Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

CREMATIE - 2-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

CREMATIE - 2-

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De eerste aflevering over crematie werd beëindigd met: Immers nu moet "alleen" nog aangetoond worden dat inderdaad begraven dé van God gewilde wijze van lijkbezorging is. Deze zin geeft precies de inhoud aan, van het tweede artikel over crematie.

Begraven is normaal volgens Gods Woord. Normaal in twee betekenissen. Normaal in de betekenis van gebruikelijk: het gemiddelde van wat in de werkelijkheid voorkomt. Maar ook normaal met als betekenis: in overeenstemming met de door God gestelde normen. Beide betekenissen van het woord normaal zullen nu aangetoond worden met betrekking tot begraven.

Begraven is gebruikelijk

In de Heilige Schrift is begraven gebruikelijk en verbranden ongebruikelijk:

- lijkverbranding is een bijzondere straf Gods (Lev. 20:14; 21:9; ; Joz. 7:15, 25; 1 Kon. 13:2; 2 Kon. 23:16).

- lijkverbranding is het einde van een goddeloos volk (Amos 6:10).

- mensenverbranding is een gebruik der heidenen (Richt. 15:6; 2 Kon. 17:31).

- lijkverbranding verwekt Gods toorn (Amos 2:1, 2).

- begraven te worden is een weldaad Gods (Gen. 15:15; 1 Kon. 14:13 met kantt. 26). - niet begraven te worden is een oneer, is smadelijk; het is een oordeel Gods (1 Sam. 17:44-46; 1 Kon. 14:11; 16:4; 21:23; 2 Kon. 9:10; Pred. 6:3; Jer. 7:33; 8:2; 9:22; 14:16; 16:6; 22:19; 25:33; Ez. 29:5).

- het niet begraven worden van de dode lichamen van Gods knechten doet Zijn volk in Ps. 79 klagen: "en er was niemand, die hen begroef' (vers 3).

- geheel Gods Woord spreekt over begraven als een vanzelfsprekendheid, alsof er helemaal geen crematie bestaat (Job 17:14; 21:26; 24:19, 20; Ps. 30:4, 10; Jes. 38:17; Dan. 12:2; Simson, Richt. 16:31; Gideon, Richt. 8:32; Jozua, Jozef en Eleazar, Joz. 24:30, 32, 33; Samuël, 1 Sam. 25:1; David, 1 Kon. 2:10; Salomo, 1 Kon. 11:43; enz., enz.

Begraven moet

Begraven is de van God gewilde wijze van lijkbezorging. Dat zal nu aangetoond worden. (Als we aangetoond hebben dat begraven de van God gewilde wijze van lijkbezorging is, dan volgt daaruit tevens dat lijkverbranding afgewezen dient te worden. Begraven en cremeren staan tegenover elkaar zodat een "begraafgebod" tevens een "crematieverbod" inhoudt.)

Voorbeelden ter navolging

Het woord voorbeeld kan in verschillende betekenissen gebruikt worden. Er zijn voorbeelden ter waarschuwing (2 Petr. 2:6; Jud. 7; 1 Cor. 10:11), maar ook ter navolging! Het gedrag van anderen moet dan nagevolgd worden. Om die betekenis van het woord voorbeeld gaat het me nu. In het eerste artikel is aangetoond dat juiste gevolgen (besluiten, conclusies) uit de Heilige Schrift zelve aangenomen moeten worden. Wel, dat gaan we gebruiken.

Kort gezegd is de gedachtengang (redenering) als volgt:

STELLING 1

De daden Gods en van Zijn volk moeten door ons nagevolgd worden. Anders gezegd: De daden Gods en der kinderen Gods dienen tot voorbeeld; ze zijn normatief. Dat wil zeggen: wij moeten ons daarna richten, hun gedragingen tot richtsnoer nemen, doen zoals zij in dezelfde situaties deden, hen navolgen.

STELLING 2

God begroef Mozes; Christus is begraven en de Heere heeft dat gewild, anders was het niet gebeurd. Ook bijbelheiligen begroeven hun doden, wilden begraven worden en zijn ook begraven geworden. Hieruit volgt STELLING 3 Ook wij moeten onze doden begraven 2 ).

Dit vraagt enige toelichting. Stelling 3, ....ook wij moeten onze doden begraven...., volgt uit de stellingen 1 en 2. Daarom is het voldoende alleen de eerste twee stellingen toe te lichten en aan te tonen.

Dat zal nu 4 maal gedaan worden: A. met betrekking tot God; B. met betrekking tot de apostelen; C. met betrekking tot kerkelijke uitspraken; D. met betrekking tot Gods volk.

A. Met betrekking tot God.

BEWIJS STELLING 1

De daden Gods worden ter navolging voorgesteld (Ef. 5:1; 1 Joh. 2:6; Joh. 13:15; 1 Petr. 2:21; Fil. 2:5).

