Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De onbekende God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De onbekende God

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIES

(2)

Hand. 17: 10-31

Epikureïsche wijsgeren

Paulus heeft in Athene gezocht naar een beginpunt om het Evangelie te brengen. In de synagoge sprak hij met de Joden en de proselieten (vers 17a). Dagelijks was hij op het ruime marktterrein om daar te spreken met de vele mensen, die daar aanwezig waren (vers 17b).

Paulus heeft geworsteld met zielen, geschapen voor een eeuwigheid. Hij kon zijn naaste niet zomaar verloren laten gaan. De kerk heeft de roeping tot zending en evangelisatie, maar weet uw buurman al van u, wat het betekent de Heere te vrezen? Want daar moet het evangelisatiewerk beginnen!

Op de drukke markt van Athene heeft Paulus de mensen aangesproken. Het optreden van de apostel begon al gauw de aandacht te trekken. Enkele wijsgeren vonden het de moeite waard om met deze Jood een debat te beginnen. Er wordt in vers 18 gesproken over Epikureïsche wijsgeren. Dus wijsgeren uit de school van Epikurus. Volgens Epikurus (300 v. Chr.) bestond de wereld uit een toevallige verbinding van ondeelbare atomen. Ook de ziel was volgens hem niet anders dan een werking van die atomen. Er was volgens hem dus geen onsterfelijke ziel. Men hoefde daarom volgens Epikurus niet bang te zijn voor de dood. Men kon daarom maar het beste van het leven genieten, want na de dood zou er niets meer zijn. Hoe actueel is dat. Miljoenen mensen leven vandaag precies op dezelfde manier U misschien ook? Ja, zegt u, maar ik ben een meelevend kerkmens! Maar gelooft u dan echt, dat u naar de eeuwigheid reist? Hoe kunt u dan nog een ogenblik rusten buiten Christus? Nee, dan hoeven we Epikurus niet zover te zoeken. Hij leeft in ons aller hart. Maar o, wat zal het straks dan een eeuwige teleurstelling zijn als de dood komt.

Stoïsche wijsgeren

Daarnaast spreekt vers 18 over Stoïsche wijsgeren, volgelingen van een zekere Zeno uit Cyprus, die leefde van 336 - 264 V. Chr. Volgens hem wordt alles geleid door de wereldziel, de allerhoogste rede. De mens moet zoeken naar harmonie met de wereldziel. Dan wordt die mens ongevoelig voor pijn en hartstocht, dan vindt hij innerlijke rust. U voelt, dat dit een andere onderwerping is dan die van de psalmdichter, die zingt dat de onderwerping rust geeft (Psalm 94 : 7). Gods kinderen weten iets van het zoete van die onderwerping. Maar de god van veel kerkmensen is als de wereldziel van de stoïcijnen, een soort onpersoonlijk noodlot. Onderwerping is dan een bukken voor de overmacht: men kan er nu eenmaal toch niets aan veranderen en daarom is het maar het beste om zich te schikken. Hoe anders is de onderwerping des geloofs; dan ervaart het hart: heilig zijn, o God, Uw wegen.

Op de Areopagus

Paulus werd door deze wijsgeren een "klapper" genoemd. "En sommigen van de Epikureïsche en Stoïsche wijsgeren streden met hem; en sommigen zeiden: Wat wil toch deze klapper zeggen? Maar anderen zeiden: Hij schijnt een verkondiger te zijn van vreemde goden; omdat hij hun Jezus en de opstanding verkondigde" (vers 18). Er waren er dus ook, die zijn woorden belangrijk vonden. "En zij namen hem, en brachten hem op de plaats, genaamd Areopagus, zeggende: Kunnen wij niet weten, welke deze nieuwe leer zij, daar gij van spreekt? " (vers 19). Zij namen hem dus mee naar de Areopagus. Daar zetelden de rechters, die over onderwijs en opvoeding moesten oordelen. Die moesten nu ook maar een oordeel vormen over de leer van Paulus. Met belangstelling zette men zich neer om te luisteren naar de apostel. Er staat in vers 21 zo veelbetekenend: "Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen, die zich daar onthielden, besteedden hun tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen". Het was dus bij deze mensen geen heilbegeerte, geen dorsten naar de waarheid, maar enkel nieuwsgierigheid.

