Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Paulus en de Johannes-discipelen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Paulus en de Johannes-discipelen

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBEI^STZJr> IES

Hand. 19: 1-7

(4)

Door het gemis naar de vervulling

We zagen dat Paulus de Johannes-discipelen in Efeze deed gevoelen, wat zij misten. Het is zo nodig steeds weer bepaald te worden bij ons gemis. Gods gewone weg is, dat aan elke genadeweldaad een gemis voorafgaat. De Heilige Geest ontledigt eerst om dan te vervullen. Wij houden er niet van om in ons gemis gezet te worden, om een leeg vat te worden, maar toch is dat zo nuttig want de olie des Geestes stroomt in lege vaten. Toen er geen lege vaten meer waren, hield de oliestroom op (2 Kon. 4 : 6). Laten Gods kinderen maar eens nagaan welke kerkdiensten de meeste werkzaamhe­

den gaven aan de troon der genade. Waren het niet die kerkdiensten waarin u in uw gemis geplaatst werd, waar u als een missend mens de kerk uitging? Welnu, door het onderwijs van Paulus leerden deze Johannes-discipelen zien, wat zij misten. En dan lezen we in vers 5: "En die hem hoorden werden gedoopt in de Naam van de Heere Jezus". Zij hoorden hem, niet alleen met hun lichamelijke oren, maar met hun geestelijke oren. Zij hoorden, zoals Lydia hoorde, bij wie de Heere het hart opende. Het woord van Paulus zonk in hun ziel, werd hen tot zegen zodat er geloof in mee kwam en zij eronder leerden buigen.

Zij leerden wat zij misten en zij werden heilbegerig naar de vervulling van hun gemis. En nu ontvingen zij ook de wettige doop, niet de onwettige doop door de discipelen van Johannes, maar de doop zoals die door Chrisms Zelf was ingesteld. Zij werden gedoopt in de Naam van de Heere Jezus. Voor Heere staat er hier in het Grieks het bekende woord Kurios, dat wil zeggen de verheerlijkte Christus, de volle Christus. De Heere gebruikte de prediking van Paulus om het licht te doen vallen op de volle Christus. In de Naam van die Christus werden zij gedoopt en op die Christus leerden zij hopen.

Staan naar geloofsoefeningen

Dat Gods kinderen toch zouden uitzien naar geloofsoefeningen. Het ontbreekt in onze tijd zo aan geloofsoefeningen en het geestelijke leven blijft vaak zo in het begin steken. Er is zo weinig Christuskennis, zo weinig kennis van de verkiezende liefde van de Vader en de verzegelende liefde van de Heilige Geest. Het geestelijk leven van zoveel kinderen van God is een leven in de schemering, zoals bij deze Johannes-discipelen. We kunnen ons zo op de been houden met wat er geweest is, een tekstje, een versje of een bemoediging. En zeker, we mogen niets afdoen van het kleinste wat de Heere schenkt, want dat kleinste is al zo wonderlijk groot. Maar er is veel meer te leren. Het moet naar Christus heen, de volle Christus. Een vertroosting en bemoediging kunnen voor een wenende zondaar wonderlijk groot zijn, maar het is Christus nog niet. Zoek Hem te kennen. Zoek in Hem gegrond te zijn. Dat we dan maar leerden sterven aan alles buiten Christus om in de dood te komen met alles wat Jezus niet is. Als we Hem dan maar over mogen houden. Wonderlijk groot te mogen leren, dat in ons de dood is, maar in Hem het leven, dat in ons de duisternis is, maar in Hem het licht, dat wij de hitte van Gods gramschap dubbel waardig zijn, maar dat Hij Gods toom heeft geblust om ons met Zijn vrede te vervullen. Zo zal het worden: niets in mij, maar alles in Hem! Door dat dierbare geloof leren we dan afzien van alles buiten Hem, maar ook, hoe verloren en doemwaardig we ook mogen zijn, leren we daardoor rusten alleen in de volheid van Zijn Middelaarswerk. Wat zijn de oefeningen des geloofs dan noodzakelijk, opdat Gods bekommerde en on­

verzekerde kinderen uit de schemering in het licht getrokken mogen worden en niemand meer zouden zien dan Jezus alleen.

Pinkstervolheid

Het onderwijs van Paulus werd voor deze Johannes-discipelen tot rijke zegen, tot oefening des geloofs. En dan lezen we in het zesde vers: "En als Paulus hun de handen opgelegd had, kwam de Heilige Geest op hen; en zij spraken met vreemde talen, en profeteerden". Het opleggen der handen was het gebaar van zegenen. Zo zegenden de aartsvaders hun zonen al. En nu kon Paulus hun die zegen niet geven, maar toen hij ambtelijk hun de handen oplegde, kwam de zegen des Heeren erin mee. De Heilige Geest kwam op hen. Zij werden vervuld met de Heilige Geest. Wat de discipelen op Pinksteren mochten ervaren, dat mochten deze Johannes-discipelen nu ook ervaren. Zij gingen door de Heilige Geest doen, wat de apostelen deden op de Pinksterdag, zij spraken in andere talen, zij profeteerden. Nee, er was hier geen sprake van een herhaling van het Pinksterfeit, want dat is eenmalig geweest, de Heilige Geest is eenmaal uitgestort. Maar wat we hier zien was de voortzetting van de Pinksterstroom. De Geest liet hier krachtig zien, dat Hij doorgaat met Zijn werk. Het spreken in talen en het profeteren, het waren de bijzondere Geestesgaven, waardoor de Heere de jonge Christelijke kerk heeft ondersteund, toen het Woord Gods nog niet voltooid was. Toen de canon van de Heilige Schrift afgesloten was, heeft de Heere die bijzondere Geestesgaven ingetrokken. Wij hebben nu het Woord Gods en gij doet wel als gij daarop acht hebt. Die bijzondere Geestesgaven behoren niet tot het wezen van het kerk-zijn. Daarin verschillen we met de Pinkstergemeenten.

Paulus bemoedigd

Wat zal het voor Paulus een bemoediging zijn geweest toen hij zag, hoe de Pinksterstroom zich voortzette in deze Johannes-discipelen. Het was voor hem als een zegel aan zijn ambtelijke bediening. Als de Heere Zijn knechten gebruikt tot bekering van zondaren en tot oefening van Gods volk, dan zijn dat de zegelen aan hun arbeid. Hoe zal Paulus door dit alles ook bemoedigd zijn aan het begin van zijn arbeid in Efeze.

Zij werden vervuld met de Heilige Geest. Het volle licht mocht vallen op Christus en Zijn werk, ja, op het werk van de drie-enige God. Ze mochten zich verliezen in die God van volkomen zaligheid. Ze hebben gezien in de verborgenheden van het heilgeheim van zaligworden. Ja, ze hebben gesproken van de grote werken Gods. Volgens sommigen zijn deze twaalf Johannes-discipelen Evangeliepredikers geworden en is hun daarom de Heilige Geest in zo'n rijke mate meegedeeld.

Hoe het ook zij, maar wat is het een wonder door die vlam des Geestes te worden aangeraakt. Want waar de Geest des Heeren is, daar is vrijheid. Daar is het zalig vol in de ziel. In die vrijheid des Geestes breken alle banden en daar mag de ziel stamelen: die God is een God van volkomen zaligheid.

(Wordt vervolgd)

Zeist,

ds. J.J. van Eckeveld.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

Paulus en de Johannes-discipelen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 maart 2001

De Saambinder | 12 Pagina's