Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Nehemia bij de muren van Jeruzalem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Nehemia bij de muren van Jeruzalem

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIES

Nehemia 2

(2)

Door de koning gezonden

De Heere verhoorde het gebed van Nehemia. Hij kreeg toestemming van de koning om naar Jeruzalem te vertrekken en daar de herbouw van de verwoeste muren ter hand te nemen. Daarbij zien we dat de Heere geen half werk doet, want Nehemia werd door de koning uitdrukkelijk gezonden. Dat wil zeggen dat het gezag van de koning achter hem stond. Het was dus geen privé-zaak, dat Nehemia naar Jeruzalem vertrok, maar koninklijke opdracht. Dat gaf Nehemia gezag. Wonderlijk zoals de Heere alles deed medewerken ten goede. En Hij is nog Dezelfde! Wie op de hoge God vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd. Hebt u het wel eens met de Heere mogen wagen? Met de Heere zult u nooit beschaamd uitkomen.

Nehemia handelde in het geloof. Dat geloof wordt wel beproefd, maar nooit beschaamd. Maar dat geloof schakelt het verstand niet uit. Uit alles blijkt dat Nehemia alles heel goed had doordacht. Vandaar dat hij vroeg om brieven van aanbeveling voor de autoriteiten in Syrië en Palestina (vers 7). Ook vroeg hij om een brief voor de houtvester van de koning met daarin de opdracht Nehemia hout te leveren (vers 8). Overal had Nehemia dus aan gedacht. Hij kreeg van de koning de brieven, waarom hij gevraagd had, en daarbij gaf de koning hem een afdeling ruiters (vers 9). Opmer- keiijk, dat Nehemia in dat alles zag "de goede hand Gods", want hij zegt het hier: "En de koning gaf ze mij, maar de goede hand mijns Gods over mij."

Hebt u die goede hand Gods in uw leven ook wel eens opgemerkt? We zijn geestelijk zo blind, dat we die hand niet opmerken, dat we de onverdiende goedertierenheden des Heeren niet zien. Er is genade nodig om in ons leven die hand Gods op te merken. Maar als u die hand mag zien, dan gaat u ook doorleven dat alles wat uit die hand komt, goed en recht is, ook al gaat uw weg door diepten en beproevingen heen.

En dan is er nog iets opmerkelijks. Wat Ezra weigerde, weigerde Nehemia niet. We lezen dat Ezra geen gewapend geleide wilde op zijn reis naar Jeruzalem. Ezra schaamde zich daarvoor en zag dat als gebrek aan vertrouwen in de Heere (Ezra 8:22). Nehemia accepteerde echter wel een gewapend geleide. We zien hier dat het zo persoonlijk kan liggen. Wat het ene kind van God soms niet kan, dat kan het andere kind van God soms wel. Het gaat uiteindelijk om ons hart. En daarbij had Ezra uitdrukkelijk tot de koning gezegd dat de hand des Heeren "is ten goede over allen, die Hem zoeken". Hij zag het als in strijd met dat woord als hij dan toch een gewapend geleide accepteerde. Als we eerlijk zijn, dan zullen we toch moeten zeggen dat het ons zo ontbreekt aan vertrouwen op God.

Op inspectietocht

Toen hij veilig in Jeruzalem was aangekomen, ging Nehemia na drie dagen samen met enkele mannen in de nacht de stad rond om een onderzoek in te stellen naar de toestand van de muur om de stad. Waarom in de nacht? Omdat het nog geheim moest blijven. Niemand mocht het weten. Daar ligt een les in. Wat gaan wij soms met veel rumoer te werk als we menen dat er in de kerk iets veranderd of verbeterd moet worden. Wij weten het dan zo goed. Wij zullen het dan wel eens even gaan rechtzetten. Maar Nehemia deed zijn onderzoek naar de muur om Jeruzalem in stilte. Gods werk is vaak een werk in stilte. In de stilte van het hart, in de stilte van de verborgen omgang met God, in de stilte van de bescheiden plaats die God ons gaf, zonder met veel rumoer de aandacht op zich te vestigen. Daarbij was Nehemia ook verstandig, want hij wilde de aandacht van de vijanden niet op zich vestigen. Niet voor niets wordt er in vers 10 gesproken over Sanballat en Tobia, bittere vijanden van ieder, die het goede zocht voor Israël. Ook in dat opzicht hebben we voorzichtig te wandelen, dat we de vijanden van Gods kerk niet onnodig mogen uitdagen.

Daarbij ging Nehemia niet op geruchten af. Nee, hij wilde met eigen ogen de toestand van de muur om Jeruzalem zien. Dat is ook weer een les. Hoe vaak gaan wij niet op geruchten af. Als het gaat over een andere gemeente of een andere persoon. Laten we toch voorzichtig zijn met allerlei geruchtvorming. Nehemia onderzocht het zelf in eigen persoon. "Zij, die de muren van de kerk willen opbouwen, moeten eerst de bouwvallen van die muren in ogenschouw nemen. Zij, die willen weten hoe te verbeteren, moeten onderzoeken wat er verkeerd is, wat hervorming behoeft, en wat kan blijven zoals het is." (Matthew Henry) Beseffen wij wel hoe het er bijstaat met de muur van de kerk, of zijn we in slaap gevallen? Nehemia wilde alles zien met zijn eigen ogen. De uitslag van zijn onderzoek viel echter niet mee. Op een gegeven moment was de puinhoop zo groot, dat zijn rijdier zelfs niet verder kon (vers 14). Met ontzetting zag Nehemia hoe verbroken en hoe verscheurd de muur van Jeruzalem was. Het was één grote puinhoop.

De verwoeste muur

Jeruzalem, Sion, het was de kerk van de oude dag. Hoe staat het in onze tijd met de muur van de kerk? Is de muur niet verbroken en verwoest. zodat alles zo open ligt voor vele invloeden van buitenaf? Er zijn verleidende geesten, die de kerk zo gemakkelijk binnendringen. Er is zo weinig weerbaarheid tegen de geest van wereldgelijkvormigheid. Er is zoveel liefdeloosheid en twistgierigheid, zoveel lusteloosheid en onverschilligheid. Het weegt ons zo weinig hoe het gesteld is met de muur van de kerk. En hoe is het met Gods kinderen? Zijn de wijze maagden niet in slaap gevallen bij de verbroken muur?

O zeker, de Heere heeft nog goede dingen gelaten. Maar zouden we niet begaan moeten zijn met de muur van de kerk? Zou ook nu geen herbouw en herstel nodig zijn? Wat deed Nehemia, toen hij de puinhopen zag? Gaf hij de moed op? Wij laten het er zo gauw bij zitten, ook al hebben we met Nehemia Gods uitkomsten wel eens ervaren. Nehemia ging echter niet in moedeloosheid neerzitten. Waarom niet? Dat leest u in vers 12. Daar staat dat hij wist dat God het in zijn hart gegeven had. Daarvan was hij diep doordrongen. Hij wist zich door de Heere Zelf geroepen. Dat diepe roepingsbesef gaf hem kracht, hoe hopeloos het er ook bij leek te staan. Het was niet meer de zaak van Nehemia, maar het was Gods zaak.

Er zijn ook in onze tijd veel zorgen ten aanzien van de kerk. De muur is zo verbroken. Maar als de Heere geloof geeft om te geloven dat de zaak van Zijn kerk geen mensenzaak is maar Zijn eigen zaak, dan geeft dat moed en kracht. Want houdt Christus Zijne kerk in stand, zo mag de hel vrij woeden. Dat geloof gaf Nehemia moed om voort te gaan, hoe groot de puinhopen ook waren. (Wordt vervolgd)

Zeist, Ds. J.J. V. Eckeveld

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2001

De Saambinder | 12 Pagina's

Nehemia bij de muren van Jeruzalem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 november 2001

De Saambinder | 12 Pagina's