Toch was het wel een zeer belangrijk ogenblik daar op de Areopagus: de ontmoeting tussen het Evangelie en de Griekse cultuur. In onze gedachten zien we Paulus staan in het midden van de zaal op de Areopagus, omringd door nieuwsgierige wijsgeren en het college van rechters, dat daar zetelde. En we horen hem zeggen: "Gij mannen van Athene! Ik bemerk, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger zijt" (vers 22). Op het eerste gezicht prees Paulus de Atheners. Wat waren ze godsdienstig. We bemerken, hoe Paulus probeerde deze mensen te vangen en vertrouwen bij hen te wekken. Dat moet het streven zijn van iedere Evangeliedienaar. Thomas Boston heeft er een boekje over geschreven met de titel "De kunst van het mensen vangen". Wat is het een heilige kunst mensen zo aan te spreken, dat zij gevangen worden. Ik bemerk, zo sprak Paulus, dat gij alleszins gelijk als godsdienstiger zijt. En toch, wat een arme godsdienst. Een godsdienst zonder God en Christus. Er zijn vandaag nog zoveel godsdienstige mensen met hun geestelijke zakken boordevol. Er zijn ook nu zoveel "bekeerde" mensen, die zich beter achten dan anderen. Maar wat betekent uw godsdienst zon­ der God en Christus? Uw godsdienst maakt u niet zalig. Er is maar een Zaligermaker. Buiten Hem kunt u God niet ontmoeten. Alle godsdienst buiten Christus is uiteindelijk niets anders dan afgoderij, die verbranden zal in Gods heilig gericht. Alleen de gerechtigheid van Christus redt van de dood.

Het altaar voor de onbekende God

Paulus vervolgde: "Want de stad doorgaande, en aanschouwende uw heiligdommen, heb ik ook een altaar gevonden, op hetwelk een opschrift stond: De onbekende God. Deze dan, Die gij niet kennende dient, verkondig ik ulieden" (vers 23). Dat altaar was blijkbaar opgericht door iemand, die een bepaalde zegen had ontvangen en die niet wist welke godheid hij daarvoor danken moest. Daarom dat altaar voor de onbekende God. In Griekenland is bij opgravingen een altaar gevonden met het opschrift: aan onbekende goden. Welnu, daar knoopte Paulus nu bij aan toen hij zei, dat hij die onbekende God verkondigde. In het zendingswerk en het evangelisatiewerk zijn er altijd wel punten, waar we bij aan kunnen knopen. We kunnen bijvoorbeeld denken aan het feit, dat de mens van onze tijd met al zijn kennen en kunnen toch geen vervulling vindt voor zijn ziel en zich in verschillende opzichten bedreigd voelt. De mens van onze tijd zoekt de leegte in zijn ziel op te vullen met allerlei vormen van surrogaat-religie zoals de sportverdwazing van onze tijd. U moet er maar eens op letten, hoe in de sport allerlei godsdienstige termen worden gebruikt, zoals voetballers, die als "godenzonen" worden aangeduid en het "heilige gras" van een of ander stadion, zoals ik pas ergens las. Daar mag in het evangelisatiewerk bij worden aangeknoopt. Dan hebben we de boodschap te brengen, dat bij de Heere alleen vervulling is, dat alleen bij Hem veiligheid is. Zo heeft ook Paulus gezocht naar aanknopingspunten om de Atheners op de Areopagus te benaderen om ze zo te vangen in het net van het Evangelie.

(Wordt vervolgd)

Zeist,

ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2000

De Saambinder | 12 Pagina's

De onbekende God

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 augustus 2000

De Saambinder | 12 Pagina's