BEWIJS STELLING 2

Mozes is door God begraven (Deut. 34:5, 6). De

Heere beloofde Abraham: "En gij zult tot uw vaderen gaan met vrede; gij zult in goeden ouderdom begrave worden". (Gen. 15:15). Christus: Zijn begrafenis is voorzegd (Jes. 53:9; Ps. 16:10; Matth. 26:12), voorgebeeld in Jona (Matth. 12:40) en is geschied (Matth. 27:60; Mark. 15:46; Luk. 23:53; Joh. 19:40-42; Hand. 13:29). Elke zondag horen we dan ook: "....is gekruisigd, gestorven en begraven....".

B. Met betrekking tot de apostelen.

BEWIJS STELLING 1

De wandel der apostelen wordt ter navolging voorgesteld (1 Cor. 11:1 ; FiL 3:17; 1 Cor. 4:16; 1 Th. 1:6, 7; 2 Th. 3:9).

BEWIJS STELLING 2

Ananias wordt vanwege zijn geveindsheid en leugen door de apostel Petrus bestraft en door God met een haastige dood gestraft. En wat gebeurde er met de kennelijke goedkeuring van de apostel vervolgens? "En de jongelingen opstaande schikten hem toe en droegen hem uit, en begroeven hem." (Hand. 5:6, 9, 10).

C. Met betrekking tot kerkelijke uitspraken.

BEWIJS STELLING 1

Ook kerkelijke uitspraken zijn bindend. Niet alleen ten aanzien van leer, maar ook ten aanzien van leven. (Hand. 15; 16:4, 5; 1 Cor. 14:29, 30).

BEWIJS STELLING 2

Zo heeft bijvoorbeeld de Generale Synode van de Gereformeerde Gemeente in Amerika en Canada crematie verworpen.

D. Met betrekking tot Gods volk.

BEWIJS STELLING 1

Niet alleen de wandel der apostelen, maar in het algemeen wordt het gedrag der voorgangers tot voorbeeld gesteld (Hebr. 13:7). Zij worden dan ook opgewekt zich als goede voorbeelden te gedragen (1 Petr. 5:3; 1 Tim. 4:12; Tit. 2:7). Zelfs het gedrag der rechtvaardigen is van zeer grote betekenis (Ps. 37:30, 31; Spr. 10:20, 21, 31, 32; Spr. 12:5). Ps. 37:30 en 31 zegt: "De mond des rechtvaardigen vermeldt wijsheid en zijn tong spreekt het recht. De wet zijns Gods is in zijn hart; zijn gangen zullen niet slibberen." Er staat dat kinderen Gods als lichten in de wereld schijnen (Fil. 2:15; Spr. 4:18; Matth. 5:14). In de kanttekening staat dat het woord lichten ook opgevat kan worden als voorlichters. Spr. 2:20: "Opdat gij wandelt op den weg der goeden, en houdt de paden der rechtvaardigen". In de kanttekening staat dan met betrekking tot "paden de rechtvaardigen": Dat is, de voorbeelden der vromen, die God

recht gekend en gevreesd hebben. Dezen wordt ons bevolen na te volgen, enzovoorts.

Het heeft de Heilige Geest goedgedacht de wandel van de uitverkorenen in de Heilige Schrift op te nemen. Van die wandel geldt dan ook dat ze is tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing (2 Tim. 3:16) 3 ).

BEWIJS STELLING 2

Er zijn uitverkorenen tot de voleinding der eeuwen (Matth. 24:31), maar ik zal me beperken tot die rechtvaardigen waarvan in de Bijbel wordt gesproken; de bijbelheiligen dus.

Abrahams eerste bezit in Kanaan was een begraafplaats ; (Henry). Hij begroef "zijn huisvrouw Sara in de spelonk des akkers van Machpéla" (Gen. 23). Jacob zei tot zijn zonen: "begraaft mij bij mijn vaders in de spelonk, die is in den akker van Efron den Hethiet (Gen. 49:29). Jozef: "Jozef deed de zonen van Israël zweren, zeggende: God zal u gewisselijk bezoeken; zo zult gij mijn beenderen van hier opvoeren" (Gen. 50:25) M. Henry zegt hiervan: Aldus heeft Jozef door het geloof in de leer der opstanding en de belofte van Kanaan "bevel gegeven van zijn gebeente", Hebr. 11:22. Hij sterft in Egypte, maar stelt zijn gebeente ten onderpand, dat God gewisselijk Israël zal bezoeken en zal opvoeren naar Kanaan. En Mozes hééft Jozefs beenderen meegevoerd (Ex. 13:19) en ze zijn begraven toen zijn kinderen een erfdeel gekregen hadden in Kanaan (Joz. 24:32).

De Schrift zegt "enige godvruchtige mannen droegen Stéfanus te zamen ten grave" (Hand. 8:2). We lezen dat de graven der heiligen geopend werden, toen de Heere Jezus met grote stem roepende de geest gaf (Matth. 27:50, 52, 53).

