Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verlangen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verlangen

6 minuten leestijd

MEDITATIE

En de Geest en de bruid zeggen: Kom! Openbaring 22:17a

Wanneer de dagen in het najaar korter worden, maken we ons op om op het Kerstfeest de komst van Gods Zoon in het vlees te gedenken. Na de viering van het Paaswonder leven we naar de viering van Hemelvaartsdag toe. Na het gedenken wat de hemelvaart voor de Heere Jezus, voor Zijn gemeente, ja ook voor wederhorigen, betekent, volgt het naar Pinksteren toeleven. Waar leven we naar toe, wanneer het feit is herdacht van de komst van de Heilige Geest? Is Pinksteren de laatste christelijke feestdag?

Volgens de kerkelijke kalender wel, maar... één feestdag moet nog komen. Dat is de dag van de wederkomst van Christus. Dat is de trouwdag van Christus met Zijn bruid, door Hem gekocht met Zijn dierbaar bloed en door Zijn Woord en Geest uit alle volken van de wereld vergaderd tot een heilige, algemene, christelijke Kerk naar het eeuwig welbehagen des Heeren. Dat zal de laatste en tevens grootste christelijke feestdag zijn, een feestdag waaraan wel een begin, maar geen einde zal zijn. Het zal de dag zijn, waarnaar Christus van eeuwigheid heeft uitgezien, waarnaar Hij verlangt volgens Zijn eigen getuigenis in het hogepriesterlijke gebed: "Vader, Ik wil dat diegenen bij Mij zijn die Gij Mij gegeven hebt".

Het zal de dag zijn waarvan de Heere Jezus voor Zijn heengaan tot Zijn discipelen heeft gezegd: "Ik kom weder tot U, opdat gij zijn moogt waar Ik ben". Om altijd bij Hem te mogen zijn, in Zijn nabijheid te mogen verkeren. Zijn heerlijkheid te mogen aanschouwen en verzadigd te mogen worden met Zijn Goddelijk beeld. Christus verlangde en verlangt naar die feestdag, waarvan niemand weet wanneer die dag zal zijn, maar waarvan leder weten kan dat hij zeker komen zal. Die dag zal de voldragen vrucht zijn van de verkiezende liefde van de Vader, van de kopende liefde van de Zoon en van de leidende liefde van de Heilige Geest. Die dag móet er komen, omdat zonder die dag het werk van God niet af is. Er is een verlangen naar die dag van Gods kant. Dit blijkt uit onze tekst. De Geest zegt: "Kom!"

Hoewel hier in het bijzonder gedacht moet worden aan de Heilige Geest, de derde Persoon in het Goddelijk Wezen, toch kan het "zeggen" van de Geest niet losgemaakt worden van het willen en werken van de Vader en de Zoon. Hoewel de drie Personen hun eigen werk hebben, toch werkt de ene Persoon niet zonder en buiten de andere Personen om, zij zijn Eén. Alle drie de Goddelijke Personen hebben er belang bij, dat die grote dag van de wederkomst van Christus, de trouwdag van de Zoon des mensen, komt, opdat alles wat ten dele was, zal worden opgelost in volmaaktheid in de voltooiing van de Raad des Heeren. Dat zal het einde zijn niet alleen van de zonde en de zondaar die in zijn zonde stierf. Het zal ook het einde zijn van de zonde in Gods kinderen, opdat God ten volle aan Zijn eer zal komen. Dan zal Hij ook Zijn liefde ten volle kunnen geven aan Zijn volk, gunstig uitverkoren tot zijn erv' en lot.

Echter, het is niet alleen de Geest Die zegt: "Kom". Als de zaken goed liggen, dan verlangt niet slechts een bruidegom naar zijn trouwdag, maar ook de bruid. Als het goed is, telt een bruid de maanden, de dagen, de uren, die haar nog scheiden van het grote moment waarop zij de wens van haar hart verkrijgen zal om voor altijd verenigd te zijn met hem die zij' lief heeft. Wie de bruid is die in onze tekst "Kom" zegt, behoeft weinig betoog. Het is de christelijke Kerk, de Gemeente des Heeren, de heilige vergadering der ware Christgelovigen, al hun zaligheid verwachtende in Christus Jezus, gewassen door Zijn bloed en verzegeld door de Heilige Geest. Het zijn zij die door opzoekende, wederbarende liefde van God werden getrokken uit de duisternis tot Gods wonderbaar licht. Het zijn zij die door ontdekkend genadelicht de dood in de ongerechtigheid en de eigengerechtigheid vonden, die door de wet aan de wet zijn gestorven, die afgesneden werden van Adam, de oude wortel, en Christus werden ingelijfd door een waar geloof. Het zijn zij die door Woord en Geest naar Christus werden heengetrokken om Hem nodig te krijgen als Profeet, Priester en Koning, Die met hartelijke liefdekoorden aan Hem verbonden werden en bij ogenblikken zo hartelijk instemmen met het getuigenis uit het Hooglied. "Al wat aan Hem is, is gans begeerlijk. Zulk één is mijn Liefste, ja zulk één is mijn Vriend". Wat kan het verlangen naar de geestelijke trouwdag, de beleving van de overname door Christus in onze ziel en het gemeenschapsleven met Hem bij tijden sterk zijn in Gods kinderen. Ook het verlangen naar het stervensuur om altijd bij de Heere te mogen zijn en zo de eeuwige trouwdag naar de ziel in te gaan, kan soms zeer sterk zijn. In de tekst spreekt het verlangen van de kerk naar de trouwdag om bij Christus' komst op de wolken, naar lichaam en ziel beide, eeuwig bij de Heere te mogen zijn. De tekst vertolkt de begeerte om Hem met lichaam en ziel beide groot te maken en alle liefde waardig te schatten, ja volmaakt te dienen, zonder ooit meer enige vorm van scheiding te moeten doormaken.

Hier op aarde zijn de uurtjes van gemeenschap met Hem zo kort, is de liefde zo onvolmaakt, is de toewijding aan Hem zo onvolkomen. Ons verdorven vlees zegt: "Blijf maar weg", maar de nieuwe mens in Gods volk zegt: "Kom, ja kom haastig, Heere Jezus". Als het goed is, moet na Pinksteren het roepen van de bruid om de komst van de Bruidegom aangewakkerd zijn met de bede: "Ik ben nooddruftig, arm en naakt. Uw komst is het die mijn heil volmaakt". Als het niet zo is, dan klopt er iets niet. Onderzoekt u zelf zeer nauw! Velen hebben geen verlangen naar Zijn komst.

De natuurlijke mensen wensen en hopen dat Hij maar nooit zal komen, omdat ze aanvoelen dat Zijn komst vreselijk voor hen zal zijn. Dan zal het immers zijn: "Brengt ze hier en -I slaat ze voor Mijn voeten dood, die niet gewild hebben dat Ik Koning over hen zou zijn". Vanwege de zwakheid van het geloof en de kracht van de inwonende verdorvenheid is ook bij Gods volk over het algemeen het verlangen naar 's Heeren komst zwak. Maar al te vaak is er meer vrees voor Zijn komst dan roepen om Zijn komst. De Heere mocht het geloofsleven van de Zijnen verwakkeren, opdat het verlangen naar Zijn komst moge opleven. Hem tot eer en onze ziel tot zaligheid!

wijlen ds. A. Elshout

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2007

De Saambinder | 16 Pagina's

Verlangen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2007

De Saambinder | 16 Pagina's