Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekten in de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekten in de Bijbel

9 minuten leestijd

Bezetenheid

En als Hij aan het land uitgegaan was, ontmoette Hem een zeker man uit de stad, die van overlange tijd met duivelen was bezeten geweest.

Lukas 8:27

In de Bijbel lezen we regelmatig over zieken. Pas in de dagen van Jezus' omwandeling op aarde treffen we, meestal onderscheiden van gewone zieken, bezetenen aan. In de twee vorige artikelen zagen we bij de maanzieke jongen en de samengebogen vrouw dat de duivel het lijden zwaarder kan maken door zich met een lichamelijke ziekte te vermengen. Nog steeds leven er veel vragen rondom het onderwerp bezetenheid.

De strijd wordt zichtbaar

Engelen en duivelen behoren tot de onzichtbare werkelijkheid. Engelen strijden als Gods dienaren in het rijk van God. Duivelen werken God tegen en strijden in het rijk van de boze. In de volheid des tij ds is de Zoon van God naar de aarde gekomen om de werken van de duivel te verbreken (1 Joh. 3:8b) en om verloren mensen te zoeken en zalig te maken (Lukas 19:10). Op de planeet aarde zien we de twee rijken op elkaar stuiten. De bittere worsteling wordt zichtbaar.

Als illustratie bij Zijn prediking doet de Heere Jezus talrijke wonderen en tekenen. Het doel ervan wordt in tenminste een tweetal teksten duidelijk: 'opdat gij weten moogt, dat de Zoon des mensen macht heeft om de zonden op aarde te vergeven' (Markus 2:10), en: 'opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods, en opdat gij gelovende het leven hebt in Zijn Naam' (Johannes 20:31). Jezus doet dus wonderen ter ondersteuning van het Evangelie. Maar satan komt met een reactie. Zijn bezit wordt hem immers ontnomen. Dat mag nooit gebeuren! Daarom probeert de duivel met alle macht het werk van Christus te beletten. Hij gaat God nadoen en gaat óók gebruik maken van tekenen. Net als God mens is geworden, probeert de duivel zich te verenigen met de menselijke natuur. Mensen worden met de duivel bezeten.

Bezetenheid

Op welke manier buitenmenselijke, boze geesten mensen bezeten maken, weten we niet precies. Toch mogen we wel zeggen dat de zonde de toegangspoort is waardoor de duivel in een mens komt. Het is mogelijk de ernst van de bezetenheid te onderscheiden met behulp van drie Latijnse uitdrukkingen met het woord sessio (= het zitten). 1. Circumsessio: Zoals een stad omsingeld is door vijandige machten, maar zelf nog vrij is, kan de duivel als het ware rondom een persoon zitten en hem benauwen (zie bijv. Ps. 118:10- 12).

2. Obsessio: Zoals de vijand bepaalde gedeelten van de stad in bezit heeft genomen, maar het hart van de stad nog vrij is, kunnen boze geesten een persoon binnendringen, hem binden en in bedwang houden. Demonen nemen gedeeltelijk bezit van het lichaam. De duivel legt de tong aan banden (Lukas 11:14), en soms ook de ogen (Matth. 12:22) of de oren (Markus 9:25). Weer een ander moet verzwakt en letterlijk gebogen door het leven gaan. Zo lezen we in Lukas 13 over een vrouw met een sterk verkromde rug. Volgens de Heere Jezus is zij gebonden door de satan. 3. Possessio: Zoals de vijandelijke machten de hele stad hebben ingenomen en zelfs het hart van de stad hebben bezet, kunnen duivelen een persoon totaal overweldigen. Als de Bijbel spreekt over bezetenheid, wordt deze vorm bedoeld. De Latijnse benaming vinden we terug in de Engelse Bijbel, waar voor 'van de duivel bezeten' staat: 'which were possessed with devils' (o.a. Matth.4:24). Een bezetene is een willoos werktuig van boze geesten doordat zij in hem wonen, zó dat zij macht hebben over lichaam én ziel. Een eigen 'ik' heeft een bezetene niet meer. De menselijke wil is geheel onderworpen aan de wil van de duivel. Ook het menselijke denken en spreken wordt volledig beheerst door demonen. Het duidelijkst wordt dit getoond bij Legio, de bezetene van Gadara (Markus 5:1-20). Als de Heere Jezus iets vraagt, geeft de duivel antwoord.

