Biddag van een naamloze

We staan weer - zo de Heere het geeft - nabij de biddag. De dankdag ligt eigenlijk pas achter ons. Nu alweer biddag... Het lijkt steeds sneller te gaan. Hoe verder ons levenspad zich kronkelt, hoe meer en meer lijken de onmogelijkheden zich voor te doen. Denk alleen eens aan het voornaamste stuk wat God van ons vraagt: het gebed. Hoe nameloos arm kan hij zichzelf waarnemen als het om deze tere zaak gaat. Doch hoe troostrijk, dat zelfs de discipelen hun Meester vroegen: ‘Heere, leer ons bidden’. Hij weet immers dat wij het niet kunnen en wat maaksel we zijn. En juist dáárom mag ik mijn bedelhand ophouden en Hij schenke ons dat hartelijke zuchten om Zijn dierbare Geest. Omdat een waar gebed daardoor Gode aangenaam is. En ik luister zo graag naar het gebed van de tollenaar, het worstelen van Jacob, het prevelen van Hanna, het kirren van Hizkía... Dat zijn ook geen mooie gebeden, wel wáre gebeden. O, mocht ik er een kruimeltje van ontvangen! Ik las in Watson: ‘Het ware gebed is al kloppen op het hart van God’. Waar mogen we om dan om bedelen? In de HC, vraag 118, staat zo krachtig: ‘Wat heeft ons God bevólen van Hem te bidden?’ En dan dat állesomvattende antwoord: ’Alle geestelijke en lichamelijke nooddruft’. Geen beperkingen, hoort u wel? O, welk een onuitsprekelijk milddadige, rijke God! We mogen onze bedelhand ophouden in álle omstandigheden. Ja, dat wil Hij. Kan Hij nog lager afdalen, voor zulke snode rebellen? ‘Niettegenstaande we zulks onwaardig zijn’. Van harte hiermee ingestemd, geheel onwaardig. Biddag is daarom immers ook boetedag. Dat we vanuit het stof der verootmoediging schuld belijdend zouden mogen smeken. Want Hij wil veel minder afslaan, hetgeen we Hem met een recht geloof bidden, dan onze aardse vaders ons aardse dingen ontzeggen.
Wat hebben we vaak in ons voorgeslacht, in de diepste noden de rijkste uitkomst mogen zien... op het gebed. Jonge mensen, dit voor jullie ter bemoediging. Hij is gisteren, heden en tot in der eeuwigheid Dezelfde! Roep Hem aan, want Hij bouwt nóg Zijn kerk uit het opkomende geslacht. Ondanks de grote listen, die de satan gebruikt om onze jongelui in zijn netten te vangen. De Heere vermaant zo liefdevol en ernstig: ‘Volhardt in het gebed’. Nog eens Watson geciteerd: ‘Het gebed is een zoete samenspraak met God. Hij komt tot ons neder op de vleugelen van Zijn Geest en wij varen tot Hem op de vleugelen van het gebed’. Moge dit veel in beoefening zijn, ook op biddag 2014

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen