Als een briesende leeuw
2
Is er gezien de verwerpelijke inhoud van allerlei speelfilms reden om dit medium te mijden, ook nu die gemakkelijk via dvd's in huis komen, of volstaat hier een kritische opstelling?
Natuurlijk zijn er allerlei natuurfilms en documentaires, waar de in het vorige artikel genoemde bezwaren tegen de speelfilm niet op van toepassing zijn. Mijn bezwaar tegen veel mensen die de speelfilm niet willen mijden maar een kritische houding voorstaan, is dat ze in feite niet kritisch genoeg zijn. Als men werkelijk de grenzen in acht zou nemen die in het vorige artikel genoemd zijn, dan blijft er van het huidige aanbod aan films echt niet veel over.
Maar is het nu werkelijk zo erg met die speelfilms? Wie daar nog niet van overtuigd is, moet zich maar eens verdiepen in de hele filmwereld en nagaan wat daar de heersende moraal en de gangbare levenspraktijk is. Sinds wanneer is Hollywood een centrum van deugdzaamheid en echtelijke trouw? Moeten we echter gezien de brede acceptatie van films onder de jongere generatie onze eisen niet wat lager stellen? Plaatsen we ons niet buiten de werkelijkheid wanneer we in feite kiezen voor de nuloptie? Dat is toch niet meer van deze tijd! De ontwikkelingen zijn nu eenmaal niet terug te draaien. Zulke opmerkingen hoor je nogal eens. Ook van mensen die toch beter zouden moeten weten.
Natuurlijk, er is altijd kwaad en erger. Als je een dronkeman er toe kunt brengen zijn alcoholconsumptie met een kwart te verminderen, is dat zeker meegenomen. Maar ook bij dat verminderde drinkgedrag richt hij zichzelf te gronde. Als je mensen ervan kunt overtuigen dat ze uitgesproken pornografische of gewelddadige films moeten mijden, is dat ongetwijfeld winst. Maar hebben we niet meer te zeggen?
Ons uitgangspunt
Durven we nog ons uitgangspunt te nemen in Gods geboden? Of moeten die in de praktijk van het gezinsleven als niet haalbaar terzijde worden geschoven? Uiteraard dienen we ons te hoeden voor een verkapt farizeïsme. Gods kinderen moeten belijden dat hun consciëntie hen aanklaagt dat zij tegen al de geboden van God zwaar gezondigd en geen daarvan gehouden hebben en nog steeds tot alle boosheid geneigd zijn. Maar ook geldt dat zij een ernstig voornemen hebben, niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden van God te leven. Een opvoeding overeenkomstig de doopbelofte is in deze tijd welhaast moeilijker dan ooit. Dat mag ons als ouders en grootouders wel voortdurend op de knieën brengen. En we zullen daarbij onze eigen jeugd niet moeten vergeten, al waren er toen wellicht andere zaken in het geding. „Gedenk niet de zonden mijner jonkheid" (Psalm 25:7) bidt David en wie van de oudere generatie zou hem dat niet na moeten zeggen? Maar is het dan zo erg om regelmatig naar een film te kijken? Een mens heeft toch ontspanning nodig. En die verkeerde dingen die je daar ziet, ga je heus niet automatisch nadoen, zo wordt vaak tegengeworpen. Twee
Mocht er veel gebed zijn voor de jongeren en hun opvoeders, inzonderheid van hen die bidden geleerd hebben.
dingen zijn hier op te merken. In de eerste plaats is van belang dat films en tv-programma's weinig inspanning vereisen. Minder dan het lezen van een boek of krant. Daarbij komt dat de een nu eenmaal meer van lezen houdt dan de ander. Dat heeft ook iets met opleiding en belangstelling te maken, al is daarmee niet alles gezegd. In het algemeen leest de jongere generatie in Nederland veel minder dan vroeger en het is niet aannemelijk dat dat in onze kring anders ligt. De aantrekkingskracht van de audiovisuele media is daarom groot. Wat ze bieden, is afwisselend en je hoeft je er weinig voor in te spannen. Als je eenmaal gewend bent daar je ontspanning te zoeken, leidt dat gemakkelijk tot een bepaalde verslaving.
Gestadige druppel
En wat neem je er van mee en wat steek je er van op? Dat is het tweede gezichtspunt. Ten aanzien van de televisie is vaak gezegd dat hetgeen door de oogpoort naar binnen komt, invloedrijker en gevaarlijker is dan hetgeen ons bereikt door de oorpoort. En dat is nog steeds zo. Beelden blijven langer hangen dan woorden. Er is daarbij onmiskenbaar sprake van een bepaalde gewenning. Als je regelmatig kijkt naar films waarin een mensenleven niet telt, dan neem je daar automatisch wat van mee. Dat geldt eveneens van allerlei computergames waarin het er om gaat de ander neer te leggen. Zoiets beïnvloedt ons normbesef in negatieve zin. Dat kan niet anders. Dat gebeurt niet als een drastische omslag van vandaag op morgen, maar in de vorm van een geleidelijke erosie. De gestadige druppel holt de hardste steen uit, zegt het spreekwoord.
