Momenten uit de slotzitting van de Generale Synode 2007

Op woensdag 26 maart 2008 opende ds. J. van Eckeveld, de preses, de slotzitting van de Generale Synode 2007 te Utrecht. Hij mediteerde daarbij over Mattheüs 28:20: 'En ziet, Ik ben met ulieden al de dagen tot de voleinding der wereld'.

Het doel zal worden bereikt

Wij, gevallen mensen, plaatsen ons eigen ik op de voorgrond, omdat we in onze geestelijke blindheid onszelf zoeken. De opgestane Christus echter heeft alle recht om Zijn 'Ik' voorop te zetten. Hij is uit enkel liefde de diepte van de Godverlating doorgegaan. Hij heeft Zich zo diep vernederd om een weg te banen voor Gods kerk tot de troon der genade. Daarom riep Hij uit: 'Het is volbracht'. Daarom moest de dood Hem op de Paasmorgen loslaten. Hij is de Koningvan Goede Vrijdag en de Koning van Pasen, de Levende, Die nu gezeten is aan de rechterhand van de Vader. Hij alleen kon zeggen: 'Ik ben met ulieden'. De Heere richt zich in deze tekst tot de discipelen. Van hen was weinig goeds te zeggen. Ze hadden zich allen aan Hem geërgerd in de nacht van de gevangenneming. Wat moet het wonder voor hen groot zijn geweest toen Christus sprak: Ik ben met ulieden. Als dat waar wordt voor ons hart, zinken we weg van schaamte enerzijds en van verwondering anderzijds. Wat zou het groot zijn als daarvan iets mocht worden beleefd tijdens de slotzitting van de synode. Dit woord van Christus geldt ook voor dagen vol zorg, afval en verwording als de onze. De Heere betuigt het ook ons: 'Zie, Ik ben met ulieden ook in zulke dagen'. Hij is met Zijn kerk tot de voleinding der wereld. Dat betekent niet alleen het einde van deze bedeling. De woorden houden meer in: dan is het doel bereikt. God zal Zijn doel bereiken. Christus zal Zijn gemeente hebben. God zal eeuwig de eer hebben. De schare van de verlosten uit alle volken zal voor de troon eeuwig God grootmaken. Dat doel zal worden bereikt!

De tekst besluit met het woordje 'amen'. Dat getuigt van vastheid. Het doel ligt onwrikbaar vast in de drieenige God. Christus heeft het vast gemaakt door Zijn lijden, sterven en opstanding. De Kerk uit alle volken zal God groot maken. Onze gemeenten zijn maar een onderdeeltje van de kerk van Christus. Wat zal het groot zijn als wij mogen behoren tot de gemeente die zal zalig worden. Wat is het een rijke genade als mijn ik onder mag gaan in Zijn Ik. Dan begeren we te dienen. De Heere geve ons zo een gezegende vergadering. Hij schenke ons de bediening uit Hem, die grote Ik, de Koning van Pasen.

We moeten niet uit het oog verliezen dat het gros van onze studerende jongeren lid wordt van de CFSR. Bijna 34% van de leden van die organisatie behoort tot de Gereformeerde Gemeenten.

Orde op zaken

Bij de vaststelling van de wettigheid van de vergadering bleek een vijftal broeders vervangen te zijn door hun secundi in verband met ziekte en afwezigheid. Bij de zieken behoorde ook ds. W Silfhout, de eerste scriba van de vergadering. Dat bracht uiteraard de vraag mee: Is het nodig om voor deze twee dagen een nieuwe eerste scriba te kiezen? Het moderamen was van mening dat men de vacature gezamenlijk wel kon vervullen. Ds. Silfhout was bereid gevonden om na herstel de correspondentie van de synode te voeren. Ds. P. Mulder, de tweede preses, nam op zich daarvoor de nodige aantekeningen te maken. De synode stemde met dit voorstel in. Dat gold ook voor het door het moderamen aan de afgevaardigden toegezonden voorstel voor de orde van vergaderen. De preses hield vervolgens de vergadering voor, dat gedisciplineerd vergaderen gedurende twee dagen echt nodig was. 'Niemand verlangt naar een vervolg in mei'. Hij stelde voor op deze dag alle nog niet behandelde rapporten te bespreken met uitzondering van het Deputaatschap Diaconale en Maatschappelijke Zaken ( DMZ).

Vragen over de koers van een studentenvereniging

Het betrekkelijk korte rapport van het Deputaatschap voor studerenden kreeg een brede bespreking. Onze studerende jongeren komen bijeen in kringen die het deputaatschap organiseert, maar zijn daarnaast meestal ook lid van studentenverenigingen als de CFSR, Depositum Custodi en soms van Solidamentum. Het deputaatschap onderhoudt met deze organisaties contacten door gesprekken en correspondentie.

