Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Comrie dichterbij (3)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Comrie dichterbij (3)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als herder en leraar ging Comrie in zijn zogenaamde praktikale werken ook in op allerlei zaken die onder de rechtzinnige gereformeerden in die dagen een belangrijke rol speelden. Eén van die kwesties was de vraag of de zekerheid van het geloof tot het wezen van het geloof behoort of tot het zogenaamde welwezen van het geloof moet worden gerekend.

Het is duidelijk dat Comrie mede als antwoord op de vragen die hierop betrekking hadden, zijn preken over het geloof uit de jaren 1739 en 1740 gebundeld heeft in het boek dat wij nu kennen als ”Verhandeling van enige eigenschappen van het zaligmakend geloof” en dat kortweg wordt aangeduid als de ”Eigenschappen”. De eerste uitgave verscheen in 1744.

De herder aan het woord
Het is opvallend dat Comrie zichzelf op de titelpagina van dit werk aanduidt als ”Scoto-Brittannus”, de Schotse Brit. Wellicht heeft hij daarmede niet alleen zijn afkomst willen beklemtonen, maar ook de lezers fijntjes willen herinneren aan zijn verwantschap met de gereformeerde theologen Ralph en Ebenezer Erskine en en Thomas Boston, die hem als jongeman in Schotland door hun preken hadden gevormd.
In de opdracht aan de gemeente van Woubrugge, die aan het eigenlijke werk voorafgaat, treft ons de pastorale bewogenheid met de schapen die aan de herder zijn toevertrouwd: ‘Wij hebben niet alleen zorg gedragen voor de zuiverheid van de leer, maar vooral voor het eeuwig behoud van uw onsterfelijke ziel. Het ging ons ter harte dat het God mocht behagen deze en gene te trekken uit de macht van de duisternis en over te zetten in het Koninkrijk van de Zoon Zijner liefde, en anderen op te bouwen in het allerheiligst geloof.
Daarom hebben we menigmaal geprobeerd de onbekeerden onder u uit hun slaap te wekken door hun het gevaar en de zekerheid van de eeuwige verdoemenis voor ogen te stellen, als zij niet zouden trachten door bekering en geloof te ontvluchten aan de toekomende toorn.
Zodra we enige verbrijzeling van het hart bespeurden, waren we er altijd op uit om in de preken zulke mensen te helpen, hun zorgen op te lossen en er bij hen op aan te dringen om Jezus het jawoord te geven, en de dienst aan de zonde en de wereld op te zeggen’.
Comrie zegt dat hij af en toe behoorlijk gebukt ging onder de geestelijke onvruchtbaarheid van een groot deel van zijn gemeente. Hij heeft in het verborgene gezucht om Gods werk in zijn kudde te mogen zien. De moed en de lust om te preken heeft hij echter nooit opgegeven: ’Jezus en uw onsterfelijke ziel met elkaar verenigd te krijgen was voor ons van zo’n groot belang, dat we zuchtend het net dan aan de ene kant en dan weer aan de andere kant hebben uitgeworpen. En ondertussen wachtten we voortdurend wanneer de ’tijd der minne’, dat uurtje van eeuwigheid bepaald, mocht komen’.

Drie motieven
Comrie noemt in de ”Opdracht” van het boek twee redenen die hem tot het uitgeven ervan hebben gebracht. Allereerst wilde hij op deze wijze zijn dankbaarheid tonen voor de liefde en toegenegenheid die de gemeente van Woubrugge voor zijn persoon en dienst had getoond.
‘Het kon niet anders of dat was voor mij een vreemdeling in uw midden, meer dan aangenaam. Dat deed me al mijn verdriet vergeten, maar het is mij vooral als uw predikant tot blijdschap, omdat de ervaring leert dat bij weinig respect voor de persoon van de predikant, zijn boodschap ook weinig ingang zal vinden’.
Verder stond hem voor ogen om door de uitgave ‘het klagen van sommigen dat wij zo weinig bezoeken afleggen, te doen ophouden. We hopen dat u er een goed begrip voor kunt opbrengen dat we er zo weinig op uitgaan (…).U ziet door dit boek dat we, ook al komen we niet op gezelschappen, onze tijd toch goed kunnen besteden’.
Er was echter nog een motief voor het schrijven van dit boek, die de predikant van Woubrugge zwaar heeft laten wegen. Overigens noemt Comrie die reden pas in 1753 – negen jaar later – in de preek over Zondag 7 in zijn catechismusverklaring: ‘Vindende ondertussen dat deze en gene onder u in enig begrip stonden, dat wij geen leven hebben vóór dat wij dadelijk Christus aannemen en dat wij door dat dadelijk aannemen eerst Hem ingelijfd worden, zo gaven wij de ”Eigenschappen des Geloofs” uit, waarin deze zaak zo klaar in de eerste leerrede is voorgesteld, dat verre de meesten nu begrijpen, dat de inlijving vóór de geloofswerkzaamheid van het aannemen gaat’ (editie
ds. G.H. Kersten, 1941, blz. 415-416).

Het zaligmakend geloof
Het doel van de meeste van Comrie’s geschriften was voornamelijk een einde te maken aan de strijd, die in zijn dagen bestond ten aanzien van het geloof, juist onder de belijders van de gereformeerde religie. Het was een strijd die hem zeer bedroefde. Het is dan ook niet vreemd dat de tweede publicatie van Comrie’s eigen hand aan de verschillende aspecten van het geloof is gewijd. De inhoudsopgave van de ”Eigenschappen” laat zien dat de volgende veertien kenmerken van het zaligmakend geloof worden besproken.

Het geloof is een genade,
... die de ziel zo nauw mogelijk met Christus verenigt,
... waardoor de ziel gerechtvaardigd wordt,
... die de ziel reinigt,
... die Jezus Christus op zeer hoge prijs stelt,
... die de ziel in de ware rust brengt,
... die de wereld overwint,
... die beproefd wordt,
... die het hart lijdzaam en geduldig maakt voor God, hoewel de beloften niet direct vervuld worden,
... die in volle zekerheid tot de troon der genade doet gaan om genade te ontvangen en geholpen te worden op de juiste tijd,
... waarop de verzegeling volgt,
... waardoor een christen leeft.
Het leven door het geloof tot dagelijkse rechtvaardiging.
Het leven door het geloof in duisternis.

We horen Comrie vaak verzuchten dat de genoemde strijd over het geloof toch feitelijk in het geheel niet nodig was, omdat de zaken van het geloof zo eenvoudig liggen. Dat zou ook blijken als er minder over het geloof getwist werd, maar het meer werd beoefend. En inderdaad is het de predikant van Woubrugge gelukt meer eenheid te brengen onder de opvattingen der belijders van de gereformeerde religie in zijn dagen.
Zij gingen wat de voornaamste punten betreft steeds meer met zijn beschouwingen akkoord.
Enkele belangrijke thema’s die voor het geheel van Comrie’s theologisch denken en tevens voor zijn prediking zoals die uitkomt in de ”Eigenschappen”, van belang zijn, willen we nu, heel beknopt uiteraard, aan de orde stellen. We beperken ons daarbij tot de wedergeboorte, het geloof en de geloofszekerheid, en de rechtvaardigmaking.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 2012

De Saambinder | 16 Pagina's

Comrie dichterbij (3)

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 augustus 2012

De Saambinder | 16 Pagina's