Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het nut van de tegenwind

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het nut van de tegenwind

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

En het schip was nu midden in de zee, zijnde in nood van de baren; want de wind was hun tegen. Mattheüs 14:24

Terwijl de Heere Jezus alleen was achtergebleven, waren Zijn discipelen in het schip op het meer van Gennésareth in een zware storm. Het is bekend dat daar deze stormen ineens de varenslui kunnen overvallen.

Zogenaamde valwinden over de bergen rondom dat meer. Bevonden zij zich zomaar op het water? We moeten altijd maar bij al ons reizen en trekken onszelf afvragen: ben ik hier of daar met een doel, is mijn gaan en staan verantv^oord? Het was om zo te spreken voor de discipelen geen plezierreisje, het was niet hun eigen weg, integendeel, duidelijk staat er in vers 22: "En terstond dwong Jezus Zijn discipelen in het schip te gaan en voor Hem af te varen naar de andere zijde, terwijl Hij de scharen van Zich zou laten".

Het mag onze aandacht niet ontgaan dat wat betreft dit "de schare van Zich laten", zij Hem dit hadden voorgesteld in vers 15, voordat het wonder van de vermenigvuldiging der broden plaatsvond. Doch in plaats van dat dit toen gebeurde, moesten zij hen te eten geven, wat hun onmacht en Zijn almacht aan het licht bracht. Nu, nadat allen verzadigd zijn geworden en er nog over is, dwingt Hij hen, te weten niet de schare, maar Zijn discipelen van Hem te gaan. En dan niet in hun bijzijn, maar in hun afwezigheid, zal Hij de schare die nu niet meer hongert, doch door Hem verzadigd is geworden, van Zich laten. Wanneer dat heeft plaatsgevonden zoekt Hij de eenzaamheid op, de berg, om daar te bidden. De nacht gaat komen. Hij werkte zolang het dag was, nu komt het bidden. Ziet u het alles voor u, geliefde lezer? Op de dag het grote wonder dat vijfduizend mannen, zonder de vrouwen en de kinderen, die er dus nog bijkomen, want ook zij moesten eten, dat zij allen door de vermenigvuldiging van slechts vijf broden en twee vissen verzadigd waren geworden en er nog overbleef. Dan, het wordt avond. Hij zoekt Zelf de eenzaamheid om te bidden en Zijn discipelen gaan op zee, door Hem daartoe gedwongen. Zij moesten voor Hem afvaren naar de andere zijde, het meer oversteken dus. En dan komt de wind. En de nacht. Zijn Kerk in dat schip en Hij is afwezig en dat onder zulke omstandigheden.

We vragen wel eens aan elkaar: waar ga jij naar de kerk en we zijn daar ook meestal benieuwd naar. Waar kerkt u, zo luidt het dan. Welnu, hier hebt u de ware Kerk, een klein groepje mensen bij elkaar in een klein vaartuig op een gevaarlijk meer, waar ineens stormen opkomen, weg rust en kalmte. Waar onder hen ook nog een Judas is. Die ging overal mee naar toe, hij was overal bij. En Christus afwezig. Het schijnt dat de Heere er niet van afweet.

En dan staat er: midden op zee, dus voorlopig niet de luwte van een haven of een andere natuurlijke beschutting, neen, midden op zee. God spaart Zijn Kerk niet. Zijnde in nood van de baren, zo lezen we. Het heeft overeenkomst met een psalm van David: daar Uw golven daar Uw baren, mijn benauwde ziel vervaren. We lezen niet in Gods Woord dat David dit meer ooit bevaren heeft, maar hij kende de storm waar nu de discipelen zich in bevinden.

Wat is het noodzakelijk in ons aller leven om te weten wat geestelijke storm en tegenvwnd betekent. Het schip zijnde in nood van de baren, dat wordt zinken en verdrinken. Welke nood is dat voor Gods kerk op aarde? De nood dat alles gewoon wordt, dat er geen wonderen meer behoeven te gebeuren en als er moeilijkheden komen, we het zelf kunnen oplossen. Het behaagt de Heere echter Zijn ware volk steeds verder in te leiden in hun steile en diepe afhankelijkheid van Hem, de levende God, Die wonderen doet. De nood van een verstandsgodsdienst, waarin geen echte onwetendheid zich voordoet. Eerst had Christus hen verlegen doen staan, de discipelen, door te zeggen: geeft gij hun te eten, wat hun ten enenmale onmogelijk was. Zij kozen toen voor het heenzenden van de schare. Ziet u het redeneren daarin? En Hij zendt ze heen, echter niet vóór maar na het wonder. En terwijl Hij dat doet, komen zij erachter wat het is zonder Hem in de storm, een weg waar Hij hen in dwong.

Opnieuw grote verlegenheid, doch het maakt plaats voor opnieuw een wonder. Wat moeten zij beginnen tegen de majesteit van Hem, Die straks op het water wandelt en de wind en de zee gebiedt? Wat moeten ze nu denken? Is God vóór hen of tegen hen? Hoevelen die dat in nood toch nog vast kunnen houden, dat de Heere van hen afweet. Maar is het dan wel nood? Want de wind was hun tegen. Zichzelf tegen hebben, uw geliefde kinderen tegen hebben. Job had zijn vrouw tegen, zijn vrienden tegen. In die storm moet geleerd worden waar onze diepe val in Adam ons heeft gebracht, wat de zonde is, in ons en rondom ons.

Zij hebben daar de dood voor ogen. De duivel is aan boord. Straks zullen zij, bij de komst van Hem, hun Heere en Meester, schreeuwen van angst en ontzetting. Zo zal de vrees overheersen dat zij dan, in plaats van aan hun Behouder te denken, een spooksel menen te zien. We hebben wel eens gehoord van zeer ervaren zeelieden, dat zij zich in een grote storm op zee vóórnamen dat, als zij het zouden overleven, zij nooit meer zouden gaan varen. O, geliefde lezer, denk niet te gering over de strijd van Gods strijdende Kerk. Over strijd spreken of zich er in bevinden is zo onderscheiden. Doch we plaatsten hierboven: het nut van de tegenwind. En waarom? Omdat het ons af doet zien van onszelf, daar waar wi] het niet meer weten en de nood op het hoogst is, daar is de redding nabij.

Voor al diegenen, die nu van Godswege een plaats hebben gekregen in dat schip, niet die er zelf ingeklommen zijn, maar voor al die mensen die door Hem gedwongen werden om in dat schip te gaan, o eeuwig wonder van Gods souverein welbehagen, daar is Hij nu voor achtergebleven op de berg. En waartoe? Om vanaf die plaats in het eenzame al hun noden, moeiten en lasten de Vader voor te dragen. Daar is Hij nu Voorbidder voor, voor die bevreesde zielen, die daar de dood voor ogen hebben. En hoe krachtig is dan toch Zijn voorbede, o volk, vertrouw op Hem, Zijn hulp zal blijken.

Ridderkerk,

ds. G.M. de Leeuw

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 februari 2009

De Saambinder | 16 Pagina's

Het nut van de tegenwind

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 februari 2009

De Saambinder | 16 Pagina's