Het Schatboek [36]

In de vorige Zondag is de noodzakelijkheid aangewezen van de bekering des mensen tot God, om daardoor zijn dankbaarheid te betonen. Nu wordt vervolgens in deze Zondag geleerd wat de waarachtige bekering des mensen is, en waarin die bestaat.

De noodzakelijkheid
Het Schatboek citeert als het gaat over de noodzakelijkheid van de bekering een uitspraak van de Cyprianus (ca. 250): ‘Als men eens van hier gescheiden is, is er geen plaats meer voor boetvaardigheid en kan geen voldoening iets uitwerken. Hier wordt het leven óf verloren, óf behouden; hier wordt voorzien in de eeuwige zaligheid door de dienst van God en de vrucht van het geloof. Laat niemand door zijn zonden of leeftijd belet worden te komen om zijn zaligheid te verkrijgen. Zolang men nog in deze wereld verblijft, is geen boetvaardigheid te laat...’

Wat het is
Een volledige en wezenlijke omschrijving is deze: ‘De bekering tot God is een verandering van een verkeerd verstand en een verkeerde wil in een goed verstand en een goede wil, die de Heilige Geest door de prediking van Wet en Evangelie in de uitverkorenen verwekt. Daarop volgt een ijverige begeerte om goede werken te doen en een gelijkvormig maken van het leven aan al Gods geboden.’ - ‘Om hun ogen te openen, en hen te bekeren van de duisternis tot het licht, en van de macht des satans tot God; opdat zij vergeving der zonden ontvangen, en een erfdeel onder de geheiligden, door het geloof in Mij... En den heidenen verkondigd dat zij zich zouden beteren en tot God bekeren, werken doende der bekering waardig’ (Hand. 26:18,20).

Waarin ze bestaat
Er zijn twee delen van de bekering, namelijk een doding of afsterving van de oude mens of het vlees, en een levendmaking of opstanding van de nieuwe mens of de geest.
De afsterving van de oude mens of het vlees is een verloochening en vernietiging van de verkeerdheid van onze natuur in ons, en bestaat in drie delen of trappen:
1. De erkenning van de zonden en van de toorn van God.
2. Een leedwezen om de zonde, en omdat God vertoornd is.
3. Het haten en vlieden van de zonde.

Het tweede deel van de waarachtige bekering van de mens tot God is de opstanding van de nieuwe mens of de geest. Zij is ‘een hartelijke vreugde in God door Christus, en een ernstige lust en liefde om naar de wil Gods in alle goede werken te leven’.
Ze bevat drie delen, die precies tegenovergesteld zijn aan de afsterving.
1. Het kennen van en vertrouwen op Gods barmhartigheid in Christus.
2. Een vreugde, die eruit voortkomt dat God door Christus verzoend is.
3. Een vurige lust en ijver tot gerechtigheid en een nieuwe gehoorzaamheid, namelijk om niet meer te zondigen, maar om het hele leven lang dankbaarheid aan God te bewijzen en Zijn liefde te behouden. Deze ernstige begeerte is de nieuwe gehoorzaamheid zelf.

HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn.

Uit: Zondag 33; HET SCHATBOEK, Z. Ursinus, deel 2; Gebr. Koster, Barneveld 2014

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen