Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BEVESTIGING EN INTREDE KANDIDAAT J. VAN LAAR TE RIJSSEN-WEST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEVESTIGING EN INTREDE KANDIDAAT J. VAN LAAR TE RIJSSEN-WEST

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Donderdag 5 september 2013 was voor de gemeente van Rijssen-West een dag van grote betekenis. Toen mocht kandidaat J. van Laar in de middagdienst bevestigd worden als herder en leraar van onze gemeente en in de avonddienst intrede doen. Beide diensten werden gehouden in de Noorderkerk.

Bevestiging
Ds. L. Blok bediende het Woord n.a.v. Openbaring 22:16a; “Ik, Jezus, heb Mijn engel gezonden om ulieden deze dingen te getuigen in de gemeenten.” Het thema van de preek was: Het ambt van de dienaar des Woords, nader uitgewerkt in: 1. De Zender; 2. De gezondene; 3. De zending.
In de eerste plaats werd de gemeente bepaald bij de woorden “Ik Jezus.” Daarbij werd gewezen op de inhoud van deze Naam en het werk der zaligheid aan Hem toebetrouwd vanuit de eeuwigheid.
Christus heeft van eeuwigheid betuigd: “Ik kom”. Hij is gekomen en heeft in de weg van kribbe tot kruis de hitte van Gods gramschap geblust met de prijs van Zijn dierbaar bloed. Ook het zenden en ontvangen van een herder en leraar ligt in Zijn hand.
In de tweede plaats wordt gesproken over “de gezondene”. In het tekstgedeelte wordt gesproken over “Mijn engel.” Gods Woord noemt dienaren niet alleen engelen maar ook: sterren, vissers, wachters, herders enz. Het formulier om de dienaren des Woords te bevestigen spreekt van “Huisverzorgers Gods”. Deze gezanten hebben echter geen engelennatuur. Het zijn mensen; kinderen van de gevallen Adam.
Ten slotte wordt gewezen op “de zending van Gods knecht.” De dienaren mogen getuigen van het grote werk Gods. Zij mogen de dienst des Heeren aanprijzen.
Ze moeten wet en Evangelie verkondigen en de mens, die ten diepste een vijand van God en de zaligheid is, wijzen op zijn volle verantwoordelijkheid, maar ook op de dierbaarheid van de Zaligmaker.
Na het lezen van het “Formulier om te bevestigen de dienaars des Woords” antwoordde kandidaat J. Van Laar op de gestelde vragen met een plechtig: “Ja ik, van ganser harte”. Onder het zingen van Psalm 132:6 knielde hij neer onder de geopende Bijbel. Aan de handoplegging namen deel: ds. C.A. van Dieren, ds. A. Schreuder, ds. A. Moerkerken, ds. G.J. van Aalst, ds. G. Pater en ouderling K.H. de Heer. Hierna werd de tot predikant bevestigde kandidaat staande Psalm 20:1 toegezongen.
Ds. Blok sprak ten slotte de nieuwe herder en leraar, mevr. Van Laar en hun kinderen, kerkenraad en gemeente in hartelijke bewoordingen toe, waarna de dienst werd beëindigd.

Intrede
In de avonddienst verbond ds. J. van Laar zich aan de gemeente met de woorden uit Psalm 25:4 en 5: “HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden. Leid mij in Uw waarheid, en leer mij, want Gij zijt de God mijns heils; U verwacht ik den gansen dag.”
Het thema van de preek luidde: Het gebed van David. Dit werd nader uitgewerkt in: 1. Zijn vraag om onderwijs; 2. Zijn vraag om leiding; 3 Zijn Bron van verwachten.
Nadat ds. Van Laar kennis gegeven had hoe de Heere hem n.a.v. Ex. 32:34 geleid heeft in het moeten aannemen van het beroep, mocht hij zijn arbeid als herder en leraar aanvangen. Hij wees erop dat het werk van een dienaar des Woords niet kan zonder de bede uit Psalm 25.
David zocht de toevlucht niet bij mensen. In vers 1 lezen we: “Tot U, o HEERE! Hef ik mijn ziel op.” Het is groot om zo, met een hartgrondig gebed om hulp, te mogen naderen tot de Heere. Dit is ook in de gemeente onmisbaar. David vraagt: “Laat mij niet beschaamd worden.” Hij had door genade mogen leren dat allen die de Heere verwachten niet beschaamd zullen worden en riep de Heere aan Die de Onveranderlijke blijft, Hij vraagt verder: “HEERE! maak mij Uw wegen bekend, leer mij Uw paden.” Het is een bede om onderwijs van de Heere. “Uw wegen”, d.w.z. de weg van de Heere, door Woord en Geest bekendgemaakt. De dominee wenst dat de Heere zo wil werken onder jong en oud, ook op de catechisatie.
Daarom: “Leer mij Uw paden.” Paden zijn smaller dan wegen, zijn moeilijker begaanbaar. Paden zien dan ook op een nauwe omgang met de Heere. Om als een hulpeloze aan de Heere verbonden te worden en te mogen horen dat er hulp is besteld bij een Held. Daarvoor is het gebed nodig. Hierna wordt de gemeente bepaald bij de vraag om leiding. “Leid mij in Uw waarheid.” Zoals een blinde volkomen afhankelijk is van een ander, zo is een mens, ook een predikant, volkomen afhankelijk van de Heere. Het is genade om meer en meer in Gods weg geleid te worden door Woord en Geest. De Heere gaat nog door met Zijn werk, hoewel een mens er van zichzelf niet naar zoekt en niet om vraagt. Het welbehagen des Heeren gaat echter door.
Ten slotte bepaalt ds. Van Laar zijn gehoor bij “de Bron van verwachten”. David zegt: “Gij zijt de God mijns heils”. Heil doet denken aan de Heiland, de Zaligmaker, Die verlost van het grootste kwaad en brengt tot het hoogste goed. Dat begint met ontdekt te worden aan de hulpeloosheid. Dan wordt gevraagd naar een Zaligmaker. Dat is de weg van de Drieenige God. David mocht zeggen: “U verwacht ik.” Verwachten is geen wachten, maar uitzien naar genade. Het is Gods goedheid om mensen, die alles verzondigd hebben, te onderwijzen. Daarom stuurt de Heere nog verkondigers.
Na de prediking sprak ds. Van Laar een persoonlijk dankwoord tot zijn bevestiger en vele anderen. Hierna worden de dominee, zijn vrouw en kinderen achtereenvolgens hartelijk toegesproken door: de consulent ds. C.A. van Dieren namens de Classis Rijssen, de PS-Oost en de plaatselijke kerken; ds. P. Melis namens het Curatorium; student H.A. van Zetten namens de studenten van de Theologische School; burgemeester A. Hofland namens de gemeente Rijssen-Holten en door ouderling K.H. de Heer namens kerkenraad en gemeente. Daarna werd de dominee staande Psalm 25:7 toegezongen. Daarna legde hij als eigen herder en leraar de zegen op de gemeente.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2013

De Saambinder | 20 Pagina's

BEVESTIGING EN INTREDE KANDIDAAT J. VAN LAAR TE RIJSSEN-WEST

Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 oktober 2013

De Saambinder | 20 Pagina's