Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Psalmen van Datheen [1]

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Psalmen van Datheen [1]

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wie een vergadering van de classis Ridderkerk bijwoont, ervaart dat uit de psalmberijming van Datheen wordt gezongen. Dit als gevolg van de bepaling in 1907, bij de fusie tussen Ledeboerianen en Kruisgezinden, dat tijdens de vergaderingen van de classes of synoden uit die berijming gezongen moest worden. Datheen, op 25 maart 1566 verscheen zijn bundel, nu dus 450 jaar geleden. Een aanleiding om bij zijn leven en werk stil te staan.

In 1531 werd in het Zuid-Nederlandse stadje Kassel (nu in Frankrijk) in het gezin Daten een jongetje geboren. Bij de Heilige Doop ontving het de naam Pieter. Op jeugdige leeftijd werd hij opgenomen in het Karmelietenklooster van Ieper. Dat betekende dat hij er werd opgevoed en waarschijnlijk levenslang zou wonen, maar nog het recht had het klooster te verlaten. Zijn bedelorde was in 1235 opgericht op de Bijbelse berg Karmel. Doel was een afgezonderd leven in armoede en met veel gebed. Spoedig hoorde Pieter over gruwelijke ketters, die door een ‘nije leer’ afweken van de moederkerk. In West-Vlaanderen nam hun aantal schrikbarend toe.

Grote indruk op hem maakt het sterven van de schoenmaker uit Ieper, Maarten, die op de pijnbank ketterse gevoelens niet afzweert. Ten aanschouwe van een menigte wordt hij op het marktplein omgebracht. Diens marteldood zet de jonge kloosterling aan het denken. Wat was toch de enige troost van die schoenmaker? Hoe kon hij, nauwelijks ouder dan Pieter, in die troost zalig leven en sterven? Wat ontbreekt hem, ondanks zijn zelfkastijding en braaf monnikenleven?

God zet de jeugdige kloosterling stil en wijst op Zijn Zoon, bij Wie alleen behoud is. Dan verlaat Pieter zijn klooster stilletjes… We treffen hem daarna in de Vlaamse stad Kortrijk aan.

In Engeland en Duitsland

Datheen is nog geen twintig jaar als hij tijdens diensten in de regio mag voorgaan. Maar als in Engeland de jonge Eduard VI op de troon komt, zoeken gereformeerden daar geloofsvrijheid. Ook Pieter, met zijn vrouw, Benedicta. Er ontstaan vluchtelingengemeenten. In Londen leiden Maarten Micron uit Gent en de Pool Johannes á Lasco ‘Petrus Dathenus’ tot predikant op.

Als in 1553 Eduard VI overlijdt en wordt opgevolgd door zijn roomse halfzuster Maria, is het met de vrijheid afgelopen. Datheen is in tegenspoed geduldig, is dankbaar en heeft een goed toevoorzicht op God. Geen schepsel kan hem scheiden van Zijn liefde. Bij niemand anders is zaligheid te zoeken of te vinden.

Datheen reist via Emden naar Frankfort, waar Micron hem in 1555 bevestigt als predikant van een andere gereformeerde vluchtelingengemeente. Hier bieden de Lutheranen felle tegenstand. In 1561 bepaalt de stadsraad dat gereformeerden geen kerk mogen gebruiken en dat hun sacramentsbediening verboden is. De Lutheranen vermijden discussies over dogmatische onderwerpen.

Wat een voorrecht dat keurvorst Frederik III van de Palts zijn Nederlandse geloofsgenoten wil ontvangen. Zij zijn welkom in Frankenthal en ervaren Datheens leiding.

Daarnaast wordt hij van betekenis voor alle gereformeerde kerken. Hij vertaalt de Heidelbergse Catechismus in het Nederlands. De liturgische formulieren in ons kerkboek zijn ook van hem afkomstig. De gemeente moet tijdens de eredienst kunnen zingen. Er bestonden berijmingen, maar die waren óf incompleet, óf ongeschikt voor het eenvoudige kerkvolk. Ook daar zet hij zich voor in.

Een verloren veldslag

Na een aantal rustiger jaren in de Palts doet men in 1566 een beroep op Petrus Datheen om het Evangelie opnieuw in Vlaanderen te verkondigen. Hij stemt daarmee in en vanuit Gent trekt hij door het land om tijdens hagenpreken in bossen en velden duizenden(!) hoorders te bereiken.

De gereformeerden houden hun classes en synodes, waar een kerkelijke organisatie tot stand komt. Daar treft men ook Datheen aan en onder zijn voorzitterschap wordt besloten tot gewapend verzet tegen de legers van Philips II. Helaas delft in 1567, bij Oosterweel, het zogenaamde ”leger van de gezamenlijke kerkenraden” het onderspit.


Wat een voorrecht dat keurvorst Frederik III van de Palts zijn Nederlandse geloofsgenoten wil ontvangen.


Datheen keert daarna terug naar Frankenthal en we zien hem spoedig als veldprediker meegaan met de troepen van Frederik III, die de Franse hugenoten assisteren. Zowel deze keurvorst als Willem van Oranje benoemen hem tot hofpredikant. Verder is hij afgevaardigd naar kerkelijke vergaderingen.

Zo treft men Datheen, ”de dominee met de rode baard”, in 1571 opnieuw aan in het Oost-Friese Emden om de synode te presideren. Datheen oogst respect omwille van zijn leidinggevende capaciteiten. Hij vertegenwoordigt Oranje bij een aantal kerkelijke en politieke kwesties. De grens daartussen was overigens soms vaag! Verder voert Datheen de gemeenten naar een kerkordelijk leven. Ook de tweede Nationale Synode, die in 1578 samenkwam te Dordrecht, kiest hem tot preses.

(wordt vervolgd)

C.R. van den Berg, Zwijndrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 2016

De Saambinder | 20 Pagina's

Psalmen van Datheen [1]

Bekijk de hele uitgave van donderdag 17 maart 2016

De Saambinder | 20 Pagina's