Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vanuit de commissie catechese

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vanuit de commissie catechese

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Tijdens de Generale Synode van 2010 is een Commissie Catechese benoemd. Van tijd tot tijd vindt u in deze rubriek artikelen over de voortgang van het werk van de commissie. In deze bijdrage gaat ds. G. Clements in op het vragenboekje van Hellenbroek dat onder ons gebruikt wordt op de zaaiplaats van de religie.

Het vragenboekje van ds. Hellenbroek op de catechisatie

De catechisatie is een “rechte zaaiplaats van de religie”, zo vonden de gereformeerde vaderen. Vanuit dat besef is er de laatste Synode uitvoerig gesproken over het belang van de catechese. Men concludeerde dat bezinning nodig is op de didactiek van het vragenboekje van ds. A. Hellenbroek en ook van de Heidelbergse Catechismus.

Een praktische vertaalslag naar de jeugd lijkt gewenst. Het memoriseren van kennis is en blijft belangrijk. Het begrip van de catechisant zou bevorderd kunnen worden door het gebruik van bronteksten, illustraties en andere informatie. Pastorale en ook actuele vragen zouden een plaats moeten krijgen in de methode. Twee redacties zijn al enige tijd druk bezig om aan al deze wensen vorm te geven. In dit artikel enkele overwegingen bij het vragenboekje van Hellenbroek, waarbij we gebruik maken van een recente studie van Th. Steenbergen (2010).

Het vragenboekje van Hellenbroek

De oorspronkelijk titel van het vragenboekje van Hellenbroek luidt: “Voorbeeld der Godlyke Waarheden voor eenvoudigen, die zich bereiden tot de belydenisse des geloofs” (Rotterdam, 1706).

Hellenbroek had met zijn boekje vooral de oudere catechisanten op het oog. Voor de jonge catechisant waren er andere boekjes in omloop zoals “De Christelijke Kinder-school” van Guiljelmus Saldenus. In onze gemeenten wordt het vragenboekje van Hellenbroek vooral gebruikt in de leeftijdsgroep tussen de 12 en de 18 jaar. Onze jeugd is meer geoefend in studeren dan in de dagen van Hellenbroek.

De titel spreekt ook van “eenvoudigen” als doelgroep. Hier werd doorgaans een maatschappelijke stand mee bedoeld, op bescheiden voet levend. Ongetwijfeld heeft het woord voor Hellenbroek ook een diepere zin, namelijk de innerlijke eenvoud, zoals hij in zijn voorwoord onderstreept: ‘Laat hoogmoed en ijdelheid van u geweerd zijn’.

Kritiek

Het “Voorbeeld” werd uitgegeven in 1706 te Rotterdam en heeft andere bestaande methoden gaandeweg verdrongen. Het vragenboekje werd vooral in de kringen der Voetianen gebruikt. In de meer “verlichte kringen” stond men bepaald kritisch tegenover het boekje. Zij wilden de jeugd aanzetten tot meer zelfstandig denken. Men vond het een ‘autoritaire’ catechese, waarbinnen geen ruimte zou bestaan voor de rede.

Vonden de ‘verlichte’ dominees in vorige eeuwen dat het boekje te weinig voor het verstand heeft, vandaag is de kritiek dat het boekje teveel voor het verstand heeft. Dr. T. Brienen merkt op dat het cognitieve element een overheersende rol heeft. ‘Dit lijkt het doel van de catechese te zijn: een verstandelijk klaar weten en van buiten kennen’.

Hoofd én hart

Deze kritiek is eenvoudig af te wenden door het voorwoord nog eens aandachtig te lezen. Het is Hellenbroek er zeker veel aan gelegen dat de leerling kennis heeft. Het uit het hoofd leren zal daarbij een belangrijke plaats moeten innemen, ook van de Bijbelteksten. ‘Zoek ook de nodige Schriftplaatsen vast en vaardig van buiten te kennen’. Het is echter nooit de bedoeling van Hellenbroek geweest om met verstandelijke kennis alleen tevreden te zijn. Hellenbroek zag ook het gevaar van louter memoriseren, dat de jonge mensen maar tot ‘papegaaien’ maakt. Er is meer nodig. ‘Wend u vooral in het gebed tot God, dat de Heere u geve een opgehelderd verstand en tevens de inleiding van de Geest des Heeren’.

