Boezemzonde

Letterlijk

Het woord ‘boezemzonde’ komen we letterlijk in de Heilige Schrift niet tegen. Wel lezen we vele keren het woord ‘boezem’. Mozes moet zijn hand in zijn boezem steken. Bedoeld wordt om zijn hand tussen de plooien van zijn kleed te steken. David spreekt in Psalm 35 vers 13b: ‘en mijn gebed keerde weder in mijn boezem’. Sálomo spreekt over de toorn ‘die rust in de boezem der dwazen’ (Prediker 7:9). De kanttekening bij dit vers legt uit dat het dan gaat over het hart van de mens. Eigenlijk is dan elke zonde een ‘boezemzonde’! Want iedere zonde komt toch uit die vreselijke bron van ons verdorven hart?

Inhoudelijk

Maar in ons (kerkelijk) spraakgebruik denken we bij een boezemzonde aan een zonde die wij koesteren als iets heel begeerlijks. Zonden die wij aan ons hart drukken omdat wij ze zo beminnen. Een boezemzonde is als een boezemvriend: een innig geliefde, beste vriend. Deze zonde koesteren, voeden en onderhouden we. Inderdaad gaat het om de zonde die je waarschijnlijk het meest doet! En ook een zonde die je blijft doen, terwijl je geweten waarschuwt dat je Gods gebod overtreedt. Het woordenboek (Van Dale) geeft als betekenis: ‘een lang gekoesterde, ingewortelde zonde’. In de praktijk heeft het vaak te maken met het zevende gebod. Maar het zal duidelijk zijn dat het om allerlei soort van zonde kan gaan, strijdig met Gods heilige wet.

Gestadiglijk

Van harte hopen we dat de vraagsteller last kreeg van de ‘boezemzonde’. Dat het de worsteling werd: ‘hoe word ik van mijn boezemzonde verlost?’ Als Gods Geest wederbarend gaat werken in ons leven en we ontdekt worden aan ons bestaan, worden de zonden als een last. Vaak ontdekt de Heere eerst aan die boezemzonde, om vervolgens heel ons zondenbestaan open te leggen. Wat een wonder als er dat hartelijk leedwezen over de zonde komt. Dan gaan we de oorlog verklaren aan al onze zonden. Ook die ene meest gekoesterde en lang vertroetelde zonde. Die strijd zal levenslang blijven, want zelfs ‘de allerheiligsten, zolang als zij in dit leven zijn, hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid; doch alzo, dat zij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de geboden Gods beginnen te leven’ (Heidelbergse Catechismus, antwoord 114). Nee, ook de boezemzonde zal nooit geheel en al, met wortel en tak uitgeroeid kunnen worden. Als het goed is, komt er wel een haten en vlieden (vluchten) van de zonde. En ook een uitzien naar een Borg en Middelaar, Die de zonde van Zijn Kerk gedragen heeft en overwonnen. Iets van die echte Godsvreze klinkt door in artikel 29 van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, als de kenmerken van ware christenen worden aangewezen: ‘…de zonde vlieden en de gerechtigheid najagen, de waren God en hun naaste liefhebben, niet afwijken noch ter rechter- noch ter linkerhand, en hun vlees kruisigen met zijn werken. Alzo nochtans niet, alsof er nog geen grote zwakheid in hen zij; maar zij strijden daartegen door den Geest al de dagen huns levens, nemende gestadiglijk (voortdurend, BL) hun toevlucht tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Heere Jezus, in Denwelken zij vergeving hunner zonden hebben, door het geloof in Hem’.

VRAAG?

Heb jij/hebt u ook een vraag? Mogelijke vragen over onderwerpen binnen de doelstelling van ‘De Saambinder’ kun jij/kunt u mailen naar b.labee@kliksafe.nl of opsturen naar Kerkewijk 115a, 3904 JA VEENENDAAL. Er volgt -zo mogelijk- altijd een reactie. Echter alleen als de redactie het waardevol acht voor al onze lezers, volgt publicatie in een nummer van ‘De Saambinder’.

Graag wel wat geduld, er liggen zeventig vragen te wachten.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen