Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ziekten in de Bijbel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ziekten in de Bijbel

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Genezingsdiensten en ziekenzalving

(1)

Op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden (Markus 16:18).

Genezingsdiensten. Wie heeft er tegenwoordig niet van gehoord! Werden gedurende vele eeuwen geen speciale genezingsbijeenkomsten gehouden, de laatste jaren zien we dit verschijnsel steeds vaker en... dichterbij komen. Al lang vinden deze samenkomsten plaats in de zogenaamde charismatisch evangelische gemeenten. In Nigeria is de profeet Joshua een wereldwijd bekende gebedsgenezer. En in Nederland is het evangelist Jan Zijlstra die elke maand in zijn thuisgemeente te Leiderdorp een genezingsdienst belegt. Ook houdt hij op diverse plaatsen in ons land gebedsen genezingsdiensten. Wonderbaarlijke genezingen zouden plaatsvinden. Steeds vaker wordt de vraag gesteld of leden en doopleden van de Gereformeerde Gemeenten naar zulke bijeenkomsten mogen gaan. En de vraag daaropvolgend is meestal: 'Waarom gebeurt het bij ons niet? ' Hele boeken worden erover geschreven.

Twee boeken

Recent verscheen van de hand van prof. dr. W.H. Ouweneel, behorend tot de Vergadering der Gelovigen, een boek met de titel Geneest de zieken!. Met zijn boek wil hij een brug slaan tussen enerzijds pinkstergelovigen en charismatische christenen, en anderzijds de reformatorische en evangelische christenen. Dit boek staat vol met argumenten waarom het in de lijn van de Schrift zou zijn ook in onze tijd zieken te genezen door middel van gebed en handoplegging. Het nalaten hiervan is volgens Ouweneel ronduit onschriftuurlijk. Hij benadrukt dat gelovigen in onze tijd dezelfde gaven bezitten als eenmaal de apostelen.

Ook in de gereformeerde gezindte verscheen een boek. Enkele jaren geleden schreef dr. M.J. Paul een boek over de ziekenzalving onder de titel Vergeving en genezing. De ziekenzalving, zoals deze wordt verwoord in Jakobus 5:14-16, mag volgens hem nog steeds worden toegepast.

Vragen

In een drietal artikelen wil ik ingaan op een aantal vragen. In het eerste artikel ga ik, na voorbeelden uit de bijbelse en de vroege kerkgeschiedenis genoemd te hebben, in op de vraag of genezing van zieken in de naam van Jezus ook in onze tijd een bijbelse opdracht is. In het tweede artikel bespreek ik de ziekenzalving. En in het derde artikel probeer ik de vraag te behandelen hoe we in de 21^ eeuw over genezingsdiensten moeten denken.

Genezingswonderen in de apostolische tijd

De genezingswonderen die de Bijbel vermeldt, moeten we zien als tekenen ter bekrachtiging van het Evangelie. In het boek Handelingen valt op dat de wonderen op diverse manieren plaatsvonden. De zieke vader van Publius werd gezond toen Paulus voor hem bad en de handen op hem legde. De verlamde man bij de Schone poort werd genezen toen Petrus hem bij de hand greep. Een andere verlamde kreeg eenvoudig de opdracht om te gaan staan. Maar ook door het aanraken van de zweetdoeken van Paulus, of zelfs door de schaduw van Petrus, genazen zieken.

Genezingswonderen in de kerkgeschiedenis

Uit diverse geschriften weten we dat genezingswonderen niet alleen in de apostolische tijd, maar ook in de vroegchristelijke kerk voorkwamen. In de 2^ eeuw schreef Justinus de Martelaar over het grote aantal bezetenen dat in Rome door de christenen genezen werd. In de 3^ eeuw lezen we bij Origenes van Alexandrië en Caesarea dat onder christenen sporen van de Heilige Geest bewaard zijn gebleven in het verrichten van talrijke genezingen. In de 4^ eeuw schreef de kerkvader Athanasius van Alexandrië over zijn vriend Antonius, die in de naam van Christus zieken genas. En weer een eeuw later lezen we van Augustinus, die aanvankelijk genezingswonderen niet meer nodig vond, dat aan het eind van zijn leven zijn visie veranderde. In zijn beroemde boek De stad Gods staan wel 25 wondergenezingen. Over het sterfbed van Augustinus is bekend, dat iemand met zijn zieke vriend bij hem kwam en vroeg of de kerkvader zijn hand op zijn vriend wilde leggen, zodat hij zou genezen. Augustinus gaf als antwoord, dat hij, als hij die macht had, deze eerst op zichzelf zou toepassen. Daarop zei de bezoeker dat hij een visioen had gekregen waarin de woorden gesproken werden: 'Ga naar bisschop Augustinus, opdat hij zijn hand op hem mag leggen en hij zal genezen worden'. Toen Augustinus dit hoorde, gehoorzaamde hij en de zieke werd genezen.

In de loop der eeuwen zien we de genezingswonderen afnemen. Er veranderde veel in de kerk. De kerk werd steeds meer georganiseerd. Regelmatig moest ook gestreden worden voor de zuivere leer. Er werd daardoor minder nadruk gelegd op de levensheiliging. Bovendien traden veel mensen uiterlijk tot de kerk toe. Hierdoor werd de kerk wereldgelijkvormig. Verder leefde steeds meer de bevreesdheid voor hoogmoed. Augustinus heeft veel invloed uitgeoefend met zijn aanvankelijke zienswijze dat genezingen niet meer nodig zouden zijn. De reformatoren Maarten Luther en Johannes Calvijn namen dit over. Volgens Luther hadden de genezingswonderen een plaats in de begintijd van de kerk, waardoor de kerk grotere werken kon doen in het geestelijk onderwijzen en redden van mensen. En in zijn Institutie schreef Calvijn onomwonden dat de gave der gezondmaking is verdwenen (IV, 19, 18).

Wat zegt de Bijbel over genezingswonderen?

Voorstanders van genezingsdiensten menen dat Luther en Calvijn het helemaal mis hadden. Volgens hen is er geen enkele reden om genezingswonderen te beperken tot de apostolische tijd. De wonderen vonden toch ook in de eerste eeuwen van de kerkgeschiedenis plaats! Niets wijst erop dat de taak en de opdracht van de christenen veranderd is. In de Bijbel staat toch duidelijk in Mattheüs 10:8 en Lukas 10:9 de opdracht om zieken te genezen! En in 1 Corinthe 12 lezen we toch dat gelovigen moeten staan naar gaven der gezondmakingen! En God belooft in Markus 16:18 toch gezondmaking als de gelovigen hun handen op zieken leggen! De kerken krijgen daarom het verwijt Gods opdracht en belofte tot welzijn van de zieke medemens te laten liggen. Dit brengt ons bij de vraag: bestaat er inderdaad een schriftuurlijke grond om in onze tijd zieken in de naam van Jezus te genezen? Laten we eens proberen bovengenoemde kernteksten na te lopen. Om wat inzicht te krijgen in de mening van voorstanders van genezingsdiensten, geef ik elke keer een citaat uit het boek Geneest de zieken! van professor Ouweneel (resp. p.248, 298, 121).

1. Blijvende opdracht om zieken te genezen?

'Nog altijd is het de Heer Zelf die door middel van zijn dienstknechten zijn genezings- en bevrijdingswerk voortzet, en wel op basis van het verzoeningswerk dat Hij op het kruis heeft volbracht.' Is genezing van zieken nog altijd een taak van Gods knechten? Geen onbelangrijke vraag! Mattheüs beschrijft hoe de Heere Jezus de twaalf discipelen uitzond om te prediken. Daarbij kregen zij de opdracht om zieken gezond te maken met de woorden 'geneest de kranken' (Mattheüs 10:8). Lukas vermeldt dat Jezus nóg zeventig andere discipelen uitzond om te prediken. En ook tot hen sprak Christus: 'Geneest de kranken' (Lukas 10:9). Mogen we op basis van deze schriftwoorden stellen dat de Heere een taak gaf aan Zijn dienstknechten, die ook in onze tijd nog geldt? Ik denk dat het antwoord 'nee' moet zijn. We kunnen er namelijk niet omheen dat de opdracht om zieken te genezen een duidelijk adres had, namelijk de twaalf en de zeventig andere discipelen. Tot hén sprak de Heere Jezus: 'Geneest de kranken'. Het gaat te ver om dit zomaar door te trekken naar de ambtsdragers in onze tijd.

2. Gaven der gezondmakingen: ook nu?

'Elke gelovige die dicht bij de Heer leeft en in zijn volmacht staat, kan zieken de handen opleggen, want elke gelovige kan 'genadegaven van genezingen' ontvangen.' Zijn er in onze kerken nog steeds mensen die de gave der genezing hebben? Geen makkelijke vraag! De woorden 'gaven der gezondmakingen' vinden we tot driemaal toe in 1 Korinthe 12. Belangrijk is dat we letten op het verband waarin Paulus over deze gaven spreekt. De gemeenteleden in de grote stad Korinthe bleken met hun gave van het spreken in tongentaai te pronken. Grote statie, maar kleine vrucht. In drie lange hoofdstukken (12-14) besteedt de apostel uitvoerig aandacht aan de kwestie. Hij maakt duidelijk dat er verschillende geestelijke gaven bestaan. Net als het menselijk lichaam meerdere leden heeft, hebben de leden van de gemeente verscheidene gaven. Hierbij moeten we bijvoorbeeld denken aan het woord der wijsheid, het spreken van talen die men nooit geleerd heeft, of aan profetie. Onder de opsomming van de verschillende gaven noemt de apostel ook de gaven der gezondmakingen (12:9, 28, 30). Opvallend is het meervoud: gaven der gezondmakingen. Dit suggereert dat het niet gaat om een gave die iemand blijvend bezit. De Heere geeft de gave der gezondmaking incidenteel. Elke genezing op zichzelf is een gave van God. Vervolgens vraagt Paulus op retorische wijze in vers 30: 'Hebben zij allen gaven der gezondmakingen? ' In gedachten volgt het antwoord: 'nee'. In vers 31 wekt Paulus op om te ijveren naar de beste gaven. Voorstanders van gebedsgenezing en handoplegging lezen in deze tekst een opwekking om ook te staan naar de gave van genezing. Genezing is toch tot welzijn van de naaste en tot nut van de gemeente! Maar als we letten op het brede verband blijkt dat de apostel iets anders op het oog heeft. Want twee hoofdstukken verder zien we dat Paulus met de beste gaven vooral doelt op de gave van het profeteren (1 Cor. 14:1).

Stellen we nogmaals de vraag: zijn er in onze tijd nog gaven der gezondmakingen? Na het bovenstaande lijkt het me het meest eerlijk te concluderen dat 1 Korinthe 12 hier geen duidelijkheid over geeft. De woorden 'gaven der gezondmakingen' worden genoemd in een opsomming van meerdere geestelijke gaven, en vooral met het doel een misvatting in de gemeente van Korinthe te bestrijden. Het lijkt in ieder geval niet een geestelijke gave waar we in het bijzonder naar moeten staan.

3. Gezondmaking: een belofte voor alle tijden?

'Er is niets in de passage dat suggereert dat de belofte van Markus 16 vers 17 en 18 slechts voor de begintijd zou gelden.' Net als Mattheüs sluit Markus zijn bijbelboek af met de opdracht van de Heere Jezus aan Zijn discipelen om het Evangelie aan alle creaturen te prediken. Als we beide passages met elkaar vergelijken, valt echter een duidelijk verschil op. In tegenstelling tot Mattheüs beschrijft Markus de tekenen die de gelovigen zullen volgen, namelijk het uitwerpen van duivelen, het spreken met nieuwe tongen, het opnemen van slangen en het drinken van een giftige drank zonder dat het hen schade doet. Als laatste teken noemt Markus: op kranken zullen zij de handen leggen, en zij zullen gezond worden (16:18). Genezing van zieken is een van de tekenen die de gelovigen zullen begeleiden. Met gelovigen bedoelt Markus niet alleen de apostelen, maar Gods kinderen in het algemeen.

Weer dringt de vraag zich op: moeten we genezing van zieken zien als behorend bij de begintijd van de nieuwtestamentische kerk, of is dit een taak en belofte ook voor onze tijd? Geen makkelijke vraag in dit verband! De kanttekenaren zijn van mening dat na de verbreiding van het Evangelie de tekenen niet meer nodig zijn. Ook de reformatoren Calvijn en Luther zijn deze mening toegedaan. Toch legt Luther in een preek over Markus 16:18 de vinger bij nóg iets. Volgens Luther blijft dezelfde kracht en werking van Christus altijd in de christenheid, zodat nog steeds zulke wonderen gebeuren als het nodig zou zijn. Hoe moeten we dit uitleggen? Moeten Gods kinderen ook nü zieken genezen, als dezelfde kracht van Christus onder hen aanwezig blijft? Met de volgende passage lijkt Luther zelfde sleutel aan te reiken: 'Christus heeft niet gezegd, dat zij altijd zo moeten plaats hebben en zij die dingen moeten doen, maar dat zij de macht hebben en die kunnen doen. De discipelen hebben er dan ook geen handwerk van gemaakt, maar gezocht het woord Gods te prediken en dat door wondertekenen te bevestigen.' Dus heel concreet: genezing van zieken moeten we niet zien als een bijbelse opdracht of belofte voor Gods kinderen van alle tijden. Maar onmogelijk is het niet. De Heere is een God van wonderen. Bijzonder in tijden wanneer het werkelijk nodig is. Volgens Luther moeten we hierbij denken aan tijden waarin het Evangelie vernietigd en versmaad wordt. Van diepe inhoud getuigen dan ook de volgende woorden van de grote reformator: 'Wanneer ik gelovig ben, zo kan ik het doen, want het geloof geeft mij zoveel, dat mij niets onmogelijk is wanneer het nodig is.' (wordt vervolgd) Capelle aan den IJssel,

H.J. Agteresch

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2004

De Saambinder | 12 Pagina's

Ziekten in de Bijbel

Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 september 2004

De Saambinder | 12 Pagina's