Dat geldt natuurlijk ook voor de seksuele moraal die in allerlei films expliciet of impliciet wordt uitgedragen. Wie voortdurend kennis neemt van films waarin het leven draait om seks, waarin losse relaties, overspel en echtscheiding aan de lopende band voorkomen, gaat dat min of meer normaal vinden. Als iets dat bij het (moderne) leven hoort. Zonder dat zou het leven toch eigenlijk ook wel saai zijn. Maar is dat tot op zekere hoogte dan ook niet het normale levenspatroon in onze maatschappij? Zeker, maar dat is dan ook het bedroevende. Dat maakt duidelijk hoever onze westerse cultuur weg is. En gemakkelijk nemen wij daar wat van mee. Als je in een straat woont of in een bedrijf werkt waar de helft van je buren of collega's ongehuwd samenwoont en er bovendien regelmatig paren uit elkaar gaan om na verloop van tijd weer met een ander samen te hokken, dan wen je daar enigszins aan. Ook al blijf je hopelijk van mening en draag je uit (zeker naar je kinderen) dat dat zo niet hoort en zo niet mag. Als je in een omgeving werkt waar regelmatig fors gevloekt wordt, dan schrik je daar op den duur niet meer zo van. Minder althans dan mensen die in een andere omgeving verkeren. Ook al doe je daar zelf niet aan mee en besef je nog steeds wel dat dat een groot kwaad is.
Niet meegaan
De negatieve invloeden van onze maatschappij worden echter nog aanzienlijk versterkt wanneer wij onze vrije tijd voor een belangrijk deel vullen met films en tv-programma's. En voeg daar nog maar allerlei computergames en dubieuze vormen van internetgebruik aan toe. Inderdaad „de duivel gaat om als een briesende leeuw, zoekende w\e hij zou mogen verslinden" (1 Petr. 5:8). En het allerergste is dat ons hart van nature geneigd is tot alle boosheid: in gedachten, woorden en daden.
Maar als mijn kinderen thuis geen films mogen kijken, gaan ze naar een vriend of vriendin en dan heb ik er helemaal geen zicht meer op. Zo wordt nogal eens gereageerd wanneer de dvd's ter sprake komen. Dat argument werd ook vaak gehanteerd door ouders die na enige aarzeling besloten om een televisietoestel aan te schaffen. En het is inderdaad een probleem dat de film in onze achterban op grote schaal doorgebroken is. Vroeger kon je nog als pluspunt van reformatorische scholen aanvoeren dat de vriendjes die ze daar opdeden qua levenspatroon veelal aansloten bij hetgeen men zelf voorstond. Dat is helaas steeds minder het geval. Maar dan zal men toch moeten proberen z'n kinderen bij te brengen dat ook al doen veel leeftijdsgenoten van school of uit de eigen kerkelijke gemeente bepaalde dingen, zij daar niet in mee kunnen gaan. Het is droevig als dat zo is, maar het is dan niet anders. Wie het argument hanteert dat wanneer je het thuis niet wil hebben, ze elders gaan kijken, geeft in feite alles uit handen. Eigenlijk kun je dan nooit meer nee zeggen tegen een film, hoezeer die ook aan alle kanten verwerpelijk is. Want anders gaan ze die elders bekijken.
Leer en leven
Gezien al deze ontwikkelingen is het geen wonder dat de verwereldlijking van de gereformeerde gezindte toeneemt. En leer en leven staan niet los van elkaar. Als we door de week onze ontspanning zoeken in films waarin met God en Zijn gebod geen rekening gehouden wordt, als we ons in feite vermaken met de zonden van anderen, dan is de kloof met de zondagse prediking wel heel groot geworden. Niet dat dat voor God een verhindering is. Gelukkig niet. Maar als we onze kinderen die kant uit laten gaan, hoeft het ons niet te verbazen als ze na verloop van tijd ook met de kerk breken. Tussen de Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) bestaat een tijdsafstand van één a anderhalve generatie, zo constateerden we eerder. Hoeveel tijd zou er liggen tussen de Gereformeerde Kerken en de Gereformeerde Gemeenten?
Sterker dan ooit worden er van alle kanten aanvallen gedaan op de jeugd. Het is onze taak om daar weerstand tegen te bieden, om met hen daarover in gesprek te gaan. De waarde van een christelijke opvoeding, van het reformatorisch onderwijs, van het kerkelijk jeugdwerk en van pastorale zorg mag niet onderschat worden. En als al onze instrumenten falen, blijft er gelukkig nog een weg over. Dat is de weg naar Boven. Mocht er veel gebed zijn voor de jongeren en hun opvoeders, inzonderheid van hen die bidden geleerd hebben.
Apeldoorn, C.S.L. Janse
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2007
De Saambinder | 16 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 2007
De Saambinder | 16 Pagina's