Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brieven uit de schoenendoos

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brieven uit de schoenendoos

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

1

Correspondentie met ds. Janse

In een schoenendoos bleven ze bewaard: zo'n 220 brieven, meer dan een eeuw oud. Ze werden geschreven aan ds. D.Janse, die vanuit Walcheren de Ledeboeriaanse gemeenten in het hele land bediende. „De schoenendoos van ds.Janse" werd een begrip. De vergeelde velletjes ruitjespapier bieden veel informatie over het kerkelijk leven van ons voorgeslacht, dat soms meer brieven dan notulen schreef.

Toen Janse oefenaar was, woonde hij op boerderij De Eenzame, tussen Oostkapelle en Domburg, 's Zondags liep hij uren om in Middelburg te kunnen voorgaan. Ds. P. van Dijke was in die tijd de enige predikant in het Ledeboeriaanse kerkverband. Tijdens Van Dijkes ziekte en de eerste maanden na zijn overlijden werden er geen sacramenten bediend. Kinderen bleven soms lange tijd ongedoopt. Ambtsdragers legden die nood aan oefenaar Janse voor. Evenals de andere oefenaars (A. van der Spek te Moerkapelle, J. Vader van Aagtekerke en D. Wijting te Goes) was hij echter niet bevoegd de sacramenten te bedienen. Toen Janse in 1883 op 55-jarige leeftijd predikant werd, verhuisde hij naar Middelburg. In de pastorie aan de Koepoortstraat arriveerden de brieven uit zijn gemeenten, ook al waren ze soms slechts geadresseerd aan „Ds. D. Janse, Gereformeerd (of: Ge Revor Meert) Leeraar te Middelburg, " zonder straatnaam of huisnummer. De predikant bewaarde de brieven zorgvuldig, inclusief de envelopjes.

Dezelfde taal

De schoenendoos bevat verjaardagsen nieuwjaarswensen, mededelingen over huiselijke en kerkelijke omstandigheden, preekverzoeken, condoleantiebrieven en verzoeken om advies. Er zijn fraaie, maar ook onbeholpen handschriften bij. De Zeeuwen worstelden met hun g's en hun h's. De dialecten verschilden, maar de schrijvers spraken dezelfde taal. In de brieven is iets te lezen van „de genade des ouden tijds." De meeste bestaan voor een groot deel uit gedachten over het geestelijk leven, beschouwend, maar ook wel uit eigen ervaring. De eigenlijke aanleiding om te schrijven volgt soms pas in de laatste paar regels.

Hier en daar blijkt dat er nog meer brieven geweest zijn, zoals van C.B. van Woerden sr. uit Akkrum en diaken H. Stofberg uit Oudewater. De brieven die ds. Janse terugschreef, zijn, voorzover bekend, helaas niet bewaard gebleven. In de brieven werd nieuws doorgegeven over personen die ds. Janse kende. Veel klachten werden geuit over de toestand binnen en buiten de kerk. Sommige briefschrijvers zaten op een plaats waar weinig gelijkgezinden woonden en waar ze 's zondags ook niet konden opgaan onder de waarheid. Ze lazen thuis, noodgedwongen. Dat was een eenzaam leven. De toestand van volk en kerk zagen ze dan ook weinig rooskleurig in.

De waarheid verbond

Ds. Janse leefde mee met de gemeenten en gezelschappen, wijd verspreid in het land, van Axel in Zeeuws-Vlaanderen tot Akkrum in Friesland. Verscheidene jaren was hij hun enige predikant. Briefwisseling was in die tijd het uitgelezen communicatiemiddel. Uit de brieven spreekt een hechte band met de predikant, al kwam hij maar af en toe op bezoek. De afstanden waren groot. maar liefde tot de schriftuurlijkbevindelijke prediking verbond. De gemeenten hadden meestal leesdienst, dus ze zagen ernaar uit dat de predikant of een van de oefenaars

Toen Janse in 1872 oefenaar werd, kon hij de gemeenten buiten Zeeland al per trein bereiken: in 1868 was Zuid-Beveland met Brabant verbonden door de aanleg van de Kreekrakdam en in 1871 was de Sloedam tussen Walcheren en Zuid- Beveland aangelegd. Ds. Janse heeft ongeveer 4575 keer gepreekt, terwijl hij voordien als ouderling 158 keer een voorafspraak bij een leespreek hield. Als predikant ging hij in 37 plaatsen voor. Hij preekte dan 's zondags driemaal in dezelfde gemeente en behandelde er meestal ook de Catechismus. Hij behoefde vrijwel nooit verstek te laten gaan. Aanvankelijk was ds. Janse om de

De dialecten verschilden, maar de schrijvers spraken dezelfde taal.

andere zondag in Middelburg, maar dat werd eens in de drie en daarna eens in de vier weken, want het aantal gemeenten groeide. Nadat oefenaar L. Boone eind 1899 predikant was geworden, kon ds. Janse weer eens in de drie weken thuisblijven. Ook op biddag en dankdag ging hij in zijn woonplaats voor. Aagtekerke vormde in die tijd één gemeente met Middelburg. In de periode dat oefenaar J. Vader in Aagtekerke stond, preekte ds. Janse daar alleen doordeweeks. In de jaren 1885-1902 ging hij in Aagtekerke ook steevast op Hemelvaartsdag voor. Een opvallend detail: ds. Janse preekte vrijwel nooit op Goede Vrijdag. In Borssele ging hij nogal eens op tweede feestdagen voor, wat nu op Zuid-Beveland niet meer gebruikelijk is. Weekdiensten hield hij overigens weinig.

