Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WAT ZIJN DE VRUCHTEN VAN 50 JAAR BEVRIJDING?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WAT ZIJN DE VRUCHTEN VAN 50 JAAR BEVRIJDING?

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nog 40 dagen, dan zal Ninevé worden omgekeerd. Ontzaglijk ernstig is de oordeelsprediking die Jona in de straten van Ninevé moet verkondigen, nadat hij zelf in een diepe weg van de Heere gewillig is gemaakt. Hoe hebben de inwoners die oordeelsaankondiging ontvangen? We lezen in Gods Woord dat Jeremia de doodsklok moet luiden over het Verbondsvolk van Juda. De vijandschap vlamt zo op dat zij de profeet des Heeren op de mond slaan, ze werpen hem in de gevangenis, zijn stem willen ze niet meer horen. Hebben de mannen van Ninevé ook zo gehandeld? Hebben ze Jona de stad uitgeworpen? De Heere Jezus zegt: Zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona. En in het boek Jona lezen we: "En de lieden van Ninevé geloofden aan God, en zij riepen een vasten uit en bekleedden zich met zakken, van hun grootste af tot hun kleinste toe." (Jona 3:5) Rijk en arm, klein en groot verootmoedigde zich voor de God van Israël. De Koning van Ninevé is in de verootmoediging het volk voorgegaan. Zelfs het vee krijgt geen water en voedsel. Mens en beest zijn met zakken bekleed. O wat een ommekeer! Om jaloers op te worden. De vrolijke stad is geworden een groot klaaghuis. Het vee loeit van brandende dorst naar de hemel. Het ganse volk met zakken bedekt, roept tot God: Wie weet, God mocht zich wenden en berouw hebben. Een vraag: Wat dunkt u van dat alles wat in Ninevé is gebeurd? Misschien zijn we geneigd er uit de hoogte op neer te zien, zeggende: het was toch alles maar een uitwendige bekering, een uitwendig geloven aan God. Het zou een genadevoorrecht zijn, wanneer we als vrucht van Goddelijk onderwijs des Geestes het onderscheid kenden tussen een uitwendig geloven aan God en het ware zaligmakend geloof, wat een vrije genadegift Gods is. 't Zou een genadevoorrecht zijn, wanneer we bevindelijk het onderscheid

kenden tussen een uitwendige bekering, gelijk te Ninevé en de ware droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. En toch, in plaats van uit de hoogte neer te zien op dat alles wat te Ninevé is geschied, mochten we ons wel op de borst slaan en uitroepen: Wat is dat ver weg, zelfs het uitwendig beslag van Gods Woord! De Heere waarschuwt dan ook in het Evangelie, dat de mannen van Ninevé zullen opstaan in het oordeel met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona, en zie meer dan Jona is hier.

Aan deze woorden uit Jona moest ik denken bij de gedachte wat een halve eeuw bevrijding ons land heeft voortgebracht. Wat zijn de vruchten dat we als volk 50 jaar in vrijheid mochten leven? In de bange oorlogsjaren waren er nog "weinigen" die van Godswege gebed ontvingen om met de nood van land en volk de Genadetroon aan te lopen.

Het nationaal-socialisme van Duitsland wilde op de duur ook de zuivere Godsdienst uitroeien. De Heere gaf ons onze vrijheid weer terug. Alles reden om de daden des Heeren te gedenken. Wat grote daden Hij gedaan heeft. Wat moet de Heere nu zeggen van ons Vaderland? Hoe is de getrouwe stad tot een hoer geworden! Een benauwende gedachte. Want de Heere is een jaloers God.

Het is waar, de tijden die wij beleven zijn donker en bang. De oordelen en gerichten Gods zijn op de aarde. En dit is het oordeel in het oordeel dat er geen verstaan en bukken is voor de hoge God.

Wat beschamen de Ninevieten ons, zij riepen tot God. In Ninevé stond het zondebedrijf stil, hier gaat alles door. O, als in Nederland het zondebedrijf kwam stil te staan en Nederland zich boog voor de God aller genade. Hoe vreemd zou het er uit zien in ons Vaderland! Als er geen treinen meer reden op de rustdag, dat de stranden niet meer werden bezocht, geen kermissen meer werden gehouden, de sportvelden leeg waren, de bordelen en bioscopen gesloten. Als de abortusklinieken werden gesloten, de zedeloze lectuur werd verbrand, de t.v.-studio's werden afgebroken en er geen radio, T.V., geen videofilms en - spelletjes meer waren, hoe vreemd zouden zij zich gevoelen die voort wilden blijven leven zonder God in deze wereld. Maar hoe verblijd zouden Gods kinderen zijn, als het geweten van Nederland eens ging ontwaken. Vooral ons land is door de Heere rijkelijk gezegend. Er zijn veel door en tot God bekeerde mensen geweest. Maar geweest is verleden tijd. Zeker de Heere heeft nog een overblijfsel naar de verkiezing van Zijn genade. Hoe dun is echter Jakob geworden.

Vijftig jaar na de bevrijding hebben we een antichristelijke regering. Het is de wil van het volk. Maar ook de wil des Heeren. Het is Zijn oordeel dat de laatste restanten van het Christendom worden opgeruimd. Niets mag meer aan het feit herinneren dat er een tijd is geweest dat velen in ons land nog de knieën bogen voor de Heere. Dit is de dank van ons volk, dat het 50 jaar na de bevrijding de zondag vrij geeft voor het winkelend publiek. Dit is zijn dank dat het gelegenheid schept om Allah in moskeeën te aanbidden en daarmee de God en Vader van onze Heere Jezus Christus te beledigen. De overheid geeft duidelijk blijk, geen dienaresse Gods meer te willen zijn. De vrijheid wordt misbruikt om te strijden tegen God. Alleen in gebondenheid aan Gods Woord ligt de ware vrijheid. Alles wat daar buiten ligt is gebonden door de geest van de duivel.

En hij is de mensenmoorder van de beginne. Hoe lang zullen we nog in vrijheid naar Gods Woord mogen leven? Hoe lang worden we nog verdragen in onze principiële afwijzing van de vaccinatie, om maar een voorbeeld te noemen?

De Heere schenke ons maar met land en volk in de schuld gebracht te worden, als politici, als Kerk, persoonlijk met onze gezinnen, opdat ook wij zouden mogen uitroepen: Wie weet, God mocht zich wenden. Als de Heere onze vernedering eens zou mogen zien,

ons roepen om bekering eens zou mogen horen, dan zou Hij ons verhoren, en ons rouwgewaad, dat wij gerust in deze bange tijden kunnen aantrekken, zou aanschouwen, dan zou de Heere Zich zeker wenden.

De Heere schenke ons in waarheid te mogen bukken voor Zijn Aangezicht opdat we in het stof vergeving zouden ontvangen in de gerechtigheid van Christus, opdat Zijn Naam verheerlijkt zou worden. En anders wacht ons en de inwoners van ons land alleen maar de eeuwige verdoemenis. Dat zal de straf zijn omdat we de Heere hebben verlaten in ons Verbondshoofd Adam. Dat u de zeer donkere kant van de waarheid leerde kennen in het heden der genade en u niet geworpen worde met al de verwoipenen in het helse vuur. O land, O land hoort des Heeren Woord! Wie God verlaat, heeft smart op smart te vrezen. Maar wie op Hem vertrouwt, op Hem alleen, ziet zich omringd met Zijn weldadigheden.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1995

In het spoor | 36 Pagina's

WAT ZIJN DE VRUCHTEN VAN 50 JAAR BEVRIJDING?

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 april 1995

In het spoor | 36 Pagina's