Verschillende sprekers toonden zich bepaald niet gelukkig met de keuze van veel sprekers, die op vergaderingen van met name de CFSR, de grootste studentenvereniging, worden uitgenodigd. Zo signaleerde ds. C.J. Meeuse (Goes) 'vaak sprekers die ver van de gereformeerde gezindte verwijderd zijn'. Hij spoorde zijn collega's aan om zo veel mogelijk in te gaan op uitnodigingen om voor studentenverenigingen lezingen te houden. 'Dat wordt door studenten uit de Gereformeerde Gemeenten als bemoedigend ervaren'. De preses noemde een lezing van de roomskatholieke priester Antoine Bodar 'schokkend'. Daarmee begeeft de CFSR zich niet alleen buiten het reformatorische erfgoed, maar krijgt Bodar ook de gelegenheid om de opvatting uit te dragen dat de waarheid ook buiten het christendom te vinden is.

Waar zijn de anderen?

Ds. G. Clements (Gouda), voorzitter van het deputaatschap, beantwoordde de vragen en opmerkingen. Elk jaar opnieuw wordt de onvrede over de keuze van de sprekers, de contacten met de International Fellowship of Evangelical Students (IFES) en sommige artikelen in het blad De Civitate met het bestuur van de CFSR besproken. Men belooft dan om er wat aan te doen, maar in de praktijk pakt dat vaak anders uit. Het deputaatschap zal opnieuw de zaken die de synode signaleerde aan de orde stellen.

Ds. Clements wees ook op een andere ontwikkeling die zorgen geeft. Voor de bijeenkomsten van het deputaatschap worden circa 2200 uitnodigingen verzonden, maar aan deze conferenties nemen maar tweehonderdvijftig tot driehonderd studerenden deel. Waar zijn de anderen? We zijn er kennelijk niet in geslaagd om al deze jongeren voor de gemeenten te bewaren. Ds. CA. van Dieren (Rijssen- Noord) tekende hierbij aan dat een groot aantal studenten zich nog veel breder oriënteert dan via de CFSR. Hij pleitte voor een nog intensiever contact met de middelbare scholen om jongeren die gaan studeren direct te kunnen opvangen. Uit het rapport van het deputaatschap werd overigens duidelijk dat een grote groep thuisvtfonende studenten - met name HBO-studenten - zich niet aansluit bij de een of andere vorm van studentencontact. Heel vaak leven zij in de thuisgemeente trouw mee.

Kritisch én betrokken

Enkele afgevaardigden vroegen zich af of het moment niet gekomen is om jongeren heel bewust het lidmaatschap van de CFSR af te raden. 'Onze studerenden horen daar niet'. Ds. Meeuse merkte echter op dat we als gemeenten en als deputaatschap die weg niet moeten inslaan. We moeten niet uit het oog verliezen dat het gros van onze studerende jongeren lid wordt van de CFSR. Bijna 34 % van de leden van die organisatie behoort tot de Gereformeerde Gemeenten. Wie het lidmaatschap van deze vereniging gaat ontmoedigen, veroorzaakt alleen maar dat we onze jongelui kwijt raken. Hij bepleitte nadrukkelijk het vasthouden aan de koers die het deputaatschap steeds had gevaren: niet ontmoedigen, maar kritisch begeleiden. Ouderling J.H. Mauritz (Woerden) drong aan op nuancering. Per plaats kan de situatie heel verschillend zijn. Zo wees hij op de gunstige situatie in Enschede. Er zijn ook CFSR-leden die van harte zich verbonden weten met onze gemeenten. Ds. G. Clements onderstreepte nog eens dat de benadering van het deputaatschap kan worden samengevat in de woorden kritisch en betrokken. Hij wees ook op de positieve waardering van de twee jaarlijkse conferenties die het deputaatschap belegt. Ze kenmerken zich door een heel goede, aangename sfeer. De studenten zelf geven aan dat zij referaten over onderwerpen die het geestelijke leven raken, prefereren. Er zijn ook nog goede dingen.

Aan de wal

De bespreking van het rapport van het Deputaatschap van internaten voor schippersjeugd werd ingeleid door de voorzitter ds. M.J. van Gelder (Middelburg-Zuid). Hij vatte de strekking van het rapport samen in de woorden: 'Leg het schip van het deputaatschap zo gauw mogelijk aan de wal'. Door ontwikkelingen in de schipperswereld liep het aantal kinderen dat onderdak kreeg in het internaat' Eben-Haëzer te Dordrecht de laatste jaren voortdurend terug. Dat betekende ook een voortgaande vermindering van het subsidiebedrag en de uitputting van het reservefonds. Aan vergaande maatregelen om structureel een financieel gezonde exploitatie te waarborgen, kan niet worden ontkomen. Een voorgenomen onderzoek naar samenwerking met de twee reformatorische internaten die naast 'Eben-Haëzer' bestaan, vraagt om meer slagvaardigheid dan het deputaatschap samen met een synode die een keer in de drie jaar vergadert, kan bieden.

Het voorstel om het deputaatschap op te heffen kreeg de algemene instemming van de Generale Synode.

De gelden van het deputaatschap zullen worden ondergebracht in een nieuw op te richten beheersstichting. De leden van het bestuur daarvan zullen worden benoemd door de Particuliere Synode Zuid-West. Dit bestuur draagt zorg voor een verantwoording van het beleid aan deze synode.

Ds. Van Eckeveld sprak namens de vergadering een woord van bijzondere dank tot de leden van het deputaatschap voor alle inzet in de loop van een lange reeks van jaren. 'Het werk gaat door, maar op een andere manier'. (wordt vervolgd)

Boskoop,

ds. M. Golverdingen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen