Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het eerste offer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het eerste offer

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Meditatie

En de Heere God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen en toog ze hun aan. Genesis 3:21

We vinden in onze tekstwoorden Gods arbeid voor dit gevallen mensenpaar. Waarom maakte God deze rokken? Na de schepping waren Adam en Eva naakt en zij schaamden zich niet. Er was geen schuld en onreinheid, daarom was er geen bedekking nodig. Dit is zo anders geworden na de zondeval. Nadat de ogen van Adam en Eva geopend zijn, voelen zij dat zij nu wel een bedekking nodig hebben. Er staat niet dat zij het koud hadden, maar hun consciëntie klaagt hen aan. Adam en Eva gevoelen zich schuldig voor God en elkaar. Zij bedekken zichzelf met eigengemaakte schorten van vijgebladeren. Wat blijkt daaruit dat zij nog niet weten de grootheid van hun ellende en de gevolgen daarvan. Deze schorten gaven dan ook slechts rust totdat de Rechter hen gaat dagvaarden. Als zij al bevende tevoorschijn moeten komen, bieden de eigengemaakte schorten hen geen troost. Hier ligt een les voor ons allen. Zolang eigengemaakte bedekking nog voldoende is, beseffen wij de noodzaak van Het Offer niet. Wat is het nodig dat de mens Gods rechtvaardigheid meer en meer leert kennen en ontdekt wordt aan het tekort van de vijgebladeren van zijn eigengerechtigheid. Deze eigen bedekking is slechts een wegwerpelijk kleed. Een andere bedekking is nodig. Wie zorgt voor deze bedekking? De tekst zegt: 'En de Heere God maakte'. Hoe God dat precies heeft gedaan en door wie dat blijft hier verborgen. In ieder geval vinden we hier goddelijk onderwijs. God Zelfstelt hier de offerdienst in. Hoe zouden Kaïn en Abel anders de offerdienst geweten hebben zo God dit tevoren niet heeft ingesteld? De goddelijke handelwijze predikt Adam en Eva dat de ware bedekking alleen kan opkomen uit een offer. De mens is daar niet de uitvinder van. Voor de ware gerechtigheid heeft God gezorgd. Reeds van eeuwigheid wilde Christus de plaats der Zijnen innemen om de geschonden gerechtigheid te herstellen. Het is voor ons allen noodzakelijk om met die gerechtigheid van Christus bedekt te worden. Alle andere bedekking schiet tekort.

Onze tekst spreekt in de eerste plaats van algemene genade. Als Adam en Eva straks uit de hof gezonden worden, is meerdere bedekking en bescherming nodig. Het aardrijk is immers door de zonde vervloekt. Deze bedekking en bescherming wil God hier uit genade schenken. Zo zou de Middelaar Zijn bloed storten om de tijdelijke weldaden voor de Zijnen te verwerven. Er ligt in de tweede plaats zo'n schoon beeld in van Gods bijzondere genade. Reeds Ambrosius zag in deze klederenverwisseling een voorbeeld van 's mensen verlossing door de Messias. Meermalen komt de gerechtigheid van Christus voor onder het beeld van klederen. Voor de eerste keer vloeide hier bloed na de schepping. Deze onschuldige dieren waren slachtoffers voor de zonde. Het zwaard had Adam en Eva moeten treffen, maar deze dieren nemen hun plaats in. God had gesproken: 'ten dage als gij daarvan eet zult gij den dood sterven'. Zonder bloedstorting is er geen vergeving, want God gaat van Zijn recht niet af. Deze klederen zijn daarvan zichtbare tekenen.

Deze rokken werden niet alleen door God gemaakt en aan Adam en Eva voorgelegd. God heeft deze klederen hen ook aangetogen. Dit staat er nadrukkelijk bij. Ook daarin ligt zoveel onderwijs. De gerechtigheid van Christus is verworven, maar moet ook toegepast worden. Die toepassing is niet het werk van de mens zelf, maar wordt verkregen in de weg van de geloofsoefening. Van die toeëigening des heils geldt: 'Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave'. Hoe heeft God deze rokken aangetogen? Eerst werden de vijgebladeren van Adam en Eva weggenomen. Dit moet zeer smartelijk geweest zijn. Welk een diepe schaamte om niet alleen voor mensen, maar voor Gods aangezicht ontkleed te worden. God had inderdaad geen onrecht gedaan als niet de dieren, maar zij gedood zouden zijn.

Wat kennen wij van die ontdekking? Aan de bedekking met Christus' gerechtigheid gaat ontdekking vooraf. Wat gaat een ontdekte zondaar zich diep schamen voor God en de mensen. Hoe meer de Heilige Geest ontkleedt in geestelijk opzicht, hoe meer de zondaar wordt verootmoedigd. Er zijn zoveel vijgebladeren die ons afgenomen moeten worden. En toch, het is zo nodig want alleen een naakte zondaar zal in waarheid naar de gerechtigheid van Christus hongeren en dorsten. Wat krijgt dat kleed voor zulken een onuit­ sprekelijke waarde. De Middelaar moest ontkleed worden om de geschonden gerechtigheid te herstellen. Als wij nog bekleed zijn met allerlei eigengerechtigheden is er geen plaats voor het kleed van Christus' gerechtigheid. Mogen wij het ook weten: 'Hij heeft mij bekleed met de klederen des heils, den mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan? ' Zonder dit bruiloftskleed kunnen wij voor God niet verschijnen.

Nunspeet, ds. A. Schot

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2006

De Saambinder | 16 Pagina's

Het eerste offer

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 februari 2006

De Saambinder | 16 Pagina's