Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Bevestiging en intrede ds. C. Sonnevelt te Krabbendijke

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bevestiging en intrede ds. C. Sonnevelt te Krabbendijke

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Na een vacante periode van vierenhalf jaar heeft de gemeente van Krabbendijke op 19 juni weer een eigen herder en leraar ontvangen in de persoon van ds. C. Sonnevelt. De bevestigingsdienst werd geleid door ds. C. van Krimpen. Hij sprak over Psalm 89:2b: ‘Ik zal Uw waarheid met mijn mond bekendmaken van geslacht tot geslacht.’ Het thema van de preek luidde: De waarheid Gods. Achtereenvolgens werd stilgestaan bij:

1. de omschrijving van die waarheid;
2. het uitdragen van die waarheid;
3. de bekendmaking van die waarheid.

1. De omschrijving van die waarheid.
Psalm 89 is een loflied op Gods verbondstrouw. Ethan mag op overvloedige wijze gaan zingen van de barmhartigheden des Heeren. De diepte hiervan ligt in het welbehagen Gods. Als er over de waarheid gesproken wordt, zijn dat geen woorden of zaken van mensen, maar zijn dat de woorden Gods. Gods knechten mogen die waarheid ontvouwen. Aan de waarheid is getrouwheid verbonden. Er zal er niet één achterblijven. Ik heb nog andere schapen, die van deze stal niet zijn; deze moet Ik ook toebrengen.

2. Het uitdragen van die waarheid.
Gods dienaren mogen de gedachten en de geheimen des Heeren uitdragen. Zij spreken uit last van een Ander. De Heere gebruikt daar mensen voor die niets zijn en niets kunnen van zichzelf. Hij wint ze ervoor in en geeft ze een tong der geleerden. Als ze op zichzelf zien kan het nooit, maar God legt de waarheid op hun lippen.

3. De bekendmaking van die waarheid.
Bekendmaken wijst op het openbaren van de gedachten des Heeren. Gods knechten mogen dat gedachtegoed uitdelen en de vastheid van Zijn verbond bekendmaken. Het eerste verbond hebben wij verbroken, maar nu heeft God van eeuwigheid gedachten des vredes gehad. Hij zál Zijn volk zalig maken.
Daarmee gaat Hij door, van geslacht tot geslacht.
Na het lezen van het formulier om de dienaars des Woords te bevestigen verbond ds. Sonnevelt zich met de woorden: ‘Ja ik, van ganser harte’ aan zijn nieuwe gemeente. In een persoonlijk woord wees ds. Van Krimpen op het grote voorrecht een dienaar van God te mogen zijn, om Zijn Woord te mogen uitdragen. ‘De Heere heeft u deze gemeente gegeven; ik hoop dat u hier Zijn waarheid mag bekendmaken.’ Staande werd ds. Sonnevelt Psalm 134:3 toegezongen.

’s Avonds deed ds. Sonnevelt zijn intrede met de woorden uit Psalm 22:26-28: ‘Van U zal mijn lof zijn in een grote gemeente; ik zal mijn geloften betalen in tegenwoordigheid dergenen die Hem vrezen. De zachtmoedigen zullen eten en verzadigd worden; zij zullen den HEERE prijzen, die Hem zoeken; ulieder hart zal in eeuwigheid leven. Alle einden der aarde zullen het gedenken en zich tot den HEERE bekeren; en alle geslachten der heidenen zullen voor Uw aangezicht aanbidden.’ Het thema van de preek luidde: Een heerlijke profetie, gegrond op Jezus’ strijd en overwinning. Dit werd uitgewerkt in drie gedachten:

1. wat de prediker zal doen;
2. wat de zachtmoedigen zullen doen;
3. wat de einden der aarde zullen doen.

In zijn inleiding merkte ds. Sonnevelt op dat er enkele maanden geleden een liefdeband met de gemeente was gelegd. ‘Gods weg is volmaakt. We hadden het volk in Canada lief, het land, onze kinderen en kleinkinderen. Maar de Heere sprak: Maak u op, vertrek uit dit land en keer weder in het land uwer maagschap.
Toen het tweede beroep uit Krabbendijke kwam, was het: Volg Mij. En de Heere gaf gewilligheid. We staan hier met verwondering en blijdschap, maar ook met een hart dat beeft. U zult het toch niet van mij verwachten? Dan wordt het een grote teleurstelling.’
1. Wat de prediker zal doen.
Hij zal de Heere loven en zijn geloften betalen. Hoewel Gods knechten er vaak zelf tussen zitten, mogen zij ook wel eens stamelen: Ik zal U loven. Dat is goed spreken van de Heere en afwijzen van de mens.
Sprekend over zichzelf merkte ds. Sonnevelt op: ‘Wat heb ik toch een reden om de Heere te erkennen dat Hij ons weer een nieuw arbeidsveld heeft toegewezen. Hij heeft de weg gebaand en het is mijn hartelijk verlangen een vriend van de Bruidegom te mogen zijn en een rover van de hel.’
2. Wat de zachtmoedigen zullen doen.
Zij zullen eten en verzadigd worden.
Zachtmoedigen zijn mensen met een nieuw beginsel, mensen die bekommerd van hart en leven zijn en verslagen van geest. Zij worden genodigd: Komt herwaarts, houdt het middagmaal met Mij.
De wereld biedt geen verzadiging. Verzadiging van vreugde is er alleen in God te vinden. Voor Gods kinderen zullen de dagen der treuring een einde nemen, want: Ik leef en gij zult leven.
3. Wat de einden der aarde zullen doen.
Zij zullen de strijd en de overwinning van Jezus gedenken. Maar zij zullen ook hun zonden gedenken en zich buigen voor de Heere. Zij zullen zich afwenden van de zonden en van alles wat geen God en Christus is. Hoe nodig is het om innerlijk te doorleven een heiden te zijn, een nietig gevallen mensenkind. ‘Juist voor hen hoop ik in de prediking een woord te hebben. Maar dat kan alleen als de Heere het geeft.’

Aan het einde van de dienst werd ds. Sonnevelt namens de classis Goes en de particuliere synode Zuid toegesproken door ds. G. Hoogerland: ‘We zien ernaar uit dat uw prediking tot een rijke en eeuwige zegen gesteld mag worden. Dat u voor een volk dat naar de diepte moet afdalen een leidsman mag zijn. En dat er zielen geleid mogen worden tot Christus.’ Namens het gemeentebestuur van Reimerswaal voerde burgemeester A.J. Huisman het woord. ‘Ik gun u van harte dat u, net als ds. G.H. Kersten in het verleden, een thuis mag vinden in onze mooie gemeente.’ Ouderling J.C. Groenendijk uit Lethbridge sprak enkele woorden namens de Canadese en Amerikaanse gemeenten. ‘Als de Heere opening gaf, was er verwondering en blijdschap. Ik hoop dat er ook hier een volk mag zijn dat heeft leren zuchten.’ Laatste spreker was ouderling J.A. Bliek. ‘Want het Koninkrijk is des HEEREN. De Heere gaat door met Zijn werk. Hij doet dat middellijk. Geve de Heere dat u zo’n middeltje in Zijn hand mag zijn.’ Staande werd ds. Sonnevelt Psalm 119:4 toegezongen.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2012

De Saambinder | 20 Pagina's

Bevestiging en intrede ds. C. Sonnevelt te Krabbendijke

Bekijk de hele uitgave van donderdag 28 juni 2012

De Saambinder | 20 Pagina's