Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Alleen wederkeer brengt redding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Alleen wederkeer brengt redding

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Gereformeerde Gemeenten in de naoorlogse jaren

(2)

Ingedronken als water

Aan een gebouw op de Oostzeedijk in Rotterdam hing na de bevrijding een spandoek: „Om Hem te dienen heeft God ons bevrijd!" In het algemeen gold echter dat de geallieerden meer lof toegebracht werd dan de Heere, Die de vrede schonk. In kerkelijke notulen van kort na de oorlog is droefheid te bespeuren over de houding van het Nederlandse volk. Er was meer feestgedruis dan verootmoediging. Ds. G.H. Kersten wees er tijdens de eerste naoorlogse Algemene Vergadering van de SGP op „dat de zonde ingedronken wordt als water Een danswoede heerst als nooit tevoren." Overheid en kerk maakten zich zorgen over de jeugd, die losgeslagen leek. Na de ellende en de spanningen van de crisisjaren en de oorlog werden de bloemetjes nu uitbundig buitengezet. De kerkelijke vergaderingen spraken over gemeenteleden die aan volksfeesten deelnamen. De oorlog had het zedelijke peil van het volk een knauw gegeven. Er was sprake van verruwing en vergroving. Het Studie- en Documentatiecentrum van het gevangeniswezen constateerde een toename van de criminaliteit. Het respect voor gezagsdragers was verminderd. Tijdens de oorlog was het een deugd de bezetter te slim af te zijn of het opgedragen werk te ontduiken, en dat gedragspatroon was na de bevrijding niet zomaar verdwenen.

Doorbraak

Het isolement van plattelandsgebieden werd ook steeds meer doorbroken en dat bleef niet zonder gevolgen. In het jongerenblad Daniël, dat ondanks de materiaalschaarste vanaf 21 juni 1946 kon verschijnen, stonden tal van waarschuwingen tegen verkeerde invloeden; ook tegen bioscoopbezoek en andere uitingen van wereldsgezindheid. Tijdens classicale en synodale vergaderingen kreeg dit eveneens voortdurend aandacht. Zo werd begin jaren vijftig veelvuldig gesproken over vrouwen die hun haar kortgeknipt hadden of een lange broek droegen.

Er werd een verflauwen van het kerkelijk besef geconstateerd; het algemeen heersende relativisme ging de gereformeerde gezindte niet voorbij. In enkele grotere kerken bestond een sterk streven naar oecumene. Zorgen waren er ook over de toenemende invloed van de Zwitserse theoloog Karl Barth. Ds. J. van den Berg wees in een meditatie in het eerste nummer van Daniël op de gevaren van het humanisme, een strik van de duivel, „misschien gevaarlijker nog dan het nazidom, wijl het zachter zich aandient." Er kon zoveel met godsdienst gepaard gaan. „Ge kunt dansen, bioscoop gaan, voetballen enz., mét godsdienst. Dat is het gevaarlijke van hetgeen nu wordt voorgezet."

De naoorlogse jaren werden gekenmerkt door een streven naar doorbraak van de verzuiling. Socialisten, vrijzinnig-democraten en progressieve christenen verenigden zich in de Partij van de Arbeid. Men zocht een eenheid zonder het hechte fundament van Gods getuigenis, signaleerde ds. G.H. Kersten. Zijn broer A.J. Kersten waarschuwde in Daniël tegen dit streven: „Ook begint het humanisme zich overal in het land te roeren en komt weer op. Het past wonderwel bij de 'doorbraak', volgens welke een christen heel goed lid van de PvdA kan zijn en ook van een neutrale vakbeweging. Ook is de openbare school best. Dit humanisme verbindt enige christelijke waarheden aan het oude Griekse heidendom. Zij bedreigt het schriftuurlijk belijden. Hier schuilen grote gevaren, die veel meer onderkend moesten worden. Hier sluipen de verleidingen op muiltjes binnen. En uit een zo gedeelde kerk als in ons land gaat maar zwak verweer op."

Jeugdwerk en catechese

De Jeugd in Nood, luidde de titel van een brochure die het Landelijk Verband van Jongelingsverenigingen van de Gereformeerde Gemeenten in 1946 uitgaf Met grote zorg werd daarin een schets gegeven van de tijdsomstandigheden. Bij ouders en kerkenraden werd aangedrongen op meeleven: „De jeugd vraagt onze belangstelling, liefde en gebed." Wat deden de kerkenraden om de jongeren te behouden? „Zo wij ze niet opwekken zich te verenigen op de erve van Gods Kerk, gaan zij zich verenigen buiten de kerk en de droevige gevolgen daarvan zijn ons niet onbekend." Ook ds. A. de Blois wees in die periode eens op het grote belang van het verenigingswerk. „Vooral in onze tijd, waar de zuigkracht van de wereld zo sterk is en een stroom van literatuur over onze jonge mensen wordt uitgegoten die vaak hun zielen vergiftigt, is het zo nodig dat onze jonge mensen in de waarheid worden onderwezen."

Op de jongelingsvereniging komt men „in alle eenvoudigheid saam, om biddend Gods Woord te onderzoeken, niet óf het wel waar is wat we in de Bijbel lezen, maar omdat het waar is. Hoe vaster wij staan in de bodem der waarheid, hoe moeilijker het zal zijn voor de goden van de tijd om het jonge hart te beïnvloeden." Nog een praktische wenk: „De inleider stelle zich niet aan als een miniatuurpredikantje." In 1947 constateerde een scribent in Daniël met „blijdschap dat er een ontwaken komt in de Gereformeerde Gemeenten, en dat het wordt ingezien dat men de jeugd niet aan zichzelf mag overlaten." Dat gold ook de wat oudere jeugd: in 1950 werd in Wapenveld een studentenconferentie vanuit de Gereformeerde Gemeenten gehouden en werd in vier studentensteden een contactpersoon benoemd. Ouderling A.J. Kersten richtte zich in Daniël tot de jongeren: „Je denkt soms: ach, al dat gecatechiseer, en dan die Hellenbroek, en dat gepluis in de gereformeerde leer! Maar weet dat dit erg nodig voor ons is, en dat de Heere al die arbeid nog aan u laat doen en de leer der godzaligheid toch nog zo heeft willen bewaren, dat gij uit de schat der oude kerk nu onderwezen wordt!"

(wordt vervolgd)

Scherpenzeel,

L. Vogelaar

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2005

De Saambinder | 16 Pagina's

Alleen wederkeer brengt redding

Bekijk de hele uitgave van donderdag 13 oktober 2005

De Saambinder | 16 Pagina's