Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christus bij een treurend volk na Pasen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christus bij een treurend volk na Pasen

En wij hoopten dat Hij was Degene Die Israël verlossen zou. Lukas 24:21

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het heeft op de Paasmorgen zo groots geklonken: De Heere is waarlijk opgestaan. Vrouwen die bedroefd naar het graf zijn gegaan, hebben de boodschap gekregen van de engel. Markus 16:9 zegt dat Christus eerst verschenen is aan Maria Magdaléna, uit welke Christus zeven duivelen uitgeworpen had.

“Deze heengaande boodschapte het dengenen die met Hem geweest waren, welke treurden en weenden.” Tot deze bedroefde discipelen is de boodschap gebracht dat Hij leeft en door haar is gezien, maar ze geloofden het niet. Hierna, zo zegt nog steeds Markus, is Christus geopenbaard in een andere gedaante aan twee van hen, daar zij wandelden en in het veld gingen. Markus zegt: “aan twee van hen”, namelijk van die treurenden. Straks zullen zij zeggen dat de vrouwen wel gesproken hebben van het lege graf en van een verschijning van engelen die gezegd hebben dat Christus leeft.
Zij zeggen ook: “Maar Hem zagen zij niet”. Ze hebben blijkbaar de boodschap niet volledig gehoord, of ze zijn weggegaan voordat Maria Magdaléna de boodschap heeft gebracht.
In ieder geval gaan ze bedroefd terug naar Emmaüs. Waarom zijn ze zo bedroefd?
Lukas schrijft dat ze op dezelfde dag, dat is de opstandingsdag van Christus, naar het kleine plaatsje Emmaüs op weg waren. Het ligt ongeveer tweeëneenhalf uur bij Jeruzalem vandaan.
Onderweg hebben zij samen gesproken over alles wat gebeurd is. Ze hebben elkaar ook ondervraagd, zegt vers 15. Maar de réden van hun droefheid komt pas openbaar als Christus, Die Zich voor hen zo verborgen houdt, vragen gaat stellen. Opmerkelijk is dat toch. Opeens is Christus bij hen en trekt met hen mee op. Hij laat Zijn treurend volk niet aan zichzelf over, o nee. Maar Hij openbaart Zich ook niet direct. Daar gaat Hij plaats voor maken. Eerst zijn hun ogen gehouden, weerhouden door Christus’ macht, zeggen de kanttekenaren, dat zij Hem niet kennen . Dat de Emmaüsgangers niet herkennen wordt blijkbaar niet veroorzaakt door Christus’ andere gedaante, Zijn verheerlijkt lichaam. Het komt omdat Christus hun ogen gesloten houdt.
Wat komt hier het gewone handelen van de Middelaar openbaar. Wanneer een zondaar tot God wordt bekeerd, zal hij ook niet direct kennis hebben van de Middelaar. Hij leert zijn ellende kennen uit de wet Gods. Toch is het wél de bediening van de Middelaar.
De levendmaking van een zondaar is door Christus verdiend.
De bekering van een zondaar heeft het bloed van Christus gekost! En het is de Middelaar Die Zijn Sion de wet leert verstaan als kenbron der ellende, zegt onze Heidelbergse Catechismus.
Zo komt er in een weg van ontdekking plaats voor de openbaring van de Middelaar.
Hier zijn twee mannen, Kléopas heet de ene, aan wie Christus is bekendgemaakt in hun leven. Uit hun antwoord, dat ze straks gaan geven, blijkt dat ze op Hem hebben gehoopt als de Verlosser van Israël. Je hoort er als het ware Psalm 130 in. De Psalm die gezongen heeft uit de diepten der ellenden. De Psalm die ook zong: “En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden”.
Zo hebben zij op Hem hun hoop van verlossing gehad. Maar dat is nu voorbij: “Wij hoopten.” Met het sterven van de Middelaar en Verlosser is al hun hoop vergaan. En geloven... dat konden ze niet.
En zie, daar is Christus bij hen! Hij stelt een vraag. Zo doet Christus dat zo vaak. Zo heeft Hij het ook gedaan bij de blinde Barthiméüs: “wat wilt gij dat Ik u doen zal”. Natuurlijk wist Christus dat, als alwetend God.
Hij stelt zo’n vraag, opdat de nood openbaar komt en Hem wordt bekendgemaakt. Barthiméüs zei: dat ik ziende mag worden! En hier? Hij vraagt waar zij over spreken, wat ze verhandelen onder elkaar, waarom ze zo droevig kijken. Kléopas antwoordt: “Zijt Gij alleen een vreemdeling in Jeruzalem, en weet niet de dingen die deze dagen daarin geschied zijn?” En Christus vraagt dóór: welke? Wat heeft de Middelaar een geduld met zijn droevig, hopeloos en ongelovig volk!
En hoor!
Nu komt er uit wat ze samen bespraken. Nu wordt de nood bekendgemaakt. Het gaat over de dingen aangaande Jezus de Nazaréner, Welke een Profeet was. Dat is het eerste wat ze zeggen. Zó was Hij aan hen bekend geworden. Ze hebben Hem niet alleen gekend, zoals zovelen Hem benoemden in uitwendige zin: Jezus de Nazaréner. Nee, ze hebben Hem als Profeet gekend, Die hen heeft onderwezen. Ze hebben Zijn profetisch werk gekend: krachtig in woorden én in werken. Ze hebben gezien dat Hij en Zijn werk voor God konden bestaan. Ze wisten dat dit werk Zijn kracht heeft gedaan onder de mensen. Ja, als het om Zijn profetische bediening ging, dan konden ze daar wat van vertellen.
Het is echter zo anders gegaan dan zij dachten. Deze Profeet is overgeleverd door de overpriesters tot het oordeel des doods. En dát verstonden ze niet. Christus, hun Profeet, zijn ze kwijtgeraakt aan de dood. Ze verstonden niet dat Zijn dood nu juist de verlossing betekende voor Zijn volk. En het is inmiddels de derde dag erna. O, ze zijn nu álles kwijt. Daarom zijn ze zo bedroefd. En nu is hen geboodschapt door de vrouwen dat Hij leeft! Maar die vrouwen hebben hen niet kunnen vertellen dat ze Hem hebben gezien: “maar Hem zagen zij niet”. De droefheid van deze discipelen strekte zich uit naar Zijn Persoon. En zolang Hij niet wordt gezien, zal hun droefheid niet verwisseld worden in geluk. Ach, Hij loopt bij hen, maar Hem zagen ze (nog) niet. Wat wordt het voor dit droeve volk noodzakelijk dat ze de Zone Gods als uit de hand des Vaders terugontvangen als de Levensvorst Die dood is geweest én die leeft!

Barneveld, ds. D. de Wit

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

De Saambinder | 16 Pagina's

Christus bij een treurend volk na Pasen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 mei 2014

De Saambinder | 16 Pagina's