Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods Woord en onze kleding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods Woord en onze kleding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1)

'Ik heb een vraag over het dragen van een lange broek. In Deuteronomium 22:5 staat: "Het kleed eens mans zal niet zijn aan een vrouw, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is den HEERE uw God een gruwel." Betekent dit dat vrouwen en meisjes geen lange broek mogen dragen? In hetzelfde hoofdstuk kun je lezen dat het verkeerd is je wijngaard te bezaaien met tweeërlei zaad (vs. 9) ofte ploegen met een os en ezel tegelijk (vs. 10) of een kleed van gemengde stof aan te trekken, wollen en linnen tegelijk (vs. 11). Waarom leggen we alle nadruk op dat ene gebod van vers 5 en geven we verder niet om de andere regels in hetzelfde hoofdstuk? Is dat niet erg subjectiep Of moeten we voortaan ook geen kleren meer dragen die gemaakt zijn van synthetische stof? Ik zou het op prijs stellen als u volgende week daar wat over wil zeggen op de catechisatie.' Ik beloofde dat te doen. Het gevolg was een interessante discussie. We kwamen echter tijd tekort, en dat was jammer. Ik zei dat ik graag nog eens terug kwam op dit onderwerp. Dit artikel is mede bedoeld om die belofte na te komen.

Als we bovengenoemde vraag beantwoorden, dan willen we dat stap voor stap doen. Als ik het goed zie, gaat het om drie verschillende vragen: a) hoe moeten we omgaan met de wetten van het Oude Testament; b) wat bedoelt de Heere met die regels tegen het vermengen van verschillende gewassen, dieren en materialen; en c) wat voor soort kleren moeten mannen en vrouwen dragen?

Tuchtmeester

Behalve de Tien Geboden gaf de Heere nog allerlei andere wetten aan het volk Israël. Waarom deed Hij dat? De Heere wilde hen opvoeden en onderwijzen in de eerste beginselen van Zijn dienst, maar Israël was nog een kind. Hoe is het met een kind? Het heeft duidelijke regels nodig en daarnaast een strakke, maar liefdevolle hand. Zijn karakter moet nog gevormd worden. Gehoorzaamheid moet geleerd worden. Daarom heeft het regels nodig. En daarom gaf de Heere allerlei wetten in de tijd van het Oude Testament: ceremoniële wetten en burgerlijke wetten. In Galaten 4 noemt Paulus deze regels "voogden en verzorgers" (letterlijk: pedagogen, dat wil zeggen; onderwijzers en opvoeders). Het volk dat leefde temidden van allerlei heidense volken was als het ware nog een kleuter. De ceremoniële en burgerlijke wetten fungeerden als een tuchtmeester. Zij hielpen Israël het geestelijk ABC te spellen.

Dan is er nog iets. Voor een kind is het nog erg moeilijk te denken in abstracte termen en ideeën. Het moet op een eenvoudiger niveau onderwijs ontvangen. Dat is de reden dat leerkrachten in de eerste klassen van het basisonder­ wijs visuele hulpmiddelen gebruiken. Een kind leert tellen met behulp van plaatjes: één ballon plus één ballon is samen twee ballonnen. Zo heeft de Heere ceremoniële wetten en afbeeldingen gegeven. De tempeldienst was vol symbolen. In Gods huis te Jeruzalem kon men heel wat meer zien dan in onze kerken vandaag de dag. De zaken die ons verkondigd worden door middel van het Woord, werden afgebeeld door middel van (met eerbied gezegd) 'plaatjes' in de tijd van het Oude Testament. Met de komst van de Heere Jezus is dat veranderd. De Zoon van God is geopenbaard en de tuchtmeester heeft plaats gemaakt voor Hem. De kerk staat niet langer onder voogden en verzorgers, maar is tot volwassenheid gekomen. Tellen volwassenen nog steeds met behulp van plaatjes? Nee, ze gebruiken cijfers en getallen. Maar ook al zijn de plaatjes weggevallen, één plus één is nog steeds twee!

We lezen dan ook in artikel 25 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis dat 'de ceremoniën en figuren der Wet opgehouden hebben met de komst van Christus, en dat alle schaduwen een einde genomen hebben'. We willen niet meer terug naar die schaduwen. We moeten geen 'plaatjes' meer invoeren in onze eredienst. 'Nochtans blijft ons de waarheid en substantie daarvan in Christus Jezus, in Denwelken zij hun vervulling hebben.' Daarom scheuren we geen bladzij uit de Bijbel. We slaan de hoofdstukken met die ceremoniële wetten ook niet over, maar lezen ze in het licht van het Nieuwe Testament. Denk alleen maar aan de tempeldienst met haar offers, reinigingsriten, feesten, enzovoort. Hoe leerzaam is dit alles! Israël heeft geen onzin geleerd. Op zichtbare wijze is het volk onderricht in de waarheid van de erfzonde, het offer van Christus, de verzoening in Hem, de vernieuwing van het leven, en wat dies meer zij.

Maak er geen rommel van!

We komen bij de tweede vraag. Wat moeten we denken van die andere wetten? Bijvoorbeeld de wetten die bepaalden dat de Israëlieten geen kleding van tweeërlei stof mochten dragen, geen twee soorten zaad op dezelfde akker mochten strooien of geen verschillende dieren voor de ploeg mochten spannen? Waarom werden zulke regels aan Gods oude bondsvolk opgelegd? Wel, in onze kinderjaren moeten we sommige dingen min of meer hardhandig aan de weet komen. Een voorbeeld daarvan is de tijd waarop jonge mensen thuis moeten komen. De ouders stellen die tijd vast: zo en laat moet je binnen zijn. Trek je je daar niets van aan, dan krijg je straf. Soms vinden jonge mensen dat maar overdreven. Maar ouders hebben er hun wijze bedoelingen mee. Waarom maken ze die regels? Ze doen dat voor de bestwil van hun kinderen en van het hele gezin. Er moet een zekere orde zijn. We zijn niet alléén op de wereld. We moeten ook aan anderen denken. Dat moet je leren als je nog jong bent. Dat zal je later in je leven van pas komen. Als je ouder wordt, gaat het allemaal een beetje anders. Als ik later thuiskom dan ik gezegd heb, krijg ik geen straf van mijn vrouw. Maar door mijn opvoeding heb ik hopelijk geleerd dat ik bij mijn komen en gaan ook dien te letten op het belang van mijn gezin.

Wat was nu de bedoeling van de Heere met de wetten waarvan we zojuist gehoord hebben? Wat wilde Hij Israël bijbrengen? Dat je dingen die niet samenhoren niet door elkaar moet halen! Dat het geen kluwen, geen rommel moet worden in je leven! De heidense volken rondom Israël kenden het verschil niet tussen nuttig en onnuttig, tussen rein en onrein, tussen goed en fout, tussen God en de goden. Ze schipperden. Ze maakten van alles een compromis of een synthese. Met andere woorden, ze haalden alles door elkaar. Israël mocht dat niet van de Heere. Daarom gaf Hij hen bijzondere regels. Hij maakte duidelijk wat ze wel of niet mochten eten, hoe ze wel of niet het land mochten bewerken, enzovoort. In de kleine dingen van het leven moesten ze leren hoe ze moesten handelen in de belangrijkste zaken van het leven. Op een eenvoudige wijze leerden ze een diepe geestelijke les: "Gij kunt niet God dienen en de Mammon" (Lukas 16:13).

We zeggen het nogmaals: deze regels waren hulpmiddelen. Als iemand ouder wordt, kunnen ze wegvallen. Maar de essentie van het geleerde blijft overeind. We moeten niet gedachteloos leven. We moeten bewuste keuzes maken. We behoren te leven naar de beginselen van Gods Woord. Er zijn dingen die de Heere behagen en dingen die Hem mishagen. Er zijn zaken die schadelijk voor ons zijn en zaken waar we baat bij hebben. Haal ze niet door elkaar! In deze zin kunnen we nog steeds waardevolle dingen leren uit de wetten die voor Israël bestemd waren. Bovendien waren veel van deze wetten tegelijkertijd een zegen voor het volk, zowel in geestelijk als in tijdelijk opzicht. Een voorbeeld: Israël moest het onderscheid leren tussen rein ('kosher') en onrein ('niet-kosher') eten. Het eten van varkensvlees bijvoorbeeld was streng verboden. Als we daarbij bedenken dat in die dagen allerlei besmettelijke ziekten juist door varkens werden overgebracht, kunnen we alleen maar Gods wijsheid en goedheid in de spijswetten bewonderen. Het mes sneed dus naar twee kanten. Het gebod had zowel een beperkende als een zegenrijke werking! "In het houden van die is grote loon" (Psalm 19:12). Zo komen we tot de laatste vraag: wat zegt de Bijbel over het dragen van een lange broek door vrouwen en meisjes? We houden die vraag voor de volgende keer.

Lethbridge (Canada), ds. C. Sonnevelt

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

Gods Woord en onze kleding

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 augustus 2005

De Saambinder | 16 Pagina's