Daarom beveelt hij de catechisanten aan om naast de behandelde stof een goed boek te lezen. ‘Die wat gevorderd is, leze een boek over die stof’. De catechisant zou zich kunnen verdiepen in Bunyans “Christenreis” waarin de orde des heils zo levendig ter sprake komt. Of het lezen van een eenvoudige kerkgeschiedenis die de nodige achtergrondinformatie biedt bij onderwerpen uit Hellenbroek.

Juweeltjes

Dat het Hellenbroek niet slechts om hoofdkennis te doen is, maar om hartenkennis, blijkt ook uit de vragen en antwoorden zelf. Enkele ‘juweeltjes’ maken dit duidelijk. Zo wordt er bijvoorbeeld gevraagd hoe het onderzoek van Gods Woord moet geschieden? Antwoord: ‘In Gods vreze, met een biddend hart, eerbiedig en aandachtig en met een geestelijk oordeel’. Klassiek is het antwoord van Hellenbroek hoe de zondaar overgaat in het genadeverbond: ‘De zondaar doet dit bedaard, vrijwillig, armoedig, gelovig, oprecht, met een gehele toestemming aan de eisen, zowel als aan de beloften des verbonds’.

Bewerkingen in 18 e en 19e eeuw

Door de tijd heen zijn er verschillende pogingen gedaan om Hellenbroek toegankelijk te houden voor de jeugd. De meest interessante uitgave is van de hand van Daniel van Wijngaarden, voorzanger in Willemstad. Hij berijmde het vragenboekje op de wijze der psalmen (1798).

In 1776 gaf Jan Nupoort, catechiseermeester uit Schoonhoven, een bewerking uit van het ”Voorbeeld” en breidde haar uit met vele extra vragen en antwoorden.

Als laatste noemen we hier de miniversie van “Voorbeeld” in 1801 door Ph. J. Resler, predikant te Maassluis (1765-1827).

Bewerkingen in 20 e eeuw

In de vorige eeuw zijn in de kring van onze gemeenten enkele werkboekjes bij het vragenboekje van Hellenbroek verschenen om de inhoud te verduidelijken. Zo verscheen in 1936 “Aantekeningen uit de Catechisatiën”, een verslag van de Hellenbroek-catechese door ds. J. Fraanje van de hand van een catechisante. In 1988 publiceerde ds. C.J. Meeuse een werkboekje bij het Voorbeeld en in 2005 verscheen nog een hulpboek met catechisatieschetsen door ouderling J. de Jager.

Onze werkwijze

De methode die de synodale commissie voor ogen staat, gaat uit van de GBS-tekst van Hellenbroek. Bij moeilijke antwoorden biedt een uitleg in de kantlijn hulp. Hellenbroek adviseerde de catechisant aan om bij iedere vraag wat stil te staan. ‘Maak het tot uw gewoonte die te overdenken’.

Als commissie hebben wij hierbij aansluiting gezocht en de vragen van Hellenbroek verlucht met broncitaten, illustraties, verhalen uit de kerkgeschiedenis, gedichten, eigentijdse kwesties en pastorale adviezen.

Erg belangrijk vindt de commissie het ook dat de catechisant zijn Bijbel met kanttekeningen leert gebruiken. Daarom is er bij ieder hoofdstuk een korte Bijbelstudie met vragen opgenomen. Tenslotte geeft de methode bij herhaling aandacht aan de belangrijkste belijdenisgeschriften, zodat de catechisant besef krijgt dat het vragenboekje verbindt met het getuigenis van de Kerk der eeuwen.

Al onze arbeid is slechts een hulpmiddel, zoals ook Hellenbroek in zijn voorwoord schrijft: ‘Dat zonder de bijstand des Heeren wij niet tot enig werk of woord bekwaam zullen zijn’.

Gouda, ds. G. Clements

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2014

De Saambinder | 20 Pagina's

Vanuit de commissie catechese

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 april 2014

De Saambinder | 20 Pagina's