Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Volkomen afhankelijk van Hem

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Volkomen afhankelijk van Hem

Want zonder Mij kunt gij niets doen. Johannes 15:5a

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Onafhankelijk, dat is het tegenovergestelde van afhankelijk. Wat dat is weten alle mensen in de praktijk van het leven. Onafhankelijk is los van alles, maar geheel op zichzelf aangewezen.

Die keus hebben wij gemaakt, om onafhankelijk, los van God te zijn. Onder de verleiding van satan heeft hij het ons in Adam voorge spiegeld om onafhankelijk, los van God te zijn. Er is er maar Eén Die volkomen onafhankelijk is; dat is God Zelf. Hij heeft het niet nodig om van mensenhanden gediend te worden, als iets behoevende. Die verzoeking om als God te willen zijn heeft Eva, maar ook Adam niet willen weerstaan. Satan, de vader der leugenen hebben zij geloofd. ‘Maar God weet, dat, ten dage als gij daarvan eet, zo zullen uw ogen geopend worden, en gij zult als God wezen, kennende het goed en het kwaad’. Maar de Heere had gezegd: Want ten dage, als gij daarvan eet, zult gij den dood sterven’.
Los van God! Dat zijn wij door de zonde geworden. Maar het ergste is dat onze ogen hiervoor niet geopend zijn, maar zijn toegesloten. Wij zien en verstaan het niet, hoe wij daardoor in de grootste el lende zijn terechtgekomen. Wij willen het niet zien dat wij ons met ons losmaken van God voor eeuwig gebonden hebben aan de mensen moordenaar van de beginne. Aan de overste van deze wereld en het eeuwige verderf.
We waren nog nooit zo gebonden als toen we meenden het zonder God te kunnen doen. Onafhankelijk! Toch, ondanks dat de praktijk van ons leven uitwijst dat wij in alles afhankelijk zijn van God onze Schepper en Onderhouder, weigeren wij om dit te erkennen. De mens onder de waarheid kan dit met zijn lippen belijden, maar ook in dit nieuw begonnen jaar zal in de praktijk blijken dat we blijven doen en leven alsof God niet bestaat Los van God!

Krenkend en vernederend

Er is niets wat zo krenkend is voor onze hoogmoed als het besef afhankelijk te zijn. Hoe openbaart zich dat in het natuurlijke leven als een mens niet meer kan wat hij wil. Feitelijk moet hij zich noodgedwongen laten helpen, maar het is overmacht. Het is zo vernederend van de hulp van anderen afhankelijk te zijn. Ook in de jeugd zien we dit al. Als een kind door vader of moeder bij de hand gehouden wordt voor zijn eigen welzijn, beschermd tegen de gevaren die het niet ziet, tracht het met alle pogingen los te komen van die vader- of moederhand. Wij willen niet afhankelijk zijn. Maar toch leert de Heere al Zijn kinderen hoe afhankelijk zij zijn. ‘Zonder Mij kunt gij niets doen’. Wie leert de Heere dit? Diegenen die, zonder dat zij daarom gevraagd hebben, uit vrije genade iets kregen waardoor zij hun afhankelijkheid van God in Christus leerden kennen.

De Heere Jezus tekende dit in een eenvoudige gelijkenis. Dat de hemelse Landman hen als een dode rank uit de eerste Adam heeft afgesneden, maar de tweede Adam Jezus Christus heeft ingelijfd. Hij is de Wijnstok en zij de ranken. Wat is die rank buiten de Wijnstok? Dood!
Die Wijnstok is voor die door God ingeënte rank de Levensbron. Hij stuwt zijn levenssappen naar die ingeënte ranken.
De eerste vrucht van dat bovennatuurlijke werk van Gods hand is, dat de zondaar zijn afhankelijkheid van God zijn Schepper gaat bekennen. Maar ook gaat hij/zij verstaan dat de zonde, zijn los zijn van God, hem hel- en vloekwaardig maakt. Daarom horen we uit de mond van die levende ranken: ‘Wat wilt Gij dat ik doen zal?’ Dit blijft echter de strijd in het leven van Gods kinderen. De oude mens wil los van God en onafhankelijk zijn. Maar die nieuwe mens moet inleven: ‘Zonder Mij kunt gij niets doen’. Er staat niet: ‘niet veel doen’, maar: ‘niets’ doen’.

Beschamend onderwijs

Met deze woorden wijst de Heere Jezus Zijn discipelen en al Zijn kinderen erop dat er nooit meer iets ten goede van u en alle mensen te verwachten is. Niets! Hoe beschamend is Zijn onderwijs waarin onze volkomen onmacht is aangewezen. Het is telkens weer zo diep vernederend voor dat hoogmoedige bestaan als de Heere ons dit leert. Daarom leren Gods kinderen dat zij altijd trachten iets af te krijgen van dat ‘niets’. Er is in de loop der eeuwen ook niets zo aangevochten als deze leer van de totale geestelijke onmacht van de mens.

Zonder Christus nooit meer iets voort te brengen wat God kan behagen. Maar door Hem en in Hem vermogen de ranken alles. Daarom is de prediking en de doorleving van onze onmacht geen zaak die Gods kinderen machteloos laat. Integendeel, Hij doet ze begeren om uit Hem te ontvangen wat zij niet kunnen missen. ‘Doorleefde onmacht’ hoopt op Gods almacht en genade in de Zoon van Zijn liefde. Maar ‘besproken onmacht’ neemt de toevlucht tot dode lijdelijkheid in doen en laten. Maar in het leven van deze ellendigen, die doorleefd hebben: ‘Zonder Mij kunt gij niets doen’, en die aan het einde gebracht zijn met al hun wer ken, doen en laten, wordt het waar: ‘Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf’.
Dat we Hem aan Zijn plaats kunnen laten, is de vrucht van het feit dat wij er meer over praten dan van beleven. Maar in elke stand van het leven der genade, of met de bevestiging van hun staat, zijn Gods kinderen volkomen afhankelijk van de ge durige openbaring van Gods vrije gunst in Hem. Nooit kunnen zij bestaan uit en van zichzelf. Feitelijk zegt de Heere Jezus hier dat zij van Hem afhankelijk zijn, zoals een kind dat nog niet kan lopen of de eerste wankele stappen zet. Hij moet ze aan Zijn hand houden. Het is Hem er om te doen, dat zij die afhankelijkheid van Hem zul len erkennen en belijden. Daarom ontdekt, ontgrondt en ontbloot Hij ze van alle verwachting van zichzelf en andere mensen. Hij legt hun verdorven wortel bloot, waarmee zij proberen altijd weer op eigen benen te staan. Maar de smartelijke doorleving: ‘Ik weet, dat in mij, dat is in mijn vlees, geen goed woont’, doet bekennen dat Hij hun Leidsman moet zijn en ook alleen kan zijn, en dat Hij ons bij hart en hand moet houden, omdat zij in alles van Hem afhankelijk zijn.

ds. J.W. Verweij, Zwijndrecht

Dit artikel werd u aangeboden door: De Saambinder

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2018

De Saambinder | 20 Pagina's

Volkomen afhankelijk van Hem

Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 januari 2018

De Saambinder | 20 Pagina's