Oefenaar Braam

De vrienden leefden mee tijdens de jarenlange zwakte van mevrouw Janse en na haar overlijden in april 1898. Uit het stapeltje condoleancebrieven wordt duidelijk dat de predikant niet behoefde te treuren als degenen die geen hoop hebben. In nogal wat brieven kreeg Janses dienstmeisje de groeten („Groet ook uw dienstmaagt, " „Doe mijn Groete aan Uw meid, " of: „Groet het Mijsie"). Ook moest ds. Janse nogal eens de groeten overbrengen aan Mietje Braam, de weduwe van de jonggestorven oefenaar die vóór ds. Janse de Middelburgse gemeente diende. Dat doet vermoeden dat oefenaar E Braam ook buiten zijn eigen gemeente wel heeft gepreekt. Zijn weduwe was „kosterin" in de kerk aan de Segeersstraat, net zoals de weduwe van ds. D. Wijting dat later in Zeist was.

Thuislezers op Noord-Beveland

In Colijnsplaat woonde J.M. Deurwaard. Hij las thuis, want een Ledeboeriaanse gemeente was er op Noord-Beveland niet. In de jaren 1875-1879 schreef hij zes lange brieven aan oefenaar Janse, zijn „deelgenoot in het lijden en de smaad, onafscheidelijk aan het discipelschap van Christus verbonden." Soms stak Deurwaard het water over en logeerde enkele dagen in Middelburg. Daar ontmoette hij geestelijke vrienden: „Ik heb met vrede en tot stichting onder u en het volk bij u mogen verkeren. Een lering, lieve vriend, welke u in de morgengodsdienstoefening uit de geschiedenis van Ruth afleidde, trok bijzonder mijn aandacht, en heeft mij nog altijd stof tot overdenking gegeven."

Deurwaard vertelde dat zijn vrienden gevraagd hadden wanneer Janse op Noord-Beveland kwam preken. „Drie soorten van belijders maken de kerk uit: nieuwsgierigen als Zacheüs, belangstellenden als Nicodemus en heilbegerigen als Maria aan de voeten des Heeren. Ik geloof: er zijn hier van alledrie die karakters die uw komst verlangden." Ze wachtten tevergeefs. Als oefenaar heeft Janse wellicht op het eiland gepreekt; als predikant in elk geval niet. Ook C.M. Douw en M.C. Koddede Frije schreven Janse vanuit Colijnsplaat. Douw bemoedigde Janse, die in 1883 tot predikant bevestigd stond te worden. Dat was tegelijk de aanleiding om deze brief te posten: nu Janse zijn boerderij van de hand deed, wilde Douw zijn hooi wel graag kopen.

Naar de classis Goes

Uit Kortgene kwamen de brieven van A. Bouwense en zijn zwager J.C. Kleppe. In een ander dorp op Noord- Beveland, Wissenkerke, bestond een gemeente onder leiding van C. Sturm. Wellicht betrof het de vroegere Kruisgemeente uit de groep rond ds. C. van den Oever. Tot 1904 behoorde deze kleine samenkomst tot de gemeenten van ds. D. Bakker. Daarna wilde Wissenkerke zich aansluiten bij de 'Dijkiaanse' Ledeboerianen, de gemeenten die ds. Janse bediend had. Dat wees de classis Zuid-Beveland op 3 oktober 1906 echter af, nadat een commissie naar Noord-Beveland was gevaren om de groep te bezoeken. De gemeente is later opgeheven. „Helaas, die samenkomst kwam tot een einde, " schreef ds. W.C. Lamain. Hij was op Noord-Beveland opgegroeid en had de voorganger van Wissenkerke vaak gesproken.

Dijkianen waren er op Noord- Beveland overigens wel. De classis Middelburg van de Gereformeerde Gemeenten besloot op 20 november 1907: „De leden en doopleden van Middelburg en wonende te Cortgene in N. Beveland worden indien zij dit goedvinden, en er bij den kerkeraad van Goes hiertegen geen bezwaar bestaat, overgedragen aan de Classis Z. Beveland." Niet lang daarna ontstond er een Gereformeerde Gemeente in Kortgene.

(wordt vervolgd)

Scherpenzeel,

L. Vogelaar

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2007

De Saambinder | 16 Pagina's

Brieven uit de schoenendoos

Bekijk de hele uitgave van donderdag 15 februari 2007

De Saambinder | 16 Pagina's