OPGEMERKT

In het 'Reformatorisch dagblad' van 7 november jl. plaatste Drs. C.P. Polderman uit Middelburg het volgende in de rubriek 'opgemerkt':

Als ik het goed begrijp wil de Stichting bevorderen:

1. dat vrouwen die de SGP-beginselen zijn toegedaan niet stemmen op de SGP.

2. dat vertegenwoordigers van de SGP het afleggen van de ambtseed zullen weigeren en dus de SGPbeginselen niet langer zullen kunnen uitdragen in 's lands vergaderzalen'.

3. dat 'om des beginsels wil' nagedacht wordt over een nieuwe (politieke partij? ), die niet eens de kiesdeler zal heden.

Het standpunt van de Landelijke Stichting met betrekking tot de door Drs. Polderman aangedragen onderwerpen is echter:

1. Dat vrouwenkiesrecht strijd met de roeping van de vrouw zoals door God in Zijn Woord gegeven, (literatuur: Artikel 12 van het beginselprogram van de SGP van 1 maart 1972 waarna de statuten van de Landelijke Stichting verwijzen, brochures: De Schrift Gebonden Plaats van de vrouw en De Staatkundig Gereformeerde Plaats van de vrouw en diverse artikelen in 'In het Spoor')

2. Dat SGP-vertegenwoordigers de ambtseed moeten afleggen en zich daarmee verplichten om de in Gods Woord gewortelde staatkundig gereformeerde beginselen onverkort middels woord en daad uit te dragen in 's lands vergaderzalen. Dit is overigens een taak die op de regering en vertegenwoordigers van alle politieke partijen rust. (literatuur: Artikelen 1 en 2 van het beginselprogram van de SGP van 1 maart 1972, artikelen 2 en 3 van de statuten van de Landelijke Stichting. Reeds in de beginjaren van de stichting heeft de heer Meijer een uitgebreide artikelenserie gepubliceerd die begon in 'Stichtingspost' van december 1978, wat meer recent een artikel van ondergetekende in 'In het Spoor' 1989 nr. 3)

3. De woorden van de voorzitter uitgesproken tijdens de laatste jaarvergadering:

'Dan, toch een nieuwe partij!

Nee, zolang er geen godvrezende voorman door de Heere daartoe wordt uitgestoten, past het ons in deze omstandigheden te bukken en te buigen onder de oordelen des He eren, die niet aan onze partij voorbijgaan.

Toch voelt het Stichtingsbestuur zich gedrongen om als het geweten van de SGP te blijven functioneren met alle verachting, haat en hoon daaraan verbonden.

(literatuur: statuten van de Landelijke Stichting, gedeeltelijk afgedrukt in 'In het Spoor' van augustus 1990, bestuursverklaringen in de nummers 3 en 4 van 'In het Spoor' van 1990)

Kort samengevat: Het door Drs. Polderman onder 1. gestelde is zeer onvolledig en daarom onjuist en tevens suggestief, het onder 2. weergegeven standpunt heeft de stichting juist steeds bestreden en het onder 3. gestelde wordt niet nagestreefd en kan ook door de stichting niet worden nagestreefd.

'Groot moge de ophef zijn waarmede ongeloof en onwaarheid worden verkondigd; die ophef is voor hem die hoog er ziet, niets anders dan eene reeds wegstervende vertooning. Alles toch wat machtig en geëerd is naar de wereld gaat als eene schaduwe voorbij; de schittering van eer en aanzien in de oogen cler menschen verbleekt evenals de nacht, wanneer de morgenstond opgaat, en eenmaal - welhaast- blijft niets anders over dan cle eeuwige dingen, die in het oog cler wereld als loutere hersenschimmen worden geminacht, en de dag breekt aan, die voor vriend en tegenstander zal openbaren, dat slechts hij die den wille Gods doet, blijft tot in eeuwigheid!'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen