Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

'In orde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'In orde

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De noodzaak van kerkrecht en kerkregering

(3)

In 1907, bij het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten, werd de Dordtse Kerkorde als akkoord van kerkelijke gemeenschap aanvaard. Deze kerkorde is het statuut of het geheel van voorschriften voor de inrichting van ons kerkelijk leven. In de grondregels van de D.K.O. zijn de verschillende bijbelse kerngedachten over de regering van de kerk terug te vinden: de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente, de regering door ouderlingen en in kleine gemeenten door diakenen als hulpouderling, de ruimte voor het ambt aller gelovigen, die bijvoorbeeld tot uitdrukking komt bij de verkiezing van de ambtsdragers.

De plaatselijke gemeente en het kerkverband

Een dergelijk akkoord van kerkelijke gemeenschap betekent ook en vooral het openbaren van de éénheid van alle plaatselijke gemeenten naar de wil van Christus in het kerkverband. Die eenheid krijgt gestalte in dezelfde belijdenis en dezelfde kerkorde. Het feit dat een plaatselijke gemeente deel uitmaakt van het kerkverband betekent niet dat daarmede de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente wordt prijsge­ geven. Elke gemeente sluit zich vrijwillig bij het kerkverband aan. Elke gemeente heeft ook de bevoegdheid zich om zwaarwegende redenen aan een kerkverband te onttrekken. Bij de aansluiting van de plaatselijke gemeente is er sprake van een vrijwillige beperking van de autonomie van deze gemeente. De zelfstandigheid is er, maar wordt tot op zekere hoogte begrensd. De kérkenraad brengt alleen die zaken op de meerdere of bredere vergadering, die men zelf niet kan oplossen, waarin men advies behoeft of die men gezamenlijk wil behartigen, zoals het zendingswerk, de opleiding van theologische studenten, de vertegenwoordiging bij de hoge overheid.

Dat betekent dat in de D.K.O. de macht van de meerdere of bredere vergaderingen, zoals classes en synoden, nadrukkelijk is beperkt tot de daarin verwoorde bevoegdheden. Het overgrote deel van alle zaken kan en zal een kerkenraad zelfstandig behandelen. Tot de zaken die de kerkenraad niet of niet volledig kan afhandelen krachtens de kerkorde, behoort de tuchtoefening over leden en ambtsdragers en het recht van appèl van leden der gemeenten krachtens het ambt aller gelovigen tegen een besluit van de kerkenraad.

De situatie waarin wij staan

De samenleving is vandaag geheel ontkerstend. Het loslaten van de bijbelse normen werkt ook door in de burgerlijke rechtspraak. De rechter oordeelt in tal van gevallen over een echtscheiding anders dan de kerk. Het gezag van de Bijbel heeft op veel terreinen in het burgerlijk recht afgedaan. Het zelfbeschikkingsrecht van de mens wordt meer en meer uitgangspunt voor de oordeelsvorming. Deze tendens werkt ook door in het denken van sommige gemeenteleden. Onze tijd kent ook een veel grotere mate van mondigheid dan vroeger. Vandaar dat in de gereformeerde gezindte als geheel zich een tendens begint af te tekenen om een beslissing van een kerkenraad of meerdere vergadering voor te leggen aan de rechter.

De bereidheid om bij een verschil van mening tussen een kerklid en een kerkelijke vergadering de gang naar de burgerlijke rechter te maken neemt geleidelijk aan toe. Hoewel het Burgerlijk Wetboek nadrukkelijk bepaalt dat de kerken een eigen rechtsgang mogen hebben overeenkomstig een eigen statuut, betekent dat niet dat de rechter een klacht van een gemeentelid over een beslissing van een kerkelijke vergadering altijd afwijst. ledere Nederlander die denkt dat zijn of haar plichten in het geding zijn, heeft immers toegang tot de rechter. De vraag is niet óf de rechter zich in bepaalde geschillen mag mengen, maar hoe hij dat doet. Mr. D.A.C. Slump, vice-president van de Utrechtse rechtbank, lid van de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt, heeft in 1997 tijdens een symposium over 'Kerk, recht en samenleving' betoogd dat de kerk vooral kritisch naar de eigen regels en gebruiken moet kijken. 'Hoe beter de eigen zaken zijn geregeld, hoe minder ruimte nodig is voor het eigen, niet altijd te voorspellen oordeel van de burgerlijke rechter.'

Daarbij zal de rechter zich in beginsel onthouden van een inhoudelijk oordeel, zolang iemand in de eigen kerk nog in beroep kan gaan. Daarna zal hij de kerkelijke rechtsgang marginaal toetsen. Bij zo'n toetsing gaat het erom of een kerkenraad of meerdere vergadering gehandeld heeft overeenkomstig de fundamentele regels van het burgerlijk recht: hoor en wederhoor, de mogelijkheid om een deskundige te raadplegen of zich te laten bijstaan, toegang tot de besluiten, onpartijdigheid, een met argumenten onderbouwde uitspraak. Altijd, maar zeker in onze tijd, wordt de kerk geroepen om zorg te dragen voor goede procedureregels en voor het zorgvuldig nakomen daarvan.

(Wordt vervolgd)

Boskoop,

Ds. M. Golverdingen

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 2001

De Saambinder | 16 Pagina's

'In orde

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 november 2001

De Saambinder | 16 Pagina's