Afgeknapt op zelfgenoegzaamheid
Hij maakte twee keer een kerkscheuring mee. Prof. C. Veenhof (1902-1983) beleefde op die manier niet zo veel vreugde in het kerkelijk leven. Hij knapte af op een zelfgenoegzame houding, die volgens hem tekort deed aan het bevindelijke leven. Een uitvoerig proefschrift dat onlangs verscheen, werpt verrassend licht over Veenhofs persoon en motieven.
Cornelis Veenhof leefde in een veelbewogen tijd. Hij maakte als jongen de Eerste Wereldoorlog mee. Aan het einde van deze oorlog kreeg hij op zijn zestiende(!) verjaardag het boek “Het calvinisme” van de gereformeerde voorman A. Kuyper cadeau. Cornelis verslond het. Kuyper zette zo een stempel op zijn leven. Daarnaast stond er ook een stempel vanuit de bevindelijke geloofsbeleving in zijn voorgeslacht. Helaas typeert de auteur dit klimaat met trefwoorden die nogal subjectief en niet altijd correct zijn.
K. Schilder
De tweede, meer bevindelijke lijn, trok Veenhof naar de jonge gereformeerde theoloog K. Schilder, die later een kernfiguur zou zijn in de scheuring in de Gereformeerde Kerken. Hierdoor ontstonden in 1944 de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt).
Deze scheuring werd voorbereid door een reeks van jaren met onderling wantrouwen in de Gereformeerde Kerken. Er waren theologische verschilpunten rond verbond, roeping en doop. Dit ging samen met karakterbotsingen. Een verschillende uitleg van het kerkrecht maakte het probleem alleen maar groter, in plaats dat het opgelost werd. Alles bij elkaar zorgde dit ervoor dat een gezamenlijk doorgaan onder hetzelfde kerkelijke dak onmogelijk werd. Voor Veenhof zelf lag de diepste oorzaak van de polarisatie in een ‘huiveringwekkend tekort aan werkelijke, zakelijke, waarachtige Godzaligheid’. Dat zijn waarschuwende woorden!
Absoluut
De titel van het proefschrift is een kernachtige samenvatting van het boek. Van Langevelde bedoelt met het ‘klimaat van het absolute’ het (zelf)verzekerde klimaat binnen de gereformeerde wereld. Eigen theologische standpunten werden als absoluut voorgesteld, zodat er weinig ruimte was voor andere opvattingen. Dit ging nogal eens samen met een verstandelijke verwoording van de waarheden, waardoor voor bevinding weinig ruimte overbleef. Het was juist dit laatste punt waarop Veenhof afknapte.
Het proefschrift werpt verrassend licht over Veenhofs persoon en motieven.
Na veel aarzelingen was Veenhof meegegaan met de vrijgemaakte kerken. Hij waarschuwde later ernstig tegen het vrijgemaakte klimaat van zelfvoldaanheid, waardoor het eigen kerkelijke leven norm werd voor andere kerken. Ook nu ontstond er een interne machtsstrijd en partijvorming. Deze vertaalde zich zelfs in het uitgeven van twee vrijgemaakte tijdschriften, die elkaar bestreden.
Veenhof kwam in gewetensnood en maakte tegen het einde van de jaren zestig een nieuwe kerkscheuring mee. Hieruit ontstonden de Nederlands Gereformeerde Kerken. Opnieuw kreeg Veenhof te maken met kerkelijke tuchtmaatregelen. Opnieuw ging hij mee met het pas ontstane kerkverband, waarvan hij als geestelijk vader wordt gezien.
Biografie
Van Langevelde heeft voor zijn proefschrift bewust gekozen voor het schrijven van een biografie. Hij legt deze keuze in zijn inleiding ook uit. Het betekent dat het werk en de standpunten van Veenhof geheel worden beschreven aan de hand van zijn levensgeschiedenis. Wat mij betreft is dit een gelukkige keuze geweest. Zo trekt stap voor stap het leven van Veenhof aan de lezer voorbij. Deze wordt als het ware meegezogen met alle hoogte- en dieptepunten in Veenhofs bestaan, inclusief geestelijke aanvechtingen, lichamelijke problemen, psychische kwetsbaarheid, karakterfouten en zoveel meer kanten van het leven.
Veenhof zelf maakte als theologiestudent al een innerlijke crisis mee, waarin hij bemoedigd werd door de Walcherse schoolmeester A. Janse. Dit zorgde wel voor een kritische houding ten opzichte van het bevindelijke leven. Janse stond daar ook zeer kritisch tegenover. Veenhof nam deze kritiek met zich mee. Dit neemt niet weg dat hij als hoogleraar in Kampen in het persoonlijke vlak een goede verhouding had met ds. A. Verhagen, die tussen 1947 en 1955 in Kampen stond.
Dik boek
Uit het eindresultaat mogen we afleiden dat Van Langevelde een uitgezocht persoon was om dit boek te schrijven. Hij heeft een veelzijdige opleiding genoten als econoom, geograaf en kerkhistoricus. Die veelzijdigheid kwam hem van pas toen hij het veelzijdige leven van Veenhof ging beschrijven. De lezer moet er wel rekening mee houden dat Van Langevelde bijna alles interessant vond, zodat het een dik boek is geworden. Daardoor lezen we ook dat Veenhof als hoogleraar zeer streng was voor zijn studenten. Mondelinge tentamens leken op een uitputtingsslag die uren kon duren. Als Veenhof een scriptie begeleidde, was er doorgaans meer mis dan dat er in orde was. Dit was nogal ontmoedigend voor de studenten.
Ook dit hoort bij het complete beeld van een veelbewogen leven. En dat alles beschreven in een goedkoop boek, dat ook nog eens prettig leesbaar is.
N.a.v. “In het klimaat van het absolute. C. Veenhof (1902-1983) Leven en werk”; Ab van Langevelde; uitg. Vuurbaak, Barneveld, 2015; ISBN 978 90 5560 506 4; 658 blz.; € 24,75.
ds. J.M.D. de Heer, Middelburg
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 mei 2016
De Saambinder | 20 Pagina's