Bovendien werken de onreine geesten aan op zijn vernietiging: met stenen foltert de bezetene zijn eigen naakte lichaam. Bij een andere prooi van de duivel, de maanzieke jongen, zien we ook de neiging tot zelfvernietiging: de jongen valt dan in het water en in dan weer in het vuur. De grens tussen gebondenheid en totale bezetenheid is niet altijd makkelijk te trekken. Globaal bezien mogen we stellen dat gebondenheid meer wijst op het, al dan niet gedeeltelijk, in bezit nemen van het lichaam (bijvoorbeeld doordat de duivel zich met een lichamelijke ziekte vermengt), terwijl bij bezetenheid de satan iemand totaal in zijn bezit heeft, met lichaam en ziel.

Psychiatrie

Eeuwen lang werd vaak gedacht dat krankzinnigen met de duivel bezeten waren. Soms vertonen mensen die in psychiatrische afdelingen verpleegd worden inderdaad verschijnselen die lijken op die van bezetenen. Toch moeten we voorzichtig zijn met ons oordeel. Thans weten we dat veel psychiatrische ziektebeelden te verklaren zijn vanuit psychische en lichamelijke factoren, in plaats vanuit demonische machten. Oók mensen met een zieke geest, die stemmen horen en dwanggedachten hebben, kunnen we helpen met medicijnen. Zouden we de duivel met een tabletje op de vlucht kunnen jagen? We mogen dus niet een te directe relatie leggen tussen psychiatrische ver­ schijnselen en bezetenheid. Iets wat men trouwens in charismatische kringen wél regelmatig doet.

Aan de andere kant mogen we ook weer niet beweren dat er geheel geen koppeling kan bestaan tussen psychiatrische ziekten en demonische beïnvloeding. Daarbij is het wel belangrijk te beseffen dat we duivelse beïnvloeding moeten onderscheiden van bezetenheid. Bekend is dat iemand met een zieke geest zich meestal niet goed kan verzetten tegen allerlei prikkels en invloeden. De satan kan van deze weerloosheid gebruik maken. Een vermoeden van demonische beïnvloeding zou kunnen bestaan als de symptomen zich voordoen tijdens godsdienstige activiteiten, zoals bidden, bijbellezen en kerkgang. In een bijdrage van een christelijke psychiater las ik dat het mogelijk is dat er een relatie bestaat tussen 'het boze' en 'de boze'. Hij schreef dat psychiatrische verschijnselen regelmatig zijn terug te voeren tot 'boze' gebeurtenissen in het verleden (zoals mishandeling of incest). Bij deze patiënten wordt nogal eens psychotherapie toegepast om 'het boze' uit hen te halen. Hierdoor zou het gevaar verminderen dat 'de boze' iemand kan benauwen en beïnvloeden.

Onze tijd

Tijdens Jezus' omwandeling op aarde was de strijd tussen het rijk van God en het rijk van de boze zeer hevig. We mogen wel zeggen dat gedurende die jaren het land Israël frontlinie was. De duivel had zijn legers in stelling gebracht tegen de Zoon des mensen. Maar de vorst der duisternis verloor de strijd. Christus heeft zijn kop vermorzeld en zijn einde zal zijn in de poel van vuur en sulfer (Openb.20:10). Jezus is met eer en heerlijkheid bekroond. De zaligheid van de Kerk ligt vast in de hemel.

