VACCINATIE EN INDOCTRINATIE
Signalen uit de reformatorische publiciteitsmedia
"Bij de voortschrijdende medische wetenschap en de geconstateerde zegenrijke uitwerking van bepaalde medische middelen, inclusief de vaccinatie, zijn de bezwaren tegen inenting echter uit allerlei kringen, waar die vroeger algeméén waren, opgegeven", constateert Ir. J. van der Graaf, secretaris van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk in het wekelijks orgaan De Waarheidsvriend 1} .
"Het is duidelijk dat ook in de breedte van de Gerefor-meerde Gezindte zo het onhoudbare van een absoluut anti-vaccinatiestandpunt is ingezien. Langzaam maar zeker zijn de bezwaren tegen vaccinatie dan ook teruggedrongen naar de randen van deze gezindte", zo wordt vervolgens in deze "Kanttekeningen bij de vaccinatiekwestie" nog opgemerkt.
Volgens de schrijver moet het gevaar niet denkbeeldig worden geacht dat het hier gaat om een bepaald "prestige, godsdienstig prestige wel te verstaan omwille van een geprononceerde eigen identiteit", die nochtans "ten koste van mensenlevens" in stand wordt gehouden.
Verschuiving in posities
Ir. Van der Graaf is van mening dat ten gevolge van de hier gesignaleerde verschuiving in de opstelling een "kleine minderheid" van bezwaarden zich in een soort underdog-positie gedrongen kan voelen, omdat men niet alleen door de wereld van buiten wordt bedreigd, maar ook door eigen gelederen wordt gesaboteerd. Vandaar dat men dus eigen standpunten gaat aanscherpen om zich duidelijker te profileren. Ten bewijze hiervan wordt zelfs de heer L.M.P. Scholten geciteerd.
"De standpunten gaan wederzijds verharden. Tegenover diegenen, die geen bezwaar meer hebben tegen vaccinatie, zien we dat anderen de neiging vertonen om zich nog "des te principiëler" op te stellen, zo in de trant van: "Heel Nederland zal zien, dat wij nog een God hebben." 2 >
Het is jammer dat Ir. Van der Graaf alleen uit het eerste van het viertal artikelen van de heer Scholten uit De Wachter Sions citeert en niet wat deze verder over het vaccinatie-standpunt geschreven heeft. De gevolgen van polio zijn te vreselijk dan dat men hierover lichtvaardig en uit de hoogte zou mogen spreken.
Daarom dient het te worden betreurd dat noch door Van der Graaf noch door Scholten man en paard worden genoemd. Wie zijn dan de woordvoerders van die ultraprincipiële ijveraars tegen de vaccinatie? Het is naar onze mening een eis van rechtvaardige journalistiek om in dit geval uitgesproken "bezwaarde" woordvoerders aan de hand van hun gepubliceerde uitlatingen aan te wijzen en deze letterlijk te citeren. Alleen op deze wijze verkrijgt men een helder inzicht in het pro en contra. Anonieme brieven, waarin men wordt beschuldigd of in gebreke wordt gesteld, werpt men toch ook in de prullenmand?
Van der Graaf wijst in zijn artikel op de omstandigheid dat velen vandaag, ook in de perswereld, "niets (meer) begrijpen van de meest elementaire grondbeginselen van het christelijk geloof." Getuigt het dan wel van oprecht begrip als hij de tegenstanders van de vaccinatie rangschikt onder degenen die er een bepaald "godsdienstig prestige" en een "geprononceerde eigen identiteit" op na houden, die "ten koste van mensenlevens gaat"? Denkt de schrijver nu werkelijk dat deze mensen een dergelijke opvatting belijden ten koste van de liefde voor hun kinderen? Wij zijn daarentegen van mening dat juist de liefde voor het lichamelijk én geestelijk welzijn van hun kinderen deze mensen des te meer naar het verborgene zal uitdrijven. Moet dan het eenvoudig kinderlijk geloof in de Voorzienigheid Gods het veld ruimen voor een verstandelijke en wetenschappelijke argumentatie? Neen, hier is geen sprake van een godsdienstig prestige of geprononceerde eigen identiteit!
De koppigheid van Mordechai
De medische wetenschap is de laatste jaren ontegenzeglijk effectiever geworden en het gebruik van het assortiment voorbehoedmiddelen gaat ongetwijfeld met minder risico's gepaard. Niettemin zijn de principiële bezwaren tegen inenting dezelfde gebleven als die welke binnen de gelederen van Réveil en Afscheiding, kortom binnen het geheel van de gereformeerde gezindte, steeds zijn beleden, al is het aantal bezwaarden numeriek mogelijk ingekrompen. Maar dient dit laatste als een bewijs van geestelijke vooruitgang te worden aangemerkt? Wat zijn velen uit ons godvruchtig voorgeslacht, die een innig gebedsleven beoefenden ook ten aanzien van hun kinderen, dan toch bekrompen geweest! Bekrompen en mogelijk ook koppig in de ogen van vele critici. Even hardnekkig en koppig als Mordechai dit was en dat nog wel in de poort des konings! Een Mordechai die het van de godsdienstige lakeien kreeg te horen: "Waarom overtreedt gij des konings gebod? " 3) Gij zült u buigen voor de Hamansgeest van deze tijd en anders wordt de galg, vijftien ellen hoog, voor u opgericht, dat men u daaraan hange! Hoe zal Haman anders met de koning vrolijk tot de maaltijd gaan? Is de geest van Mordechai gans en al van ons geweken? Eén van de eersten die zijn nek durfde uit te steken, was Ds. A.D. Muilwijk in het Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeenten 4) . Wij huldigen hier geen dominees of kerkverbanden, maar bepalen ons tot de nuchtere feiten. Na zijn deernis te hebben uitgesproken met het zwaarbeproefde gezin uit Streefkerk, dat door de polio was getroffen, schrijft genoemde predikant in dit verband:
" Wat worden wij echter ook in dit soort situaties gewaar, dat onze zogenaamde gereformeerde achterban hopeloos verdeeld is. Juist dan, wanneer wij eigenlijk schouder aan schouder op zouden moeten trekken, komt de onderlinge verdeeldheid zich zo openbaren. Het woord principe krijgt dan een nare
klank en het volharden behoort dan tot de onmogelijkheden. Zelfs voorgangers die nog uit een kring komen waar voorheen vaccinatie taboe was, gaven er blijk van dat zij het zo nauw niet nemen met datgene, waar onze vaderen op grond van Gods Woord tegen gewaarschuwd en voor gestreden hebben."
Om de God van het principe
En na te hebben opgemerkt dat de mens maar niet kan en wil aanvaarden dat gezondheid en krankheid hem van Godswege worden toebedeeld, schrijft Ds. Muilwijk over degenen die bij dreigend gevaar terstond overstag gaan:
"En nu maken wij daarmee ons principe niet alleen tot een bespotting, maar wat veel erger is, de God van het principe. Wat voor een God dienen wij dan eigenlijk? Een God van ja en nee? Een God van "doe het niet" en een God van "doe het maar" ? O, lezers, dat wij dan toch ook in dezen, ook al is het maar voorwerpelijk een vaste koers mochten varen, want ook op een uiterlijke geloofsgehoorzaamheid wil de He ere Zijn gunst en zegen nog wel gebieden. Ook al zou het u een veelbelovende baan of toekomst kosten, dan zult u daar nooit spijt van hebben."
Principes krijgen volgens de schrijver pas betekenis als wij bereid zijn om er offers voor te brengen. Het is de weg van de minste weerstand als principes worden losgelaten wanneer het er op aan komt, en dat is voor vele "leidslieden" een middel om het vlees van hun volgelingen te behagen. De schrijver wil echter niet met minachting neerzien op hen die onder de druk der beproeving bezwijken. Ds. L. Boone zei destijds reeds: "Ik ben een beste soldaat in tijd van vrede." Evenmin wil de schrijver over eens anders consciëntie heersen, want een ieder heeft zijn eigen verantwoordelijkheid. Maar als voorganger wenst hij een duidelijk en op Gods Woord rustend standpunt in te nemen. Tenslotte kan toch deze predikant een gevoel van blijdschap niet onderdrukken, omdat ook in de roepstem van de polio blijkt dat de Heere nog een twist met Nederland heeft en Zijn stem nog in de weg van Zijn oordelen mag worden gehoord.
