Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De genezing van een melaatse

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De genezing van een melaatse

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

Heere, indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen. Mattheüs 8: 2b

"En ziet, een melaatse kwam", zo lezen wij in het tweede vers van hoofdstuk acht. Hoe erg was het om melaats te zijn. Een onreine; iemand die buiten de gemeenschap moest leven.

Voor de ware Israëliet was dit het ergste, niet op te kunnen gaan naar de tempel. Wanneer iemand naderde, dan moest men roepen: "onrein, onrein". Het voorrecht mag wel worden opgemerkt, nog op te kunnen en mogen gaan naar Gods huis. Om er toch winst mee te mogen doen voor tijd en eeuwigheid. De naam van die melaatse staat niet opgetekend in Gods Woord, maar mocht wel staan in het boek des levens des Lams. Alle dingen mochten voor hem medewerken ten goede; ook zijn melaatsheid. Als vrucht van het komen van de Heere, mocht deze melaatse tot Hem komen. Het was na de bergrede dat dit mocht plaatsvinden. Velen hebben de bergrede gehoord. Hoe zijn de scharen ontzet geweest over Zijn spreken. Zo hadden ze het nog nooit gehoord. Hoe zal menigeen diep onder de indruk geweest zijn. De scharen ontzetten zich over Zijn leer, want Hij leerde hen als machthebbende en niet als de schriftgeleerden. Maar welke vrucht heeft het bij de schare afgeworpen? Het blijft alles zo persoonlijk. We kunnen met een ander bezig zijn, maar welke vrucht werpt de prediking bij ons af? Welgelukzalig wanneer, zoals bij Lydia, het hart geopend wordt. Hoe heeft deze melaatse ook de bergrede beluisterd, maar als van verre, als een buitenstaander. Hij mocht het verstaan. Welk een wonder, geliefden, de waarheid te mogen horen en met het hart te mogen verstaan. Toen nu Jezus van den berg was afgeklommen, zijn Hem vele scharen gevolgd. De meesten hebben Hem gehoord, maar niet verstaan tot zaligheid. Maar deze melaatse mocht tot Hem komen. Getrokken met koorden der liefde, mocht hij aan Zijn voeten komen. Welk een smeekgebed mocht hij doen. Een geschonken gebed mocht hij voortbrengen. Het rechte gebed is een dierbare weldaad als dat beoefend mag worden. Van ons af te mogen bidden en de eer des Heeren te bedoelen.

De inhoud van het gebed, hetwelk die melaatse mocht doen, staat opgetekend. Gewerkt door de Heilige Geest mocht het voortgebracht worden. Dierbare kostelijke Kanaans taal krijgen we hier te beluisteren. Neen, hij vraagt niet om genezen te worden. Hij bidt niet naar zich toe. Wat hij wel smekende voort mag brengen is: "Heere indien Gij wilt, Gij kunt mij reinigen ".

Hij vraagt om gereinigd te worden. De onreinheid drukt hem neer. O, hij is bij de oorzaak bepaald. Hij heeft de zondesmart leren kennen en dan te bedenken hoe rein, hoe volmaakt de mens uit de hand des Heeren is voortgekomen. Maar de kroon is van ons hoofd gevallen. Hoe onrein, hoe schandelijk zijn wij geworden door de zonde. Wat wordt er getracht zichzelf te reinigen. Wat een wonder het te leren, wat ik niet meer kan; Hij kan mij reinigen. De Heere heeft hulp besteld bij een Held, Die machtig is te verlossen. Die dierbare Fontein des lichts en des levens. Om te leren een buitenstaander te zijn en aan Zijn voeten gebracht te worden. Om door Hem geholpen te worden ter bekwamer tijd.

Deze melaatse man mocht de Heere aanbidden. Kennende de almacht des Heeren, "Gij kunt mij reinigen", mocht hij komen in de vrijmacht des Heeren. Hoe mocht hij de onwaardigheid bij zichzelf inleven. Wanneer de Heere de ziel bij de afkomst gaat bepalen, dan mag de mens alle rechten verliezen. Geen recht meer op gezondheid, spijze en drank, maar één recht overgehouden.

om weggeworpen te worden van voor het aangezicht des Heeren. Maar dan gaat de Heere de ziel trekken met die liefdekoorden om aan Zijn voeten te komen. "Ik liet niet af mijn hand en oog, op te heffen naar omhoog". "Gij kunt mij reinigen", zo mocht de melaatse getuigen. Als vrucht van het horen van Zijn Woord, mocht vanuit zijn hart de mond gaan spreken. Zichzelf niet meer kunnende reinigen, mocht zijn oog geopend worden voor de Persoon en de bediening van Christus. Onze zonden stellen ons schuldig voor het aangezicht des Heeren. Maar ook de gemeenschap ligt verbroken. Ach, het is niet te zeggen wat de mens geworden is, en van nature is er geen stem of opmerken. Wat een wonder is het, wanneer de Heere zaligmakend Zijn bemoeienissen maakt en de mens waar maakt voor Zijn aangezicht. Om zichzelf te verfoeien in stof en as, en als dan in het dal van Achor de deur der hoop ontsloten wordt in Christus, dan krijgt de ziel een andere gang in zijn leven. Dat het alles ter zaligheid zo buiten de mens ligt in Christus.

Aan Zijn voeten gebracht te worden om zulk een noodgeschrei voort te mogen brengen uit de diepte, als een uitgewerkte, die met alles aan een eind gekomen is.

Wat een wonder, wanneer de Heere de nood overneemt. Welk een gepast onderwerp mocht hier gevonden worden voor Christus. Hoe zou Hij hierin Zijn Middelaarsheerlijkheid gaan openbaren. Hij, Die niet gekomen is om gediend te worden. maar om te dienen. Deze melaatse kan niets aanbieden dan zijn schuld met al de gevolgen van de zonde. Maar daar gaat de Heere het overnemen. O, wat een wonder.

"En Jezus, de hand uitstrekkende, heeft hem aangeraakt, zeggende: Ik wil, word gereinigd". Hoe wil Christus met zondaren omgaan, om zulken te reinigen. Hij is in de nood en dood van Zijn Kerk in willen dalen. O, die aanraking Zijner liefde. Aan Zijn voeten gebracht, zichzelf kennende als een onwaardige, heiwaardige, maar door genade Zijn waarde te mogen kennen.

Hij, Die verordineerd, gezalfd is, bekwaam is tot Borg en Middelaar. Hoe heeft Hij gesproken: "Ik wil, word gereinigd". Zijn Woord is een wilsdaad. Hij leert als machthebbende. Hoe openbaart Hij Zijn middelaarsarbeid. Terstond werd hij van

zijn melaatsheid gereinigd. De verbroken gemeenschap is hersteld door Hem, Die dierbare Middelaar van tussenspraak en verzoening. Wat niet meer kon is toch gebeurd. Hoe zal de mond van deze man opengegaan zijn om de Heere te loven. Welk een wonder te ontvangen schuldontdekkende en vergevende genade. Hoe noodzakelijk is het om onze onreinheid te leren kennen, de schuld te leren bewenen, onszelf te leren mishagen, om onze reinigmaking en zaligheid buiten onszelf te zoeken, om de waarde van Zijn bloed te mogen kennen. De Heere moge deze enkele regels willen zegenen tot eer des Heeren en tot zaligheid der ziel.

Gans hulpeloos tot Hem gevloden, Zal Hij ten Redder zijn.

Uddel,

ds. G. Mouw

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 2008

De Saambinder | 16 Pagina's

De genezing van een melaatse

Bekijk de hele uitgave van donderdag 10 januari 2008

De Saambinder | 16 Pagina's