Verslag bevestiging/intrede ds. G. Hoogerland te Stolwijk

Woensdag 4 juli was een dag van verwondering en blijdschap voor de gemeente van Stolwijk. Op deze dag werd ds. G. Hoogerland als herder en leraar aan onze gemeente verbonden. De gemeente Gouda had hiervoor haar kerkgebouw gastvrij beschikbaar gesteld.

Bevestiging
In de bevestigingsdienst bediende ds. J. van Rijswijk het Woord uit Jeremia 15:19b: Gij zult voor Mijn aangezicht staan; en zo gij het kostelijke van het snode uittrekt, zult gij als Mijn mond zijn; laat hen tot u wederkeren, maar gij zult tot hen niet wederkeren. Het thema was: De boodschapper Gods, onderverdeeld in drie gedachten:
1. De plaats die hij moet innemen,
2. De opdracht die hij moet vervullen,
3. De trouw die hij moet bewijzen.

De plaats die hij moet innemen
Het teksthoofdstuk staat in verband met een grote droogte in Juda. Deze droogte schijnt een gezegende uitwerking te hebben. Duizenden komen in een biddag samen in de tempel. Ze schreien bittere tranen, echter niet om hun zonden, maar vanwege de droogte. Jeremia wil zijn volk in deze omstandigheden troosten. Hij krijgt echter de aangrijpende opdracht om hen uit te drijven uit de tempel en de oordelen Gods aan te kondigen. Jeremia durft deze boodschap niet te brengen en klaagt over de smaadheid die hij moet dragen. Jeremia is hier echter van zijn plaats en heeft ambtelijke bekering nodig. Maar dan komt de Heere, in de tekstwoorden voor deze middag, ook met een belofte tot Zijn knecht. Hij zal Zelf zorgen dat Jeremia wederkeert tot de levende God. Zo is nog nodig dat de Heere Zijn knechten steeds weer gewillig maakt. Niet zoals Jeremia of het volk dat wil, maar zoals de Allerhoogste het wil.

De opdracht die hij moet vervullen
Jeremia krijgt de opdracht om het kostelijke van het snode uit te trekken. Dit heeft allereerst betrekking op het persoonlijk leven van Jeremia, waar we lezen van het kostelijke van het opeten van Gods Woord en we ook het snode zien van zijn onwil. De Heere lere door Zijn Geest om te sterven aan het eigen bestaan en op te zien tot de Heere om zo de mond te mogen zijn tot de gemeente.
Deze woorden wijzen er ook op dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen de rechtvaardige en de goddeloze.
Jeremia vergiste zich, hij zag voor goud aan wat niet meer was dan schuim. Wat hebben Gods knechten dan de hulp en leiding van de Heilige Geest nodig om te onderscheiden wat van God is en wat van de mens is en om de onderscheiden wegen des Heeren te verklaren.

De trouw die hij moet bewijzen
Jeremia moet naar de tempel om de Woorden Gods te verkondigen. Afzien van mensen en Gods opdracht vervullen. Gods knechten mogen niet wederkeren tot het volk, zich niet aanpassen aan het volk, maar het volk moet zich bekeren.
Daar komt veel tegenop. Jeremia mocht zijn opdracht getrouw volvoeren, bediend uit Christus, de gewillige Knecht des Vaders. De Heere geve om achter Hem aan te mogen gaan door bezaaide en onbezaaide wegen, en om eerlijk gemaakt en eerlijk gehouden te worden tegenover de Heere en de mensen, om zo een getrouw wachter te mogen zijn op de muren van Jeruzalem.

Na het lezen van het formulier antwoordde ds. Hoogerland op de gestelde vragen met: “Ja ik, van ganser harte”. Ds. Van Rijswijk sprak predikant en gemeente vervolgens met enkele persoonlijke woorden toe waarin hij gewaagde van de wonderlijke wegen des Heeren, dwars door alle stormen heen.

