Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

OLYMPISCHE SPELEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

OLYMPISCHE SPELEN

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

"Ook nu nog kan het nuttig zijn te lezen hoe ds. G.H. Kersten in de Tweede Kamer het godonterende aan de orde stelde van de Olympische Spelen", zo schreef de algemeen secretaris van de SGP, de heer Nieuw enhuis, in De Banier van 30 mei 1996. Hiermee kunnen wij van harte instemmen daar deze tijd zich wel in het bijzonder kenmerkt door een sterke zucht naar sport en spelen. Om op een gemakkelijke wijze gevolg te kunnen geven aan het advies van de algemeen secretaris, vindt u hieronder enkele passages afgedrukt uit de twee betogen die ds. Kersten in 1925 hield in de Tweede Kamer tijdens het debat over het voorstel van de regering om 1 miljoen gulden subsidie te verstrekken ten behoeve van de Olympische Spelen.

"Mijnheer de Voorzitter! Ik acht mij aan mijn beginselen verplicht zoo krachtig mogelijk mij te verzetten tegen het aanhangige wetsontwerp, dat beoogt het verleenen van een bijdrage aan het Nederlandsch Olympisch Comité in de kosten van de voorbereiding en het doen houden van de Olympische Spelen in 1928 te Amsterdam. Ieder die mijn principes kent, zal dit kunnen begrijpen en zelfs moeten billijken.

De Olympische Spelen toch zijn in oorsprong en wezen heidensch. Dit verder te betoogen is onnoodig. In niet één Gereformeerd bestuurd land of stad zijn deze of dergelijke feesten dan ook ooit gehouden. Noch in Genève, noch eertijds op onze Nederlandschen bodem. Maar nu de beginselen der revolutie vigeeren, herleven deze oud-heidensche spelen. De geest van Nietzsche e.a., die zijns geestes waren, is er niet vreemd aan.

In het herleven dier oud-Grieksche spelen teekent zich de geest van onzen tijd in het terugkeeren tot het heidendom. God en Zijn Woord worden veracht en de massa grijpt naar de vermaken der oude Grieken. Ik beklaag de geestelijk arme, geestelijk doode massa, die niet anders kent dan wat in dergelijk feestvermaak openbaar wordt. (...)

Over de aanleiding tot uitspattingen en onzedelijkheid, die de Olympische Spelen geven, zal ik niet veel zeggen. Ik ben daarin niet zoo gerust als de Minister. Men zie slechts de kiekjes in 'De Olympiade'. Onder andere werd er één gegeven van vrouwensport in het buitenland, waar deze gemoderniseerde en geëmancipeerde dames-kerels, in kleeding en manieren gelijk, vechten om een voetbal. Mijnheer de Voorzitter! Door en door zedeloos en onteerend zijn dergelijke spelen. Dat een miljoen wordt beschikbaar gesteld, is een bezwaar, dat eerst in de tweede plaats komt. Maar dat bezwaar is er dan toch ook. Het is schande voor alle sportliefhebbers, dat door hen zoo wat niets wordt saamgebracht. Staat en gemeente zijn er goed voor. De Staat leent zich er toe! (...)

Het zou mij om de eere Gods en het heil des lands een blijdschap zijn, als Nederland voor goed geschrapt zal worden uit de rij der landen, die om beurten een Olympiade te organiseeren krijgen".

"Ik kan niet anders zien dan dat in de strekking der Olympische Spelen niet ligt de bedoeling ter eere Gods, ja, zij zijn mijns inziens lijnrecht in strijd met het Apostolisch Woord: 'Hetzij dat gijlieden eet, hetzij dat gij drinkt, hetzij dat gij iets anders doet, doet het al ter eere Gods'. De Minister van Onderwijs heeft mij pertinent uitgedaagd teksten te noemen ten bewijze, dat de Olympische Spelen in strijd zijn met het Calvinistisch beginsel, door mij beleden, ook in mijn eerste rede. Ik vraag den Minister even stellig aan te toonen, dat de Olympische Spelen de strekking hebben God te verheerlijken.

Geheel de sportbeweging onzer dagen is ingericht op de verheerlijking van den mensch, en ontaardt in afgoderij met het lichaam van den mensch. De Olympiade is de internationale religie-openbaring des lichaams. De kracht en behendigheid van den mensch worden vol enthousiasme aangebeden, verheerlijkt, en de geestelijke en eeuwige belangen worden geheel op den achtergrond gedrongen en verwaarloosd. Het woord van Christus: 'Zoek eerst het Koninklijk Gods en Zijne gerechtigheid' wordt met voeten getreden. Zijn Excellentie de Minister van Onderwijs moge weder aantoonen, dat het Koninkrijk Gods op de Olympische Spelen wordt gezocht.

Wat wij van de Olympische Spelen en wat er noodzakelijk mede samengaat te wachten hebben, is zoo in strijd met alle waarachtig Christelijk principe, dat ik volhoud: het zijn heidensche spelen, met heidensche zeden.

Mijn bezwaren zijn dan ook niet weerlegd. Ik schaam mij mijn overtuiging niet en ik herhaal, dat onze Regeering het nooit en nooit voor God zal kunnen verantwoorden ons volk in zulk een weg te hebben geleid.

Mijnheer de Voorzitter! Mocht het soms in de ooren van sommigen te boud klinken, men bedenke, dat het hier voor mij de hoogste en heiligste belangen geldt. (...)

Naar het beginsel, door de Gereformeerde theologen oudtijds verdedigd als de beginselen van Gods Woörd, kan het niet anders of die geheele Olympiade moeten wij ten sterkste veroordeelen.

Ik besluit met de verklaring, dat ik naar innerlijke overtuiging mij heb geuit."

-Handelingen Tweede Kamer, 1 mei 1925, p. 2088- 2089 en 6 mei 1925, p. 2129-2130-

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1996

In het spoor | 40 Pagina's

OLYMPISCHE SPELEN

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 augustus 1996

In het spoor | 40 Pagina's