D.V de volgende keer zal aan de orde komen: andere redenen voor begraven en tegen cremeren, weerlegging van voorstanders, consequenties voor het politieke, maatschappelijke en persoonlijke leven, (wordt vervolgd)

H. Kerst.

Noten:

1) Andere betekenissen van het woord 'voorbeeld', vooral met betrekking tot de Heilige Schrift zijn: a) Een 'voorbeeld' kan een voorstelling geven van iets wat later zal plaatsvinden. Het voorbeeld is dan een teken; iets waardoor een toekomstige gebeurtenis wordt aangekondigd. Denk bijvoorbeeld aan "het teken van Jona": "Want gelijk Jona drie dagen en drie nachten was in de buik van den walvis, alzo zal de Zoon des mensen drie dagen en drie nachten wezen in het hart der aarde" (Matth. 12:40). In die zin wordt ook wel gesproken van: een afbeelding, Hebr. 9:9; afbeeldingen, figuren, kantt. op Hebr. 9:9; schaduwen, Hebr. 10:1; Col. 2:17. b. Het woord 'voorbeeld' wordt gebruikt met als betekenis: een middel om iets toe te lichten, te verduidelijken; een middel om iets nader te verklaren. c. 'Voorbeeld' wordt ook wel gebruikt als iets gegeven is om nagemaakt te worden. (Ex. 25:40; Hand. 7:44; Hebr. 8:5) De tabernakel moest gemaakt worden naar het voorbeeld dat Mozes op de berg gezien had. d. Het woord 'voorbeeld' staat ook in 2 Tim 1:13a. Volgens J. Nupoort betekent het in die Schriftplaats: "een korte schets van de leer der Waarheid, waarin de voorname grondstukken, die voor de zaligheid volstrekt gekend, geloofd en betracht moeten worden, samengebracht zijn". Ook de kanttekening wijst daarop. 2. Het gebruik van een redenering vindt u misschien nogal theoretisch. Toch worden redeneringen vaak toegepast. Zo staan bijvoorbeeld in dogmatische werken vaak redeneringen. Een eenvoudig voorbeeld: Als Ds. Kersten in zijn boekje "Korte lessen over het Kort Begrip" de Godheid van de Heilige Geest behandelt dan maakt hij de volgende redenering: "Van de eigenschappen des Heiligen Geestes noemen wij slechts de overalomtegenwoordigheid (Psalm 139). God alleen is overalomtegenwoordig; welnu, dan blijkt uit deze eigenschap dat de Heilige Geest waarachtig God is." We zouden kunnen zeggen: STELLING 1: De Geest is overalomtegenwoordig; STELLING 2: God alleen is overalomtegenwoordig; Hieruit volgt STELLING 3: De Heilige Geest is waarachtig God. 3. De wandel der rechtvaardigen is niet altijd ter navolging. Hoewel dit wellicht duidelijk is, toch een korte opsomming. De wandel der rechtvaardigen is niet ter navolging: a) als wij daardoor de zedenwet zouden overtreden (de 10 geboden). Zo dient David niet nagevolgd te worden in zijn overspel met Bathséba en zijn moord op Uria. Integendeel: Dit is veeleer een voorbeeld ter waarschuwing! "Hun werken zijn echter alleen dan een onfeilbare regel als de Schrift ze goedkeurt. Zo kan bijvoorbeeld niet alles wat Job gesproken heeft, beschouwd worden als een onfeilbare regel om het geloof en leven daarnaar te reguleren" (Artikel van Ds. A.C. Rijken in "Standvastig" van maart '89, pag. 7). b. als het gaat om de (letterlijke) gehoorzaamheid aan ceremoniële en burgerlijke wetten, die met Christus' komst op aarde trapsgewijze zijn vervuld en afgeschaft (art. 25 N.G.B.). c. als er gesproken wordt over gedragingen die vallen onder de christelijke vrijheid, "waarbij echter weer geldt dat het gebruik van deze dingen niet vrij is, maar gebonden aan de wet der liefde en voorzichtigheid en het geven van ergernis mijdt" (Dr. C. Steenblok, Ger. Dog.), (zie ook o.a. Rom. 14).

Om over na te denken: Wat hebben de daden van Gods volk onbekeerden te zeggen met betrekking tot zaken als verzekering, vrouwenkiesrecht en dergelijke? Voorbeelden ter navolging?

"....Mogelijk had ge andere voorstelling van de heilige vroomheid van Henoch, dan Judas ons geeft. Het wil er zo nog wel in, dat stille vrome, zich terugtrekkende leven, dat hier en daar bij de wereld zekere achting verwerft. Maar dat hij heilig, in kinderlijke vreze Gods wandelt; met God wandelt hij, die zich tegen de levensstroom der wereld stelt met de dondering van het komend oordeel.... neen, dat wil er zo niet in; en dat hadden wij ons van Henoch niet kunnen denken. Maar God de Heilige Geest getuigt beide van hem, én dat hij wandelde met God, nog driehonderd jaren na de geboorte van Methusalach, terwijl hij nog zonen en dochteren gewon; én tegelijk zegt de Schrift ons dat hij tegen de goddelozen zijner dagen, die vele waren, optornde en profeteerde van het rechtvaardig oordeel Gods. Laat dan de wereld schimpen; spotten; haten. Henoch profeteerde."

-Ds. G.H. Kersten in: "Meer dan overwinnaars.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1989

In het spoor | 20 Pagina's

CREMATIE - 2-

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1989

In het spoor | 20 Pagina's