Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Rustzoekers

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Rustzoekers

‘Want wij die geloofd hebben, gaan in de rust…’. Hebreeën 4:3a

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De apostel zegt niet: wij die veel liefhebben gaan in de rust, maar wij die geloofd hebben. Maar dit geloof is wel werkende door de liefde. Dit geloof is vertrouwen op Christus als de verordineerde Middelaar. Vrede komt niet op uit enig werk of enige verdienste onzerzijds, maar door geloofsgemeenschap met Christus.

Maar, zo hoor ik vragen: kende dan Paulus geen vrees? Schrijft hij niet: van buiten strijd en van binnen vrees? Gelooft hij dan altijd de rust? Nee, zeker niet, en telkens had hij nodig geloof te oefenen.

Het is werkelijk waar, dat zij die ingingen in de rust, meer het leven vrezen dan het sterven. U moet er echter ook op letten dat, te weten met God verzoend te zijn en dadelijk te rusten in Christus, niet hetzelfde is. Onze staat kan volkomen vast zijn, terwijl de standen wisselen. Paulus kende geen vrees over zijn zaligheid, maar had nodig geleid te worden van stap tot stap. Daarom mag de dagelijkse bede wel zijn: Heere, vermeerder ons het geloof. Zo genieten wij de rust alleen in afhankelijkheid van het werk van de Geest.

Kom, fladderende duif, vlieg in Jezus’ boezem! Zo zeker toch als ongeloof buiten de rust sluit, zo zeker brengt het geloof in de rust. Hoevelen teren op hun gewaand geloof en eten hun eigen liefde tot Jezus op. Het ware geloof ziet alles wat het behoeft in Christus. Daarom zet het al zijn zinnen op Hem. Buiten Christus is er geen ware rust noch vrede.

Het geloof is de hand die gevuld moet worden uit de hoorn van overvloed. Het geloof is de arm waarmee de ziel leunt en steunt op de Zielevriend. Alle krukken en stutten moeten worden weggeworpen, om op Hem alleen te leunen en op Hem alleen zich te verlaten. De grondslag van de rust ligt buiten de mens, maar de mens moet erin rusten door het geloof.

Nog even moet ik onderhandelen met mijn jonge reisgenoten. U hebt nu lang genoeg getracht rust te vinden buiten Jezus. U hebt Hem daarin oneer aangedaan, maar ook Zijn Vader Die in Hem al Zijn welbehagen heeft. U hebt daarin de Geest wederstaan. Het moge de Heere behagen alle steunsels van uw ziel te ontnemen. Dán zult u op Hem neerzinken en ervaren: wij die geloven gaan in de rust. In blijde jubelzang zult u zingen dat Hij gezegd heeft: Ik ben uw heil alléén. Wat is zalig worden toch eenvoudig! Het gaat vanzelf of het gaat in het geheel niet.

Alle dingen zijn mogelijk degene die gelooft. Op gevaar af dat deze of gene ons verkeerd begrijpt, willen wij het toch zó u voorleggen (de bedoeling is trouwens duidelijk genoeg): Bent u uw rust kwijt? Alleen door het geloof kunt u haar verkrijgen. Wie eenmaal het brood des levens heeft gegeten, al is het met de Kananese de kruimels onder de tafel, die heeft er toch de smaak van. Wanneer de Heere ons hemelse begeerten geeft, zal Hij ze ook onderhouden en vervullen.

De apostel spreekt voor zichzelf en voor Gods gemeenten. Wij, die geloofd hebben, gaan in de rust. Paulus zegt niet: wij hopen nog eens in de rust in te gaan, maar: wij gaan in de rust. Zeker, wij weten het wel hoe groot het is eens te mogen hopen en geloven, maar wij begeren u te zien in de rust en te horen zingen: De Heer’ is mij tot hulp en sterkte. Hij is mijn lied, mijn psalmgezang. In God is al mijn heil, mijn eer! Bent u uw vrede kwijt? Aan een oude dominee werd gevraagd te spreken over ‘de-vreugde-in-God’. En hij zei: het doet mij leed dat u mij vraagt juist over dit onderwerp te handelen. Want ik wandel heden niet in het licht, maar roep: ‘Geef mij weer de vreugde Uws heils’. Toen begon hij te wenen en mocht hij weerkeren tot zijn rust en… kon weer spreken met volle gloed van overtuiging in het leven van zijn ziel. Dat is beter dan opgewarmde kost.


Wie eenmaal het brood des levens heeft gegeten, al is het met de Kananese de kruimels onder de tafel, die heeft er toch de smaak van. Wanneer de Heere ons hemelse begeerten geeft, zal Hij ze ook onderhouden en vervullen.


Zo brengt deze rust tot ware dankerkentenis. In de eeuwigheid zullen zij geen rust hebben dag noch nacht, daar zij Hem eeuwig zullen dienen. Ingaande in de eeuwige rust, zullen ze eeuwig zingen van Gods deugden. Het Lam dat is geslacht zij, met de Vader en de Geest, de lof, de dankzegging en de aanbidding in eeuwigheid.

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2016

De Saambinder | 16 Pagina's

Rustzoekers

Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 juli 2016

De Saambinder | 16 Pagina's