Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus verschijning bij de Zee van Tiberias

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus verschijning bij de Zee van Tiberias

Het is de Heere ... Johannes 21:7m

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als aandachtig bijbellezer is u dat ongetwijfeld weleens opgevallen: Na dezen openbaarde Jezus Zichzelven wederom aan de discipelen aan de Zee van Tiberias. In dat woord openbaren klinkt zo helder door dat het gaat om een Godsdaad.

Soeverein, vrijmachtig laat de Heere Zijn kinderen iets zien en ervaren van de Persoon des Middelaars. Hij Die een verborgen Persoon is, ook voor Zijn Sion, als de Heere het oog des geloofs niet opent voor Hem. Lezer, is het ook uw uitzien dat Hij Zich openbaart aan uw ziel?
Zeven discipelen zijn op het voorstel van Simon Petrus gaan vissen. Sommige verklaarders denken dat ze er verkeerd aan deden terug te keren tot hun oude beroep. Drie jaar geleden heeft Jezus hen weggehaald achter het visnet en nu zitten ze er weer. Maar we sluiten ons liever aan bij Calvijn die in zijn Bijbelcommentaar schrijft: ‘Dat Petrus zich weer tot het vissen begaf moeten wij niet beschouwen als in strijd met zijn roeping (...). Hij was nog niet bevolen aan de uitoefening van het leerambt te beginnen’. Het is de voorbereidingstijd voor Jezus hemelvaart en de discipelen moeten leren door het geloof te leven met een ‘gaande en een komende’ Jezus. Hij, Die Zich openbaart en weer uit hun gezicht weg is. Dat is de worsteling van hun leven geweest en daarom is het zo begrijpelijk dat ze hun oude vak weer opnemen. En zo zijn ze in het scheepje gegaan om te vissen.
Maar in die nacht vingen zij niets.
Niets... dat gebeurde eigenlijk nooit.
Zeven bekwame vissers op het meest geschikte tijdstip, vissend op een visrijk meer! Hebt u ook weleens zo’n nacht gevist? Zo in de kerk geweest, de Bijbel gelezen, de knieën gebogen en elke keer weer een leeg net. O, Gods kinderen kennen wel de aanvechting van satan als het visnet leeg blijft: gij hebt geen heil bij God. Wellicht horen ze de spot van oppervlakkige godsdienstige mensen: waar wacht je toch op? En als je er dan ook nog achter komt menigmaal werkeloos, doelloos en moedeloos te zijn en altijd vissend in de troebele en stinkende wateren van ons eigen bestaan dan wacht het maar op één ding: de openbaring van Jezus aan de ziel.
Als de discipelen bijna bij het land terug zijn, staat Jezus op de oever. Nu zullen ze verblijd worden en zal hun teleurstelling overgaan in vreugde.
Nee, niets van dat alles! Ze wisten niet dat het Jezus was. Hij zal Zichzelf bekend moeten maken en dat begint altijd met de ontdekking van onze leegheid en armoede. Hoe teer klinkt zijn roep: ‘Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs?’ Maar bits is het weerwoord: ‘Neen’. Die zeven discipelen kunnen alleen hun armoede op tafel leggen.
Wat is dat nodig, lezer, dat we met onze armoede openbaar komen, bij aanvang en voortgang. Of kunt u zelf nog wat bij elkaar vissen?
Dan klinkt het bevel van Jezus: ‘Werpt het net aan de rechterzijde van het schip, en gij zult vinden’. Het is al morgen en tegen alle regels van de visserskunde in. En toch werpen ze het net uit. Niet aan de rekenzijde, maar aan de geloofszijde. Niet als bekwame vakmensen maar als onkundigen en machtelozen. Treffend, zo gaat het in het leven der genade nu altijd. En nu het wonder: als op het woord van Jezus het net overboord gaat, is het net vol van vissen. En na die weldaad gaan de ogen open voor de Weldoener. De discipel welken Jezus liefhad, Johannes, is de eerste die het mag zien. En hij zegt het tot Petrus: ‘Het is de Heere’. Dat is dezelfde belijdenis die steeds weer klinkt na Pasen: Jezus is Heere! Dat hebben ze geloofd toen Hij Zich openbaarde op de Paasavond. ‘De discipelen werden verblijd als zij de Heere zagen’ (Johannes 20:20). En Thomas mocht een week later belijden: ‘Mijn Heere en mijn God’ (Johannes 20:28b).
Straks zal blijken dat Jezus hen niet nodig heeft. Dat er allang een kolenvuur is en vis en brood. Hij is de Gastheer en heeft voor alles gezorgd.
Zo handelt de Heere met Zijn volk.
Hij ontvangt ze met gaven die ze niet gevangen hebben. Jezus is het Brood des levens en voorziet in al de behoeften van Zijn Sion. Zullen ze niet verwonderd hebben aangezeten? Zo zal de Kerk straks ontvangen worden: ze gaan niet binnen met hun vangst, hun strijden of hun bidden. Maar ze zullen eten en verzadigd worden met wat God naar Zijn welbehagen hen bereid heeft. Alles uit Hem en niets van hen! En ze zullen Jezus kennen en in verwondering uitroepen: Het is de Heere!

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 2013

De Saambinder | 16 Pagina's

Jezus verschijning bij de Zee van Tiberias

Bekijk de hele uitgave van donderdag 11 april 2013

De Saambinder | 16 Pagina's