Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Als schapen der slachting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Als schapen der slachting

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(2)

Een gruwelijke ramp

Het is de catastrofe van de brand van Rome in het jaar 64 geweest die de aanleiding vormde voor de christenvervolging onder keizer Nero. De beroemde Latijn schrijvende historicus Publius Cornelius Tacitus (ca. 55-120) heeft ons over de gang van zaken rond de brand van Rome tamelijk uitvoerig ingelicht. Hij doet dat in zijn boek Ab excessu divi Augusti ('Vanaf de dood van de goddelijke Augustus'), beter bekend onder de naam Annates. In boek XV, hoofdstuk 38 van genoemd werk schrijft Tacitus:

Er volgde een ramp - het is onzeker of het door toeval kwam ofte wijten was aan achterbaks gedrag van de keizer (want voor beide versies zijn bronnen aan te halen) - maar in ieder geval ernstiger en gruwelijker dan alles wat deze stad door het geweld van vuur overkomen is...

De brand van Rome... Eigenlijk moeten we van twéé branden spreken. Nadat de eerste, verwoestende brand was geblust, brak er opnieuw brand uit, nu in een iets noordelijker gelegen deel van de stad.

Hoe kon de brand ontstaan?

Paul Maier, hoogleraar oude geschiedenis aan de Western Michigan University, schreef in 1981 zijn boek The Flames of Rome (Nederlandse vertaling De brand van Rome, 2003). Maier schrijft dat onder de wetenschappelijke onderzoekers vijf kampen zijn te onderscheiden als het gaat om de vraag waardoor de brand is veroorzaakt: Nero heeft inderdaad zijn mannen de brand laten aansteken, óf de eerste brand is per ongeluk ontstaan, maar de tweede is op bevel van de keizer aangestoken, óf beide branden zijn per ongeluk ontstaan, óf christelijke fanatici hebben de brand aangestoken, óf samenzweerders hebben de brand ontstoken om later Nero ervan te kunnen beschuldigen. Maier zelf neigt naar de derde mogelijkheid: een ongelukkigerwijze ontstane brand. Het vuur greep in de nacht van 19 juli om zich heen, in een hete en droge periode. De krottenwijken van Rome's binnenstad vormden een gretige prooi voor de vlammen. Het is uiteindelijk niet zo belangrijk hoe het vuur is ontstaan. Zeker is wel dat Nero misdadig genoeg was om de brand aan te laten steken. Het zette veel kwaad bloed dat hij later op de verwoeste terreinen een onvoorstelbaar groot paleis liet bouwen, met een standbeeld van zichzelf van zo'n 40 meter hoog: de Colossus. Belangrijker echter dan de vraag naar het ontstaan van de brand is het feit dat Nero - bevreesd geworden door de geruchten dat hij het vuur had laten aansteken - een zondenbok vond in de christenen van Rome. Zijn pogingen om de geruchten de kop in te drukken door hulpverlening te bieden aan de door de brand gedupeerden, konden de verdenkingen niet wegnemen. Toen namen de gebeurtenissen een voor de kerk van Rome verschrikkelijke wending. Ik citeer nog eens Tacitus uit zijn Annales:

Maar noch door menselijke middelen, noch door schenkingen van de keizer of verzoeningsdiensten voor de goden kon de schande weggenomen worden dat men geloofde dat de brand op bevel was aangestoken. Derhalve heeft Nero, om dit gerucht radicaal uit de weg te ruimen, schuldigen verzonnen en met de meest geraffineerde straffen laten boeten; dat waren degenen die, gehaat om hun schanddaden, het volk 'Christenen' noemde. De man aan wie deze naam ontleend is, Christus, was onder de regering van Tiberius door de landvoogd Pontius Pilatus ter dood gebracht en, hoewel dit verwerpelijke bijgeloof voor het moment onderdrukt was, stak het toch weer de kop op, niet alleen in Judea, de bakermat van dit kwaad. maar ook in de stad, waarheen nu eenmaal van alle kanten alle afschuwelijks of schaamteloosheid bijeenkomt en in ere gehouden wordt... (XV, 44.2, 3).

Twee dingen worden uit deze woorden van de cynische heiden Tacitus wel duidelijk: dat hij Nero voor geen cent vertrouwde en dat hij van Christus, noch van de christenen ook maar iets moest hebben.

Geraffineerde straffen

Tacitus sprak van 'geraffineerde straffen'. Daar is niets mee miszegd. Het zal in oktober van het jaar 64 zijn geweest, dat de verschrikkelijkste dingen in Rome zijn gebeurd. Tacitus brengt het als volgt onder woorden: Men bespotte hen (de christenen) bij hun dood door ze, bekleed met de huiden van wilde dieren, om te laten komen, verscheurd door honden of aan het kruis genageld ojwel moesten ze, voor de vuurdood bestemd, bij het vallen van de avond dienen tot verlichting bij nacht. Nero had zijn eigen tuinen voor dit schouwspel aangeboden en bood circusspelen aan terwijl hij zich in de uitdossing van een wagenmenner mengde onder het volk of werkelijk op een wagen plaats nam... (XV, 44, 4, 5). Bekleed met de huiden van wilde dieren... Wat een vreselijk schouwspel moet dat zijn geweest: christenen die de arena binnen kwamen voor de ogen van tienduizenden toeschouwers. De martelaars waren gekleed in de huiden van luipaarden en varkens; de kinderen - die niet werden gespaard! - meestal in kleinere hondenvellen. Vervolgens liet men wilde honden de renbaan op, die uitzinnig van honger op de arme mensen aanvielen en hen uiteindelijk allen verscheurden. Sommige christenen werden gekruisigd. Anderen moesten, meestal slechts gekleed in een lendendoek, de ongelijke strijd aanbinden met uitgehongerde leeuwen. Maar het ergst van alles is misschien toch wel de laatste straf geweest die Tacitus vermeldt: het bekleden van de christenen met de zogenaamde 'tunica molesta': het 'onaangename hemd'. Langs de renbaan waren tientallen palen opgesteld, die men had ondergedompeld in een mengsel van hars en olie. Daaraan werden nu de kinderen des Heeren gehangen, bekleed met een tunica, een soort hemd, dat gedrenkt was in zwavel en pek en andere brandbare stoffen. De hemden werden in brand gestoken en zo dienden de kermende christenen van Rome in die vreselijke avond in het najaar van 64 als een levende feestverlichting in de tuinen van Nero. Hoeveel christenen vielen als schapen der slachting in deze eerste massale vervolging, weten we niet precies. Tacitus spreekt van een 'multitudo ingens', een zeer grote menigte.

Haat jegens de mensheid...

We zouden kunnen vragen: waar kwam zo'n geweldige explosie van haat tegen de christenen - die geen mens kwaad deden - toch zo plotseling vandaan? Op die vraag zijn verschillende antwoorden te geven. In de eerste plaats moet men bedenken dat het christelijk geloof in de eerste eeuw tientallen jaren lang als een variant van het Jodendom werd beschouwd. Het onderscheid tussen kerk en synagoge was de buitenwereld niet direct duidelijk en dat is ook te begrijpen, als men bedenkt dat aanvankelijk alle volgelingen van de Heere Jezus Joden waren. Ja, Christus Zelfwas naar Zijn menselijke natuur uit het Joodse volk gesproten! Tegen de Joden bestond in de Romeinse wereld een grote haat, vooral vanwege de gespannen toestand in Palestina, die de Romeinen handenvol werk en moeite bezorgde. Toch leefden de christenen aanvankelijk nog betrekkelijk veilig onder de mantel van de Joodse godsdienst, die immers als een 'religio licita', een geoorloofde godsdienst werd beschouwd. Toen bleek dat juist de Joden de christenen doorgaans haatten, kwam daar verandering in. Daarnaast is het heel opmerkelijk dat het bij de arrestaties van christenen al heel gauw niet meer ging om de beschuldiging van brandstichting, maar om 'haat jegens de mensheid'. Wat betekent dat precies? We moeten bedenken dat de christenen in de eerste eeuw erg opvielen - zowel door wat zij wél deden als door wat ze niet deden. Armen- en ziekenzorg, herbergzaamheid en eerlijkheid kenmerkten hen, maar met het deelnemen aan de Romeinse heidense rituelen was het voorgoed gedaan. Dat gold ook van het bezoeken van theaters, circusspelen en sportscholen, waar men doorgaans naakt de sport beoefende. Ze kónden daaraan niet meer meedoen! Dat is wel een les voor onze tijd, een spiegel die de vroege kerk ons voorhoudt.

Door al deze dingen ging men de christenen beschouwen als vreemde mensen, die eigenlijk in geen enkel opzicht pasten in de samenleving van die dagen. Men verweet hen - laster- lijk - dat zij het menselijk geslacht probeerden uit te roeien door brandstichting, samenzweringen en hoogverraad. Vandaar die merkwaardige en later duizenden malen herhaalde beschuldiging van 'haat tegen het menselijk geslacht'. Ontzettend wrang is dat! Degenen die het menselijk geslacht het meest liefhadden, werden ervan beticht dit het meest te haten...

'Wat een kunstenaar...'

Het is slecht afgelopen met keizer Nero. Aan het einde van zijn korte leven werd hij steeds achterdochtiger en gevaarlijker voor zijn echte en ook voor zijn vermeende vijanden. In het jaar 65 werd een samenzwering op touw gezet met de bedoeling hem te vermoorden. De plannen lekten uit en de keizer nam op gruwelijke wijze wraak. Heel wat senatoren lieten in deze tijd het leven. In het jaar 68 brak in Gallië (Frankrijk) een opstand uit, die een kettingreactie teweegbracht: op verschillende plaatsen kwamen de legioenen in opstand. Tenslotte werd Nero door de Senaat afgezet. Toen men probeerde hem gevangen te nemen, liet hij zich doden door een van zijn lijfwachten. Zijn laatste woorden waren tekenend voor deze ijdele en gestoorde man: 'Wat een kunstenaar sterft er met mij...'. Wat een andere woorden dan die waarmee onze Prins Willem van Oranje in 1584 stierf toen hij werd vermoord! Keizer Nero moest voor God verschijnen, 31 jaar oud nog maar. De Rechter van hemel en aarde heeft over deze man, voor wie zovelen - ook onder Gods kinderen - tijdens zijn leven hadden gebeefd, een volmaakt rechtvaardig oordeel geveld.

Capelle aan den IJssel,

ds. A. Moerkerken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

De Saambinder | 12 Pagina's

Als schapen der slachting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 september 2005

De Saambinder | 12 Pagina's