Buigen onder Gods oordelen
In ons in het vorige nummer van In het Spoor verschenen artikel "De polio-epidemie: een ernstige roepstem" schreven wij onder andere: "De kerkelijke pers zwijgt of geeft een dubbelzinnig antwoord en ons opkomend geslacht, dat om voorlichting en begeleiding vraagt, weet niet waar het aan toe is!" Welnu, deze constatering geldt dus niet voor de woordvoerder van de Oud Gereformeerde Gemeenten. Zij geldt evenmin voor het in De Saambinder gepubliceerde artikel van hoofdredacteur Ds. A. Moerkerken, een artikel dat op zorgvuldige en ondubbelzinnige wijze de vaccinatie-problematiek aan de orde stelt 5) .
Na te hebben gewezen op een eerder opgenomen preek van Ds. A.F. Honkoop over 2 Samuël 24 : 17 komt de schrijver tot de conclusie, dat voor- en tegenstanders beide helaas dikwijls mank gaan aan dezelfde kwaal: zij komen niet tot het: "Ik, ik heb gezondigd" van David in 2 Samuël 24. "Wie hartelijk mag leren buigen onder de oordelen, die door God gezonden worden, heeft de beste plaats. Hij zal begeren niet in 's mensenhanden, maar in de handen des Heeren te mogen vallen. Daar kan de Heere geen kwaad meer doen. Hiermee is het voornaamste gezegd", aldus de schrijver.
Dit neemt volgens hem niet weg dat er in het leven van de ouders die hun kinderen niet durven laten inenten, heel moeilijke tijden (kunnen) aanbreken wanneer de ziekte rondgaat. Wie ooit bij het bed van een poliopatiënt stond die moest worden beademd en ernstige verlammingsverschijnselen vertoonde, leert wel af lichtvaardig over deze kwaal te spreken. Vandaar dat de vraag: Wat moet ik doen? die bij menige vader of moeder opkomt, zwaar op het hart kan wegen.
Betreurde verschuivingen
Hoe dient onze houding nu te zijn? Ds. Moerkerken schrijft als antwoord op deze vraag:
"Als ik het goed zie, zijn de meningen binnen onze kringen de laatste tijd verschoven. In vroeger tijden was het verzet tegen de vaccinatie sterk. Men stelt het wel eens zo voor, dat een man als Ds. G.H. Kersten alleen tegen vaccinedwang was, maar die opvatting is niet vol te houden. Er leefde bij onze voormannen méér. (...) Afgezien van de medische bezwaren in verband met mogelijke complicaties leefden er bij ons voorgeslacht ook godsdienstige en principiële
bezwaren tegen de vaccinatie zelf."
" Vergis ik mij niet, dan zijn bij velen binnen de Gereformeerde Gezindte deze gewetensbezwaren tegen vaccinatie verdwenen. Laat ik het eens simpelweg zo mogen zeggen: moest men zich vroeger verdedigen als men zich liet vaccineren, nu moet men zich krachtig verdedigen als men het niét doet; verdedigen, niet slechts tegen de "wereld", maar ook tegen velen met wie men meende eensgeestes te zijn. Ik wil hier duidelijk stellen, dat ik deze verschuiving betreur. Wat moet het voor ouders, die in hun diepste nood bij het bed van hun zieke kind staan, betekenen, als men de eigen predikant hoort zeggen, dat we blij moeten zijn met de middelen die God geeft? Deze mensen voelen zich in de kou gezet op een verschrikkelijke manier."
Ds. Moerkerken constateert dus evenals Ir. Van dei- Graaf een bepaalde verschuiving binnen ons gereformeerde volksdeel ten aanzien van de vaccinatie, maar beider standpunten over het al of niet geoorloofd zijn lopen dus sterk uiteen. Ook wat het beroep op het geweten aangaat. Ds. Moerkerken:
"Een gewetenszaak. Velen hebben daar moeite mee. Graag willen zij van hun predikant ja of nee horen. Maar een dominee kan nooit als geweten voor een ander functioneren. Laat ik duidelijk mogen zijn. Voor mij persoonlijk ligt het zo, dat er in mijn hart geen vrijmoedigheid is mijzelf of mijn kinderen te laten vaccineren. Het zou voor mij persoonlijk een slag in het Aangezicht betekenen van die God, Die zoveel lange jaren droeg en spaarde, hielp en doorhielp."
