Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een weerhoudend waarom

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een weerhoudend waarom

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In 2 Samuel 24 : 3 lezen we dat Joab tegen koning David zegt: 'Maar waarom heeft mijn heer de koning lust tot deze zaak? ' Joab wil met deze woorden David afhouden van een volkstelling en zo bewaren voor een grote dwaasheid en zonde. Een weerhoudend waarom uit de mond van een goddeloze Joab tegenover David, de man naar Gods hart. De wereld die Gods volk van de zonde afmaant. Dat is eigenlijk de omgekeerde wereld! David is gekomen aan het einde van zijn regeringsperiode. Het volk heeft rust van zijn vijanden. En terwijl er vrede in zijn rijk is, bekruipt David de begeerte om het volk te tellen. Hij geeft Joab en zijn aanvoerders de opdracht om de mannen te gaan tellen. Uit het feit dat David zijn legeraanvoerders deze opdracht geeft, mogen we concluderen dat hij vooral wil weten hoe groot zijn leger is en hoe groot zijn militaire macht wel is. Het tellen van het volk op zich is niet verkeerd. De Heere Zelf gaf Mozes in de woes­ tijn twee keer de opdracht om het volk te tellen. Later lezen we nooit meer over zo'n opdracht. David wil het volk tellen uit trotsheid en om eigen eer. Zijn motief deugl niet. In het tellen gaat David eraan voorbij dat niet hij, maar de Heere de Eigenaar is van dit volk. Dankzij de hulp van de Heere heeft David de vijanden kunnen overwinnen en mag er nu vrede zijn in het rijk. En nu gaat David, met ontkenning van al deze weldaden van de Heere, toch het volk tellen. Daarmee ontkent David ten diepste dat Israël Gods eigendom is. Vrede in het land, maar geen erkenning van de Degene, Die de vrede heeft gegeven!

De aanleiding tot de volkstelling vinden we in vers 1: 'En de toom des HEEREN voer voort te onsteken tegen Israël; en Hij porde David aan tegen henlieden, zeggende: Ga, tel Israël en Juda'. We moeten hier niet denken aan een hoorbare stem, want dat zou betekenen dat de Heere de oorzaak is van Davids zonde. De Heere is nooit de Auteur van de zonde. Waarom zet de Heere David aan tot deze volkstelling? Omdat de Heere het volk wil straffen. Israël had zich Gods straf waardig gemaakt in de verwerping van David als koning en in het kiezen voor Absalom. De grote zonde van het volk gaat de Heere bezoeken in een weg waarin Hij David overgeeft aan en laat vallen in zijn hoogmoed. Dat Israël zwaar heeft gezondigd, blijkt in het verdere wel uit de straf die er over het volk komt. Toch is hier David ten volle verantwoordelijk voor zijn eigen daden, voor zijn afwijken van de Heere. In 1 Kronieken 21:1 wordt de volkstelling ook beschreven. Daar staat: 'Toen stond de satan op tegen Israël en hij porde David aan, dat hij Israël telde'. Dit is niet in tegenspraak met 1 Samuel 24 : 1. God laat toe dat satan David verleidt. En David geeft satan een ingang via zijn hoogmoed. We mogen deze twee bijbelgedeelten niet tegen elkaar uitspelen. God regeert en bestuurt alles. Er gebeurt niets buiten Zijn raad. Tegelijk zien we hier dat de satan de oorzaak is van het kwaad omdat hij Davids hart aanzet tot de zonde. We zien hier dat de Heere Zijn volk wil straffen om de zonde, terwijl de duivel niet anders op het oog heeft dan te verleiden tot de zonde!

En nu geeft David de satan de hand omdat hij niet op zijn plaats is. Het feit dat David een kind van God is, bewaart hem niet voor de zonde. Al- leen de vreze des Heeren doet wijken van het kwade. Als genade niet in oefening is dan liggen ook Gods kinderen bloot aan alle verleidingen. En dan kan het ver komen, als Gods kinderen hun eigen weg willen gaan. Zo ver dat zelfs een man als Joab aanvoelt dat. David nu te ver gaat. Intuïtief voelt Joab aan dat David dit niet mag doen. Joab was een man des bloeds, die nergens voor terugdeinsde. Hij had al heel wat mensen uit de weg geruimd die zijn positie in gevaar brachten. Joab was een man die het met zijn geweten niet zo nauw nam. De Bijbel tekent Joab als een wreedaard en bruut. En nu is het juist deze Joab die hier David tegenspreekt en van een grote dwaasheid wil afhouden. Joabs geweten spreekt hier meer dan dat van David! Joab is hier nog het middel om David te waarschuwen voor de zonde. Ondanks Joabs weerwoord gaat David toch door! David gaat door omdat hij in Joabs waaromvraag niet de stem van de Heere verstaat, niet wil verstaan. En dat vanwege zijn hoogmoed en trots.

Een weerhoudend waarom van een goddeloos mens om een kind van God te bewaren voor de zonde. Dat heeft ons veel te zeggen. Het leert ons dat de wereld wijzer kan zijn dan Gods kinderen. Het leert ons om erg voorzichtig te zijn om te pronken met Gods kinderen. Het zijn ook maar zondige mensenkinderen die voortdurend bewaard moeten worden. Het leert ons hoe nodig het is dat een kind van God voorzichtig wandelt opdat hij de duivel geen plaats geeft. Het leert ons dat alleen genade, die in beoefening is, doet wijken van het kwade en de zonde. Het leert ons ook hoe de Heere Zich steeds weer vrij maakt van de mens die zich tot de zonde begeeft. Toch komt de Heere aan Zijn eer in het leven van David, want we lezen dat hij later inziet wat hij heeft gedaan en welke zonde hij hierin bedreven heeft. Satan zal het uiteindelijk niet winnen in het leven van David, want in een weg van schuldbelijdenis komt David aan de voeten van de Heere terecht. En toen zal hij zich zeker ook de woorden van Joab hebben herinnerd en in die schuldbelijdenis is David een dwazer mens geworden dan de goddeloze Joab, omdat hij Gods eer heeft verkwanseld door het volk te gaan tellen. Wat een dwaasheid en wat een schuld. David heeft moeten leren dat hij niet wijzer en beter is dan Joab, maar dat God genadig en barmhartig is voor een mens die het lager laat liggen dan de grootste goddeloze.

Beekbergen, ds. A. Schreuden

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2000

De Saambinder | 12 Pagina's

Een weerhoudend waarom

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 juni 2000

De Saambinder | 12 Pagina's