Intrede
De tekst voor de intrededienst van ds. Hoogerland was uit Jesaja 62:1: Om Sions wil zal ik niet zwijgen, en om Jeruzalems wil zal ik niet stil zijn, totdat haar Gerechtigheid voortkome als een glans, en haar Heil als een fakkel die brandt. De preek met als thema Het onweerstaanbare getuigenis, werd uitgewerkt in een tweetal gedachten:
1. Het waarom van dat getuigenis
2. Het waartoe van dat getuigenis

Het waarom van dat getuigenis
Jesaja sprak profetisch over de komende wegvoering van het tweestammenrijk en moest de zonden aanwijzen als oorzaak hiervan. Daarnaast mocht hij ook spreken van de onveranderlijke trouw des Heeren, waarin Hij Zijn volk niet zou tenietdoen, maar door het oordeel zou louteren en na zeventig jaar weer terugbrengen. Door de herstelling van het aardse Jeruzalem heen, mag Jesaja doorblikken naar de heerlijkheid van de Kerk des Heeren Die gekocht is met Zijn hartenbloed. Daar kan de profeet niet van zwijgen. Hij gevoelt de Goddelijke aandrang om het Woord des Heeren te spreken.
De prediker die het Woord moet brengen, zal eerst zelf moeten leren luisteren naar het Woord. Daarvoor is de binnenkamer onmisbaar. Dan gaat de Heere het hart van de prediker voorbereiden om te spreken wat in de gemeente gesproken moet worden om het hart van Gods kinderen te verklaren maar om ook eerlijk de zonden aan te wijzen. Als dan gedacht wordt: “Hoe kan de prediker weten wat vanbinnen omgaat?” Wel, die prediker weet dat niet, maar God weet er vanaf en Hij legt het woord in de mond van Zijn knechten. Dan moet dat woord ook als het Woord des Heeren en niet als een mensenwoord worden ontvangen.
Dan moet, over de prediker heen, hogerop worden gezien.
De prediker die niet zwijgen kan, moet spreken tot Adamskinderen die van nature midden in de dood liggen en op reis zijn naar de eeuwigheid, met wie hij eenmaal zal staan voor Gods rechterstoel.
Niet zijn eigen gedachten moeten in de prediking naar voren worden gebracht, maar de eeuwige Goddelijke gedachten.
Niet wat de mensen willen horen, maar alleen het Woord des Heeren. Het gaat bij de ware prediker niet om eigen eer, maar om Sion en om Jeruzalem. Dat is een afbeelding van de Kerk des Heeren.
Daarin wordt God verheerlijkt in een weg van genade voor schuldige zondaren.

Het waartoe van dat getuigenis
Hoelang moet de prediker niet stil zijn?
Er moet gesproken worden totdat God Zijn beloften gaat vervullen.
In Jesaja’s tijd is dat de wederkeer naar Jeruzalem. Maar hierin ligt ook het vergezicht op de komende Zaligmaker. Jeruzalems Gerechtigheid is de eeuwige Zoon van God. Daar ziet het Sion Gods naar uit.
Dat is ook het doel waartoe de Heere Zijn volk leidt. Zij moeten gerechtigheid voor God krijgen. De gerechtigheid van Christus moet opgaan in zielen die geheel donker zijn door de ongerechtigheid.
Er wordt in de tekstwoorden ook gesproken over het Heil Dat zal opgaan. Dat ziet op de verlossing uit de macht van satan, zonde en wereld. Christus heeft een volkomen heil verworven. Zijn er die daar naar hunkeren? Gods kinderen moeten bij de fakkel van het Woord des Heeren door de duisternis geleid worden tot de lichtstad Sion.

Na de preek sprak ds. Hoogerland nog enkele woorden tot zijn bevestiger, de verschillende genodigden, gemeente en kerkenraad, familie en gezin. Vervolgens werd hij toegesproken door ds. G. Clements namens de classis Gouda en de particuliere synode Noord-West en door wethouder A.H. van Dorp namens de gemeente Vlist.
Ouderling G.P. van Nieuw Amerongen sprak namens kerkenraad en gemeente met de wens dat de prediking gebruikt zal worden opdat daardoor de stem van de Herder mag worden gehoord. Tenslotte werd ds. Hoogerland toegezongen psalm 9:1 en 14.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen