niet verheerlijkt had. Maar dat wordt dan ook ónze nood en ónze schuld. Het wordt onze diepe smart, dat wij God niet kunnen verheerlijken, zoals Hij het waardig is. Onze tong is te kort en onze mond te arm. Gods kinderen leren het wel, dat als het van hen moest komen het een hopeloze zaak zou zijn. Maar weet u, wat dan zo'n wonder wordt? Dat Christus heeft gezegd in het hogepriesterlijk gebed: "Ik heb U verheerlijkt!" Hij heeft Zijn Vader volmaakt verheerlijkt. Al Gods heerlijke deugden schitteren in Hem uit. Is Hij dan niet als zo'n lange tros geurende cyprusbloemen, hennabloemen? Zijn Middelaarswerk verspreidt de geur van al Gods deugden. Alles wat aan Hem is, dat is gans begeerlijk. Juist daarom wordt Hij zo schoon voor het geloof, dat alles buiten Hem leert verliezen. Hebt u ooit vanuit de diepte van uw verlorenheid, waar u al uw eigen schoonheid verliezen moest, Zijn schoonheid aanschouwd?
Zou uw hart dan niet van Hem vervuld moeten zijn? Zou uw leven dan niet op Hem gericht moeten zijn? Zou u zich niet gedurig in Zijn schoonheid moeten verblijden?
De Cyprus- of hennabloem was, zo zagen wij, ook de bruidsbloem. De bruid wil dan ook met dit beeld uitdrukken, dat Hij de Bruidegom van haar ziel is.
Wat zijn zij gelukkig, die bij Zijn bruidsgemeente mogen behoren. De Bruidegom staat voor Zijn bruid in. Hij rust niet voor Hij Zijn bruid voor eeuwig bij Zich heeft. Niets zal de bruid van Hem kunnen scheiden.
Is Hij al uw Bruidegom? Kent u dat bruidsleven, die nauwe en intieme liefdesverhouding tussen Jezus en uw ziel? Nu is Christus de Bruidegom van al Zijn kinderen. Zij delen in Zijn liefde. Maar niet allen kennen zij de verzekerdheid, dat Hij hun Bruidegom is. Waar zijn de oefeningen en de kennis van Christus? Wast dan op in de kennis en in de genade van Hem! Wat is opwassen in Christus? Het is: "Hij moet wassen en ik minder worden".
Nu zegt hier de bruid: "Mijn liefste is mij een tros van Cyprus, in de wijngaarden van En-gedi". En-gedi betekent boksbron. Het is een warme bron in de woestijn, die de oorzaak is van een rijke plantengroei. En-gedi is beroemd vanwege de vele dadelpalmen, evenals eens Jericho. De oase ligt aan de westkust van de Dode Zee. Prachtige wijngaarden zijn er en een rijke bloemenweelde maakt de oase tot een lusthof.
Hebt u al geleerd, dat uw leven ook een woestijn is? Bij het ontdekkend licht van boven blijft er van ons leven niet meer dan een woestijn over. De woestijn is de plaats van de dood.
Hebben wij de nood en dood van ons verloren bestaan leren kennen? De woestijn is ook de plaats van de vloek. Hebben wij al geleerd, dat de vloek van de Wet op ons rust? Hoe zal er toch ooit voor zo'n woestijnvolk verlossing zijn? Hoor dan, hoe het Woord Gods ons zegt, dat de woestijn zal bloeien als een roos. En-gedi was als het ware één bloemen- en vruchtenrijkdom in de woestijn. Hoe kwam dat? Wel, er was water. Er was een bron. En dat water, dat de woestijn doet bloeien, is een beeld van de Heilige Geest. Die Geest neemt het uit de Bruidegom Christus en brengt leven mee in het dorre hart. Daarom kan het voor mensen, die moeten klagen dat hun leven is als een dorre woestijn. Laat het ons toch te doen zijn om de Heilige Geest. Die Geest maakt ons van dood levend, doet ons onze zonden kennen, maakt plaats voor Christus, leert ons tot Hem vluchten en verenigt ons met Hem als de Bruidegom van onze ziel. En dan zal die dorre woestijn van ons leven gaan bloeien. "Mijn liefste is mij een tros van Cyprus, in de wijngaarden van En-gedi". Nu kan het voor mensen, dor als een woestijn. Als het water van Gods Geest stroomt, komt het leven tevoorschijn. En dat alles op kosten van de Bruidegom! Dat onze ziel dan bidden zou:
"Gun leven aan mijn ziel, dan looft mijn mond Uw trouwe hulp; stier mij in rechte sporen ".
Zeist, ds. J.J. van Eckeveld.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999
De Saambinder | 12 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 oktober 1999
De Saambinder | 12 Pagina's