Naar Zijn menselijke natuur is de Zoon niet meer op aarde. De Vader heeft een andere Trooster naar de aarde gezonden: de Heilige Geest (Joh. 14:16, 26). De uitstorting van de Geest ging weliswaar gepaard met zichtbare en hoorbare tekenen. Zijn werk is echter onzichtbaar als de wind, waarvan we niet weten vanwaar hij komt en waar hij heengaat (Joh.3:8). De Heilige Geest blaast in het Woord en maakt het Evangelie een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft (Rom.l:16). Genezingswonderen om als zichtbare tekenen het Evangelie te ondersteunen, zijn daarom niet meer echt noodzakelijk. En voor de satan, die mensen bezeten maakte als een reactie op de komst en het werk van Gods Zoon op aarde, brengt het niet veel voordeel mee om dit alsnog te doen. Heden ten dage moeten we bij ziekten dus niet al te snel denken aan demonische beïnvloeding. Toch bestaat de duivelenwereld wel degelijk! Alleen... de satan is andere middelen gaan gebruiken. Ze waren er toen, en ze zijn er ook nu: slaven van de vorst der duisternis. Denk in onze tijd maar aan de talrijke verslaafden aan drugs, drank, gokken, pornografie, internet, enz. Wat een invloed heeft ook de moderne lectuur, de popmuziek en de reclame. En hoeveel mensen zijn niet in de greep van het materialisme? En wie zich inlaat met het occultisme opent ook een toegangspoort voor de satan.

Geef de duivel geen plaats

Van nature zijn alle mensen in zekere zin bezeten. Door de zondeval zijn wij van God weggelopen en in dienst van een vreemde heerser gekomen. De aangrijpende werkelijkheid is dat in onwedergeboren harten de duivel op de troon zit.

Eigenlijk heeft de satan maar één doel: Gods Koninkrijk afl^reuk doen. Daarbij heeft hij het bijzonder gemunt op het volk des Heeren. Toch mogen we stellen dat, hoe groot de strijd soms is, de duivel een kind van God nooit totaal kan overweldigen. Omdat vorst Inmianuël bij de wedergeboorte het hart heeft veroverd, kan de satan het hart nooit meer bezetten. Possessio is onmogelijk geworden. De talrijke duivelen die uit de bezetene van Gadara werden geworpen, zijn niet meer terugkomen. Daarentegen komt circumsessio bij Gods kinderen maar al te vaak voor. De vorst der duisternis moet ook nu nog Gods raad dienen in de verzoekingen en aanvechtingen van Zijn volk. Wat heeft de satan Petrus op de zeef genomen! En hoe probeert de duivel altijd weer te verzoeken met de begeerlijkheid des vleses, de begeerlijkheid der ogen en de grootsheids des levens. Christus heeft het niet voor niets aan zijn discipelen geleerd: Leid ons niet in verzoeking, maar verlos ons van de boze. Ernstig ook klinkt het vermaan van de apostel Paulus: En geeft de duivel geen plaats (Efeze 4:27).

... als pannen op de daken

We zagen waarom de duivel mensen bezeten maakte: de duivel probeerde Jezus na te doen met het vreselijke doel Hem tegen te werken. Bij Matthew Henry vinden we nóg een reden. Hij schrijft namelijk in zijn verklaring bij Mattheüs 8:16: 'God heeft dit wijselijk zo verordineerd, opdat Christus des te schoner en veelvuldiger gelegenheid zou hebben om Zijn macht over satan te tonen'. Hoe machtig de duivel ook is, Jezus is almachtig! Hij werpt de duivelen uit door de vinger Gods (Lukas 11:20).

Daarom kon de Gereformeerde predikant G. Wielenga in het begin van de vorige eeuw schrijven (in: De wonderen van den Zaligmaker, p.l06): 'Satans heerschappij is in beginsel en voorgoed verbroken. Er is bij die enige Zaligmaker een veilige toevlucht in alle benauwdheid en aanvechting. Hij spreekt tot de duivelen en zij moeten hun prooi loslaten. Al waren er zoveel duivelen als pannen op de daken, zij kunnen tegen Zijn wil geen haar op ons hoofd krenken als wij slechts door genade uit het rijk der duisternis overgezet zijn in het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde.'

Geen onheil zal de stad verstoren, Waar God Zijn woning heeft verkoren; God zal haar redden uit den nood. Bij 't dagen van het morgenrood. Men zag de heid'nen kwaad beramen; De koninkrijken spanden samen; Maar God verhief Zijn stem, en d'aard' Versmolt, voor 's Hoogsten toorn vervaard.

Psabn 46:3, berijmd

Capelle aan den IJssel,

H.J. Agteresch

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2004

De Saambinder | 16 Pagina's

Ziekten in de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 22 april 2004

De Saambinder | 16 Pagina's