Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De doop van de Heere Jezus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De doop van de Heere Jezus

Maar Jezus, antwoordende, zeide tot hem: Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen. Toen liet hij van Hem af. Mathéüs 3:15

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daar staan ze, aan de oever van de Jordaan, Johannes de Doper en Jezus. Wat een bijzonder ogenblik. Hier is de Koning! En Hij staat daar opeens in het midden van al die tollenaren, soldaten en zondaren. Alsof Hij ook in dat rijtje hoort. Maar Hij schaamt Zich voor hen niet. Hij is immers de Vriend van tollenaren en zondaren. Johannes staat voor Hem. De mensen kijken Hem aan. Het water in Bethábara stroomt zoals altijd. En dan zegt Jezus: Johannes, Ik wil ook gedoopt worden.

Johannes staat perplex. Moet hij, de knecht en wegbereider van deze grote Koning, Hem dopen? Moet de mindere de Meerdere dopen? Maar… welke zonden had de Heere Jezus dan te belijden? Van welk kwaad moest Hij Zich bekeren? Voor welke schuld moest Hij vergeving ontvangen? Wat zou er dan van Jezus in het doopwater van de Jordaan achter moeten blijven? Hij is toch de heilige Zoon van God, de Messias?

Verbazing grijpt Johannes aan. Hij zegt: ‘Komt Gij tot mij? Ik heb nodig van U gedoopt te worden’. Ik ben een zondaar, maar U bent de Heilige! Blijkbaar was Johannes de Doper zelf nog niet gedoopt. De doop hoorde bij zondaren. Johannes doopte immers met de ‘doop der bekering tot vergeving der zonden’. Nu begrijpen wij waarom Johannes daarvoor terugdeinst. Die doop betekent immers een veroordeling. Door het water van de doop wordt ons de onreinheid van onze zielen aangewezen. Die doop wees aan dat de Joden in zichzelf op één lijn stonden met de heidenen, tollenaren en zondaren, mensen vol van ongerechtigheid.

Zondeloos en vlekkeloos

Dat kon van Jezus niet gezegd worden. Hij is volkomen heilig. Wilde Hij gedoopt worden? Dat is toch ongerijmd? Er staat: ‘Johannes weigerde Hem zeer’. Dat betekent: hij hield aan met weigeren. Argumenten genoeg. Jezus was zondeloos. Jezus gedoopt? Nee toch! Johannes had wel een ruime dooppraktijk. Hij doopte allerlei zondaren, als ze hun zonden beleden. Dan had hij geen moeite met hun doop tot vergeving der zonden. Maar Jezus, de Zondeloze, het vlekkeloze Lam, de Rechtvaardige, Die kan hij toch niet dopen! Vandaar zijn vastberaden en aanhoudende weigering.

Maar daar maakt de Heere Jezus een eind aan. Hij zegt: ‘Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen’. Het is of Jezus met één veeg alle bezwaren van Johannes van tafel veegt. Jezus vereenzelvigt Zich met die zondaren om Hem heen. Hij staat niet boven hen, ook niet tegenover hen, maar náást hen. Als een van hen daalt Hij straks af in het water van de Jordaan om Zich te laten dopen ten behoeve van hen. En daarom mag Johannes Hem niet tegenhouden. Jezus is de ‘Koning-Knecht’! Vandaar!

Hij geeft een duidelijke verklaring: Aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen! ‘Ons’… en ‘Gerechtigheid!’ Wat bedoelt Hij daarmee? Alles wat door God van Johannes en Jezus in hun situatie geëist wordt. Johannes de Doper is geroepen om de Messias te dopen; en de Heere Jezus is geroepen om Zichzelf te laten dopen. Alles moet gebeuren volgens de rechtsorde van God. Voor Johannes gaat een heel nieuw aspect van Jezus’ messiaanse werk duidelijk worden. Hier komt het eerste zicht op Jezus’ plaatsbekleding. Johannes moet de verbinding leggen naar het Lam van God.

Voor Jezus betekende deze gerechtigheid van God dat Hij de straf op de zonde zal dragen. Hij gaat plaatsbekledend het doopwater in, als was Hij Zelf een grote zondaar. Hij gaat buigen onder de schuld van Zijn Kerk. Als het doopwater zich boven Zijn hoofd zal sluiten, gaat Hij als het ware symbolisch onder in de dood. Hij voldoet aan de eis van Gods gerechtigheid. Hij wordt begraven in het watergraf. Dat is een erkenning van de schuld en de straf op de zonde. Maar Hij had Zelf geen zonde.

Na de vleeswording op het Kerstfeest doet Christus een nieuwe stap in de diepte van de verlorenheid van ons mensenbestaan. Hij aanvaardt de schuld van Zijn volk als Zijn eigen schuld. Hij draagt het oordeel van God over de zonde. Hij is gehoorzaam aan het recht van Zijn Vader. Om zondaren te kunnen verlossen, moet het recht zijn loop hebben. De zonde moet gestraft worden. Daarom wil de Heere Jezus gedoopt worden. Uit liefde voor Zijn Vader en uit liefde tot zondaren. Hij vernedert Zich. Hij laat Zich op één lijn stellen met tollenaars en zondaars. Als was Hij een van hen. Vrijwillig buigt Hij onder die schuld als Hij afdaalt in het water.

Heenwijzing naar het kruis

Willen u en ik behouden worden, dan zullen we moeten weten dat er voor ons betaald is. Daarop wijst de doop van de Heere Jezus. Dat Hij de schuld van al die miljoenen aanvaardt en wegdraagt. Als Jezus wegzinkt onder dat donkere water van de Jordaan is dat een duidelijke heenwijzing naar het kruis.

Ziet u de lijn? De doop bepaalt ons bij de diepte van onze val en verlorenheid. Bij Gods gerechtigheid en Zijn barmhartigheid. De zonde moet gestraft en wij moeten gewassen worden om gered te zijn. Wat een genade dat dit mogelijk is. Daarachter glanst de liefde van God.

Wat een liefde van Jezus tot Zijn Vader en Zijn volk. Jezus moet overdoen wat in het paradijs verkeerd gegaan is. Adam is niet gehoorzaam geweest. Geen enkel mens is God gehoorzaam geweest. Er is niemand die goed doet. Ja toch: Jezus! Hij deed alles over. Hij herstelde Gods recht. Hij was eigenlijk de enige Jood, Die de doop niet nodig had, maar uit liefde tot de verheerlijking van de deugden van Zijn Vader wilde Hij in dat donkere water van de Jordaan ondergaan. Dat water is een beeld van Gods toorn. Zo verwierf de Heere Jezus de verlossing. Gods liefde en recht ontmoetten elkaar op Golghotha, zij kruisten elkaar in het kruis van Christus.

We zien hoe Johannes zijn Meester doopt. Het water van de Jordaan sluit zich boven Jezus’ hoofd. Hij daalt af in de dood. Hij wordt begraven door de doop in de dood. De doop is een graflegging, een profetie van Goede Vrijdag. Jezus roept het daarin al Zijn kinderen toe: ‘Ik maak uw dood tot de Mijne. Uw zonden neem ik op Mij, plaatsbekledend’. Zo ontsluit Hij de toegang tot Gods genadetroon.

De doop van Johannes is voor Christus het gericht! Het gericht, dat wij ons waardig keuren, als de Heere ons ontdekt aan onze verlorenheid en schuld. Dan zegt u: Heere, ik heb de dood verdiend. U bent rechtvaardig als U mij straft met de eeuwige dood (HC vraag en antwoord 12). Alle gerechtigheid moet vervuld worden! Alle eisen van de goddelijke wet. Is er nog genade voor zo’n zondaar als ik?

Ja, Jezus is gedoopt! Als Jezus Zich in het water van de Jordaan laat ondergaan bij Zijn doop, komt Hij op de plaats waar Hij verloren zondaren vindt. De Koning zoekt Zijn onderdanen op. En Hij wint ze voor Zich in. Om ze daarna in de ruimte te stellen: De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem (Jes. 535).

ds. C.G. Vreugdenhil, Houten

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2017

De Saambinder | 16 Pagina's

De doop van de Heere Jezus

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 2017

De Saambinder | 16 Pagina's