Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Geestelijk leven zonder Christus?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geestelijk leven zonder Christus?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Lezers vragen

Een lezer vraagt

Een lezer vraagt of in ons blad niet eens wat geschreven kan worden over de vraag, of er geestelijk leven mogelijk is vóór de kennis van Christus. Nu is dit geen nieuwe vraag. Er is over deze dingen in ons kerkelijk blad in het verleden meermalen geschreven. Toch blijkt telkens opnieuw dat deze dingen de geesten bezig blijven houden. Het gaat ook om heel wezenlijke zaken, van groot belang voor ieder op reis naar de eeuwigheid. Daarom wil ik proberen ook nu weer iets erover te zeggen. In grote lijnen herhaal ik in dit artikel - zij het soms met andere woorden - wat ik ongeveer negen jaar geleden in ons blad over dit onderwerp schreef.

'k Moest bij het peinzen over deze dingen denken aan wat ik ergens las van de hand van Alexander Comrie. Men moet mij maar vergeven dat ik telkens in De Saambinder deze theoloog weer ter sprake breng. Hij heeft nu eenmaal - vooral ook door de invloed die er van ds. G.H. Kersten op onze gemeenten is uitgegaan - op het geestelijk leven en op de prediking in ons kerkverband een krachtig stempel gezet. Comrie was Schot - én Nederlander. Gebakerd in zijn jeugdjaren door de theologie van de vermaarde 'Marrowmen' (denk aan Thomas Boston en de gebroeders Erskine), heeft hij zich na zijn komst in ons land heel grondig verdiept in de theologische en geestelijke situatie in de kerk van Nederland. Men hoeft alleen maar de tien samenspraken er op na te slaan die hij samen met Nicolaus Holtius, zijn vriend, uitgaf onder de naam Examen van het Ontwerp van Tolerantie, om hiervan overtuigd te raken.

Comrie dan schrijft in zijn Catechismusverklaring van 1753 naar aanleiding van de zevende Zondag, dat hij jaren tevoren zijn bekende boek de Eigenschappen des geloofs had geschreven. Hij schrijft ook waaróm hij dat boek destijds had geschreven, 't Was omdat er in zijn 'zeer geliefde en waarde gemeente van Woubrugge' sommige mensen waren, die 'in een begrip stonden, dat wij geen leven hebben, voor dat wij dadelijk Christus aannemen, en dat wij door dat dadelijk aannemen eerst Hem ingelijfd worden'. Comrie vond deze misvatting blijkbaar zo verontrustend, dat hij er aanleiding tot het schrijven van een heel boek in vond!

Het ene uiterste

Het komt mij voor, dat er wat betreft het antwoord op de vraag van onze lezer twee uitersten zijn. Beide uitersten zijn erg actueel. Daar is aan de ene kant een prediking (en pastoraat!), waarin alle geestelijk leven vóór de kennis van de Middelaar wordt weggeslagen. Als ik mij niet vergis, leeft deze gedachte merkwaardig genoeg ter linker- en ter rechterzijde. Ter linkerzijde in een sfeer, waar men de mensen opdringt Jezus aan te nemen en tot Jezus te gaan en waar de weg tot de Middelaar eenvoudig wordt verzwegen. Of, erger nog, wordt bestreden: men zou, door te wijzen op de noodzaak van een bevindelijk kennen van zijn verloren staat, maar 'barrières opwerpen' op de weg naar Jezus! In deze kringen vindt men het een uitgemaakte zaak dat het geestelijk leven met het kennen van Jezus begint. Maar men vergeet dat hetgeen een mens voor de kennis van Christus houdt, soms niet anders is dan wat verstandelijk geredeneer gemengd met wat gevoel.

Er zijn er echter ook die hier afwijken ter rechterzijde. Vergeef me die uitdrukking, de lezer begrijpt wel wat bedoeld wordt. Ook ter rechterzijde in het kerkelijk leven kan men de gedachte horen uitspreken dat het geestelijk leven met de kennis van Christus begint. Alleen... op een heel andere wijze dan in de evangelische hoek. We doelen nu op een prediking (en zielszorg!), die wel degelijk de noodzaak van het zondaar worden voor God erkent. In de prediking krijgt dit aandacht, zeer diepgaand soms! Maar... dat alles is nog niets, meent men. Het kan altijd nog twee kanten opvallen. Pas bij de openbaring van de Middelaar aan het hart valt het begin van het zaligmakend werk Gods, beweert men. Ook hier is men het onderling overigens vaak niet eens. Er zijn nuances. Sommigen beweren dat een mens ook met een openbaring van de Middelaar nog voor eeuwig om kan komen. Pas daar, waar de zondaar voor de vierschaar van Gods gericht mag worden vrijgesproken, vangt volgens hen het nieuwe leven aan. En weer anderen in deze hoek zijn van mening dat er helemaal geen onderscheid gemaakt mag worden tussen een openbaring van de Middelaar en de rechtvaardigmaking, maar dat deze twee zaken samenvallen. Ik hoop dat de lezers het nog volgen kunnen.

In deze kringen beroept men zich bij voorkeur niet op Comrie, maar bijvoorbeeld op Theodorus van der Groe. Of op sommige Engelse theologen. Ook wel op de prediking van ds. J.P. Paauwe. Of op al dezen samen! Nu is het zo, dat Van der Groe mij zeer lief is. In de werken van Engelse puritei­ nen lees ik graag. Voor ds. Paauwe heb ik achting, zonder al zijn standpunten te delen. Maar het merkwaardige is dat me bij het lezen van de werken van deze mannen nooit de ergernis bekruipt die zich soms van me meester maakt bij het lezen van hetgeen diegenen te berde brengen, die zich op hen beroepen en geen geestelijk leven leren vóór de kennis van Christus. Hoe dat komt? Ik denk dat ik het wel weet. Bij genoemde theologen sprak het leven, maar bij sommige hedendaagse schrijvers en predikers is het een drijven geworden, hard en bitter vaak, waar het leven uit verdwenen is.

Het andere uiterste

Dit was het ene uiterste, hetzij evangelisch van tint of bevindelijk gereformeerd. De uitersten raken elkaar in de opvatting dat er vóór de kennis van de Heere Jezus van geen geestelijk leven sprake kan zijn. Maar er is, als het gaat om deze dingen, ook een ander uiterste! Daar is óók een prediking en zielszorg, waarin de mens rust wordt gegeven buiten Christus. Scherp leest men dit gevaar verwoord bij ds. G.H. Kersten, die in zijn preek over Zondag 25 opmerkt: 'Niet minder zijn de bezwaren tegen de prediking die niet op Christus is gericht, die de zielen bouwt op zo ontelbaar vele toestanden en gezichten en gemoedsaandoeningen en zondestrijddoorlevingen.

Kan iemand dan een ander fundament leggen, dan hetgeen gelegd is? Wie durft een andere weg wijzen dan Jezus Christus en Die gekruist? Mag de bevinding ooit ten grondslag gelegd? Zullen de bevindingen die het stempel des Geestes missen, niet falen? ' In zijn Gereformeerde Dogmatiek spreekt hij op gelijke wijze, namelijk dat er enerzijds mensen zijn, die 'het oprecht volk als minderwaardige zuchters en klagers achten', en anderzijds mensen die 'tot ruste zoeken te brengen buiten de welbewuste toeëigening van Christus' (deel II, 163). Nu, beter kan ik de twee uitersten niet onder woorden brengen dan ds. Kersten het hier doet.

Evenwichtigheid

U mag gerust weten dat iemand als ds. Kersten mij juist om de evenwichtigheid die in bovenstaande uitspraken doorklinkt, lief is. Zó willen wij ook vandaag preken en déze lijn willen wij in onze gemeente doortrekken. Er zijn altijd mensen die zich aangetrokken voelen tot uitersten. Beide hierboven genoemde standpunten hebben daarom veel aanhang. Scherp is men ook veelal in de kritiek. Wat is nu de waarheid? Het komt mij voor dat de waarheid ergens in het midden ligt; niet om altijd maar weer de gulden middenweg te zoeken en beide kanten te vriend te houden, maar ik meen dat de Heilige Schrift ons leert dat de waarheid tussen beide standpunten in ligt.

Als ik dr. Comrie en ds. G.H. Kersten goed begrepen heb, hebben zij dit ook steeds bedoeld. Wij moeten eerlijk erkennen dat in beide standpunten een kern van waarheid ligt. Laat ik nu maar met het tweede standpunt beginnen, die opvatting dus waarin men mensen rust zoekt te geven buiten de kennis van de Middelaar Men ziet daar de kennis van Christus - vergeef me de term - als een soort geestelijke 'luxe'. Heel vaak wordt deze gedachte vandaag onze gemeenten en onze predikanten in de schoenen geschoven - maar geheel ten onrechte! De mensen die deze lijn in prediking en zielszorg volgen, worden niet moe te benadrukken dat Christus een verborgen Persoon is. Zij maken zich grote zorgen over de oppervlakkigheid, waarmee men vandaag de dag over Jezus en over het 'aannemen' van Hem spreekt. Die zorg is terecht! En het is waar: de Middelaar is een verborgen Persoon! Dat is voluit schriftuurlijk. Niet alleen in die zin dat de wereld Hem niet kent, maar de blindgeborene moest op de vraag van Christus: 'Gelooft gij in de Zone Gods? ' antwoorden: 'Wie is Hij, Heere, opdat ik in Hem moge geloven? ' (Joh. 9:35, 36). De Schrift leert ons ook duidelijk, hoe blind zelfs Zijn discipelen na ontvangen genade waren voor de betekenis van Zijn borgwerk. Toen Simon Petrus zijn belijdenis van Christus mocht afleggen in de delen van Caesarea Pilippi, heeft Christus er hem met nadruk op gewezen, dat vlees en bloed hem dat niet had geopenbaard, maar Zijn Vader, Die in de hemelen is. Christus moet geopenbaard worden aan het hart, en daartoe is niet minder nodig dan een bovennatuurlijk wonder! Hier is het waarheidselement in deze opvatting.

Maar wel moet wij met alle ernst eraan vasthouden, dat als Christus een verborgen Persoon voor ons blijft, wij dan voor eeuwig om zullen komen! Het bezwaar dat wij tegen het tweede standpunt hebben, is daarom dat men soms de indruk wekt dat zalig worden ook wel mogelijk is buiten de kennis van Christus om. 'De kleintjes komen er ook', is een geliefde en veelgehoorde uitdrukking. En dat zal waar zijn. Maar de ware kleinen zullen tot in het diepst van hun ziel beseffen dat zij er nooit zullen komen zonder de toepassing van Christus' bloed aan hun ziel. Daarover loopt juist hun voortdurende strijd en bekommering! En zou Christus nu werkelijk zo ontzettend hebben moeten lijden, als onze tranen onze zonden ook wel zouden kunnen afwassen?

Een toeleidende weg

Nu zijn we precies toegekomen aan het waarheidselement in het eerste standpunt - u weet wel: de opvatting dat er van geen geestelijk leven sprake kan zijn zonder kennis van de Middelaar. Déze mensen spreken er hun zorg over uit dat er vandaag de dag zoveel christenen zijn zonder Christus, dat er zo veel gemoedelijke godsdienst is, waarbij de mens in het midden staat. Zij hebben daarin volkomen gelijk. Maar het bezwaar dat wij hebben tegen hun standpunt is, dat zij geen oog hebben voor het feit dat er een toeleidende weg is tot de Middelaar. Nee, er is géén toeleidende weg tot de wedergeboorte. Er is geen tussenstaat tussen dood en leven. Maar er is wél een toeleidende weg tot Christus. Die weg vangt met de wedergeboorte aan. Die weg bestaat in het voor Christus en Zijn bloed plaatsmakende werk van de Heilige Geest in het hart. Wie leert dat de droefheid over de zonde, het heimwee naar God en het schreien uit het ware Godsgemis nog behoren bij de doodsstaat van de mens, geeft 'de natuur teveel eer'. zoals Comrie ergens opmerkt. Wij moeten er oog voor hebben dat in het ogenblik van de wedergeboorte Gods Geest de uitverkoren zondaar afsnijdt van zijn oude wortel en inlijft in Christus. Met deze staatsverwisseling vangt het nieuwe leven aan. Vanaf dit ogenblik beginnen de sappen uit de Wijnstok zich te stuwen in de rank. En elke traan die uit de diepte van het verbroken en schuldverslagen hart tot de God des levens wordt geschreid, vloeit uit de Wijnstok Christus voort. Maar zal onze ziel de rust en vrede vinden, die voor een getroost en zalig leven en sterven nodig zijn, dan zal Christus ons als de Weg, en de Waarheid, en het Leven moeten zijn bekendgemaakt. Niemand komt toch door de Vader dan door Hem! Er is teerheid, ernst en wijsheid nodig om in prediking en zielszorg noch in het ene, noch in het andere uiterste te vervallen en om de zielen te leiden in de koninklijke weg. Deze zaken zijn van groot belang. Ze léven ook, bij ouderen, maar vooral ook wel bij jongeren. Daarom hopen we in de komende tijd in ons kerkelijk blad - opnieuw - aandacht te geven aan zaken als een onbewuste wedergeboorte (wat is dat eigenlijk? ), de verhouding tussen de levendmaking en de kennis van de Middelaar, en dergelijke. Ons wordt dienaangaande vandaag de dag van alles verweten, tot de meest ongerijmde dwalingen toe. Maar afgezien daarvan: de zaken zijn het waard!

Capelle aan den IJssel,

ds. A.Moerkerken

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2006

De Saambinder | 12 Pagina's

Geestelijk leven zonder Christus?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 augustus 2006

De Saambinder | 12 Pagina's