Vaccinatie: afgod van de tijdgeest
Vanwege het arglistig hart schroomt de schrijver hiermee zichzelf een brevet van "degelijkheid" te verlenen en evenmin als Ds. Muilwijk wil hij heersen over andermans consciëntie. Niettemin maakt hij zich in deze tijd van zelfbeschikking en autonomie "ernstig zorgen over de gewetensvorming van vooral onze jonge mensen". Tenslotte wijst hij nog op het gevaar van de afgoderij, dat bij de vaccinatie aan de dag treedt.
"De vaccinatie is een van de afgoden geworden van de moderne mens. Laten onze jonge mensen toch begrijpen, dat er velen van Gods kinderen zijn geweest en nog zijn, die juist om die reden en om des gewetens wille niet tot vaccinatie over durven gaan. Ik zou het heel erg vinden, als dit standpunt onder ons in de toekomst slechts nog zou worden gedoogd. Er verandert al zoveel."
De schrijver wijst ter illustratie hiervan op het gebruik van de moderne media en van voorbehoedmiddelen in of zelfs voor het huwelijk.
Op de hier genoemde argumenten tegen de vaccinatie, onder andere het aspect van de afgoderij, wordt ook door de heer Scholten in zijn vierdelige artikelenserie gewezen. De afgoderij met Jenner, de uitvinder van de koepok-inenting, wordt nadrukkelijk aan de kaak gesteld. Evenals de vorige schrijver verwijst hij naai" het in Zondag 34 gegeven antwoord op de vraag: Wat is afgoderij? "Afgoderij is in de plaats van de enige ware God, Die Zich in Zijn Woord geopenbaard heeft, of benevens Hem iets anders verzinnen of hebben, waarop de mens zijn vertrouwen zet."
"Het vaccinatie-stelsel is typisch een vrucht van de tijdgeest. Het is in wezen de geest die de mensheid beheerst sinds onze val in Adam, maar de laatste tweehonderd jaar is hij openbaar geworden als nimmer tevoren. De geest van de hoogmoed van de zich autonoom wanende mens. De geest van het "los van God". "Wij hebben Hem niet nodig; wij kunnen het zonder Hem." 6)
Geen indoctrinatie
We hebben allen in de pers kunnen lezen dat op initiatief van staatssecretaris Simons van volksgezondheid een commissie onder voorzitterschap van Prof. Dr. J. Douma zich bereid heeft verklaard om gesprekken te gaan voeren met diverse kerkgenootschappen over vaccinatie.
Professor Douma, hoogleraar christelijke ethiek aan de Theologische Universiteit te Kampen, schreef in 1978 samen met Prof. Dr. W.H. Velema op verzoek van het ministerie van W.V.C. het boek Polio: Afwachten of afweren?
In deze commissie heeft naast de bekende roomskatholieke Prof. Dr. P.F. Maas ook Ds. A. Moerkerken zitting genomen. Laatstgenoemde heeft echter aan zijn
medewerking de voorwaarde verbonden dat tijdens de bijeenkomsten niet alleen het pro-vaccinatie-standpunt naar voren komt, maar dat ook de tegenstanders ruimschoots de gelegenheid krijgen hun opvattingen uiteen te zetten. "Als dat niet zo is", aldus deze predikant, "heeft het geen enkele zin om predikanten of ouderlingen bij elkaar te roepen. Op een stukje indoctrinatie zit niemand te wachten." 7)
Een bepaalde vorm van indoctrinatie, d.w.z. van het inscherpen van een bepaalde opvatting, hebben wij reeds in het begin van dit artikel gesignaleerd.
Dit kan ook op subtiele wijze geschieden. In het reformatorisch familieblad Terdege van 4 november werd door arts J. Huisman een pagina gewijd aan polio en vaccinatie. Opgemerkt werd o.a. "Rondom de vaccinatie bestaan veel vragen. Allereerst is er de vraag of vaccinatie geoorloofd is in het licht van het geloof in de Goddelijke voorzienigheid. Deze discussie laten wij hier buiten beschouwing." 8)
De code van de verdraagzaamheid
Wie vervolgens in een aan deze materie gewijd artikel in de commentarenmbriek "Beurtelings" van hoofdredacteur P. Boer een duidelijke principiële stellingname verwacht, komt bedrogen uit 9) . Dat is echter het ergste niet. Moeilijker is het wanneer ons de code ontbreekt om geheimtaal te ontcijferen. We lezen in dit verband: "Wat erg dat er een polio-epidemie voor nodig is om ons op te schrikken. Om ons ervan bewust te maken waarom we wel of juist niet inenten. Om onze afhankelijkheid te doen beseffen van de grote Schepper aller dingen. Want we kunnen als alles goed gaat zo gemakkelijk zonder Hem." En dan volgt er een zinsnede waarvoor ons de code ontbreekt:
"Als er een geneesmiddel gevonden zou worden tegen polio, zouden we er elkaar dan ook telkens op wijzen dat we dat toch vooral biddend en in vertrouwen op God moeten innemen? "
Beschikken wij over de juiste sleutel wanneer we hier het woord "geneesmiddel" vervangen door "voorbehoedmiddel"? Men neme het ons niet kwalijk wanneer wij de verkeerde code hanteren, maar de tekst geeft er aanleiding toe!
Maar wellicht kan het aan aan deze problematiek gewijd commentaar van oud-RD-redacteur L.J. Ruijgrok in Terdege van 16 december jongstleden in dit opzicht verhelderend werken 10) . De aanhef biedt hoopvolle verwachting: "We leven in een tolerante maatschappiij. Maar christenen ervaren dat de tolerantie minder wordt naarmate men onze overtuiging lastig vindt. De meerderheid van hen die weinig of niets afweten van Gods heilzame geboden wordt steeds groter."
Nu, dat zijn we met de schrijver eens. Maar als dan vervolgens gesproken wordt van "het gekrakeel in de gereformeerde gezindte" en "onbijbelse verdeeldheid" waneer het gaat over "middelmatige zaken" als bijvoorbeeld de polio-vaccinatie dan gaat men zich afvragen wie hier de rustverstoorders zijn.
Tot deze categorie behoorde echter niet wijlen Ds. P J. Dorsman van Staphorst. Tijdens de polio-epidemie van 1971 sprak hij zich tegen de heer Ruijgrok niet uit over het al dan niet toelaatbaar zijn van de vaccinatie. "Hij achtte dit een kwestie voor de gewetens van de gemeenteleden zelf. Die opvatting riep toen weinig reacties op." Volgens de schrijver werd jaren later, in 1978 "de sfeer in eigen gelederen grimmiger". Hier moet wijlen Ds. A. Vergunst ten bewijze van de eensgezindheid inzake deze materie worden aangevoerd. Deze "betreurde de verhitte discussie zeer en noemde vaccinatie een middelmatige zaak." Men viel bij de gebruikmaking hiervan immers niet onder de kerkelijke censuur?
De alarmklok over Nederland
"Wat zou het een zegen zijn als er meer eenheid werd gevonden onder allen die zich door Gods Woord willen laten gezeggen", aldus onze commentator. Hebt u de code al bij deze uitspraak gevonden? Inderdaad, wij zijn het met de schrijver eens "dat de tolerantie minder wordt naarmate men onze overtuiging lastig vindt", maar welke overtuiging heeft hij op het oog? Ook hier ontbreekt de documentatie! Wat meer eenheid, dat zou volgens de auteur ook betekenen dat het aantal reformatorische politieke partijen, maatschappelijke organisaties, studentenverenigingen enz. drastisch zou verminderen. "De verschillen zijn immers nauwelijks uit te leggen aan niet-ingewijden"?
De conclusie dat deze visie ook ten aanzien van de bezwaren tegen de vaccinatie geldt ligt voor de hand. Toch een vleugje indoctrinatie?
Het is uiteraard onmogelijk in het bestek van een artikel als dit alle reacties pro en contra de vaccinatie uit de recente reformatorische publiciteitsorganen te bespreken n) . Wij hebben slechts enkele verschijnselen willen registreren die ons nopen tot waakzaamheid, zonder in dit opzicht naar volledigheid te willen streven.
Wij eindigen met een waarschuwing van een weinig gestroomlijnde dissident van honderdtwintig jaar geleden, namelijk Ds. C. van den Oever. Deze waarschuwing is genomen uit een publicatie die de van weinig verdraagzaamheid getuigende titel draagt: De Zonde en de Gruwelijkheid van het Vaccineeren. 12)
"De alarmklok voor Nederland luidt nu: doch het volk is doof; ooren hebbende hooren zij niet, ook hebben zij oogen maar zien niet, en een hart dat noch verstaat noch opmerkt. Doch op den bestemden tijd van God zal het langgedreigde onweder onverwachts losbreken, want Nederland heeft zwaar gezondigd. Neêrlands volk heeft God verlaten. Nederland zal zwaar getuchtigd worden, dan zal de heerschappij en consciëntiedwang van Ekrons dienaren ophouden."
En dan eindigt deze prediker met de verzuchting:
"Ach, mijn vriend! dat het den Heere moge believen om den Geest der gebeden in Zijn volk nog weer op te wekken, opclat zij den Zoon nog leerden kussen, terwijl zij nog met Hem op den weg zijn!"
Noten:
1) J. van der Graaf, "Verschuivingen in posities. Kanttekeningen bij de vaccinatiekwestie", in: De Waarheidsvriend, wekelijks orgaan van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde kerk, 5 november 1992, p.738-739 2) L.M.P. Scholten, "Voorzorg", De Wachter Sions, weekblad der Gereformeerde Gemeenten in Nederland, resp. 22 okt. 29 okt. 5 nov. en 12 nov. 1992. En vervolgens nog: "Nog eens voorzorg" van 26 nov. 1992 3) Zie Esther 3 : 3b 4) A.D. Muilwijk, "Vaccinatie" in de rubriek: "Trefwoorden", in: Kerkblad der Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland, oktober 1992, p. 149-150 5) A. Moerkerken, "Wat moet ik doen? ", in: De Saambinder, Kerkelijk weekblad der Gereformeerde Gemeenten in Nederland en Noord- Amerika, 19 november 1992, p. 3-5 6) Zie "Voorzorg" no. 4, a.a., p. 93 7) J. van Klinken, "Op indoctrinatie zit niemand te wachten. Ds. Moerkerken vindt dat ook tegenstanders van vaccinatie aan het woord moeten komen", in: Reformatorisch Dagblad, 25 november 1992, p. 3. 8) J. Huisman, "De meest gestelde vragen over polio en vaccinatie", in: Terdege, reformatorisch familieblad, 4 november 1992, p. 27 9) P. Boer, "Gezondheid en ziekte en alle dingen", in: Terdege, 4 november 1992, p. 11 10) L.J. Ruijgrok, "Eensgezindheid", in: Terdege, 16 december 1992, p. 45 11) Zie verder o.a. nog het artikel "Polio, afwachten of afweren? 'Zware dominee' Wouter Pieters uit Genemuiden op de bres voor gewetensbezwaarden", in: Zwolse Courant, 1 november 1992, p. 25; "Ook polio hoort bij een vol leven", vraaggesprek met Dr. W.J. op 't Hof, in: Brabants Dagblad, 7 november 1992, p. 29; "Mensen die vaccinatie afwijzen, zijn niet keihard van binnen", vraaggesprek met Ds. Tj. de Jong uit Staphorst, in: Nederlands Dagblad, 27 oktober 1992, p. 92. Ter informatie: "Niemand denkt aan die doodzieke jongen. Steeds meer gereformeerden zien ook vaccin als 'door God gegeven'" door Angelo Vergeer, in: De Telegraaf, 26 september 1992; G. Leistra, "Schermen met bijbelteksten, overheid mag discussie over poliovaccinatie niet in de doofpot stoppen", in: Elsevier, 9 januari 1993; H. de Lange, '"Wel of niet inenten is een zaak van eigen verantwoordelijkheid'", in: Trouw, 2 januari 1993. In het vorige nummer van In het Spoor heeft Mr. M. van Manen reeds enige aandacht besteed aan het artikel van G. Roos "niet ingeënt? Ik ben bang voor jou...Zo mag het niet", in: Reformatorisch Dagblad, 23 oktober 1992 12) C. van den Oever, De Zonde en Gruwelijkheid van het Vaccineeren. Aangetoond in een brief ter beantwoording van een vraag van den heer N.N over de Pokken-epide? nie, z.j. p. 15
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 1993
In het spoor | 24 Pagina's