VARIA

Het asielbeleid van de SGP

Ons blad van augustus 1995 bevat een artikel over het asielbeleid onder de titel "Heeft de SGP (g)een (eigen) asielbeleid? " Het werd geschreven naar aanleiding van onder andere de bijdrage van de SGP-fractie aan het interpellatiedebat in de Tweede Kamer op 22 maart 1995 over het asielbeleid van de regering. In dat debat bleek dat alle partijen uitgaan van (het bestaan van) een multiculturele samenleving. (De enkele die discriminatie voorstaat op grond van ras, is in dit artikel niet ter sprake gekomen.)

Bij die bespreking van het asielbeleid in In het Spoor waren mede betrokken de nabeschouwingen op het debat in het Reformatorisch Dagblad door achtereenvolgens de parlementair redacteur en de voorlichter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer, alsmede het betoog van de heer Van der Vlies tijdens een SGP-jongerenbijeenkomst.

Op grond van wat in dat alles naar voren was gebracht, luidde mijn conclusie: "De SGP heeft onzes inziens geen eigen, maar een in beginsel en globaal met dat van de regering overeenkomend asiel- en vreemdelingenbeleid dat niet als specifiek Staatkundig Gereformeerd kan worden betiteld". Lezing van de brochure Van Medelanders naar Nederlanders. Staatkundig Gereformeerde visie op de migrantenpolitiek in Nederland heeft mij sindsdien geleerd dat met die conclusie geen recht is gedaan aan wat vanuit de SGP - het SGP-studiecentrum - eerder naar voren is gebracht. In die nota staat namelijk (door schrijver dezes in telegramstijl weergegeven):

"Hoofdstuk IV.4. De opdracht: Verband met het geloof.

Hoofdstuk VIII: Visie: 1. Principiële stellingname: onverkorte toepassing van artikel 36. 2. Politieke invulling: Protestantse natie in Gereformeerde zin. Verantwoordelijkheid Nederlandse regering dit karakter te herstellen en te handhaven."

Deze noties uit 1988 van het SGP-studiecentrum komen dus overeen met de onze in 1995.

Inconsequent

Zoals bekend, is tijdens de verkiezingen op 27 november jl. van de gemeenteraad van de - als gevolg van gemeentelijke herindelingen in Noord-Brabant - nieuw gevormde gemeente Werkendam met behulp van de reststemmen bij de SGP door de RPF een zetel winst gehaald. Deze tweede kandidaat op de RPF-lijst is een vrouw. 2)

Het ligt voor de hand dat dit feit - gelet op de jarenlange discussie in de SGP over een eventuele regeling van betrokkenheid van de vrouw bij de SGP en gezien het besluit van Amersfoort op 27 januari 1996 dat zij naar Gods Woord geen taak heeft op politiek-bestuurlijk gebied, niet in partijbesturen, laat staan in een regeringsfunctie - uitgebreid de aandacht heeft getrokken, eerst in de plaatselijke pers en vervolgens in de landelijke media. Door SGP-stemmen is immers een vrouw verkozen. Begrijpelijk dat er vooral door de buitenstaanders die het SGP-besluit van Amersfoort als achterlijk en vrouwonvriendelijk afkeurden, meesmuilend over wordt gesproken en geschreven. Principieel tegen en er (onbedoeld) toch aan meegewerkt: ha-ha.

De opstelling van de Werkendamse SGP wordt in De Banier van 24 december jl. in een artikel onder de titel "Inconsequent? " door de algemeen secretaris van de SGP, de heer D. Nieuwenhuis, uitvoerig verdedigd: "Inderdaad, in de keuze 3 ' tussen VVD-man en RPFvrouw was men blij met laatstgenoemde". De heer Nieuwenhuis vindt al de commotie die hierdoor is ontstaan niet te begrijpen. De reacties in de regionale pers en radiozenders waren zijns inziens wat merkwaardig. Volgens hem is het allemaal heel correct en goed wat er is gebeurd. Hij beargumenteert dat als volgt.

1. "Het is in de Kieswet geregeld dat via horizontale lijstverbinding invloed op de bestemming van reststemmen kan (vet; AdG) worden uitgeoefend. Doe je dat niet, dan geef je te kennen geen voorkeur te hebben." Dit zou betekenen dat men altijd een horizontale lijstverbinding aan dient te gaan indien er een voorkeur bestaat voor de ene boven de andere partij.

2. "Het was er in Werkendam om te doen alles (vet; AdG) in het werk te stellen om de christelijke meerderheid (van CDA, SGP, GPV en RPF) te behouden." Het Bijbels-principiële bezwaar van een vrouw in een regeerfunctie zou daaraan dus ondergeschikt zijn. Dat dit bezwaar bij velen niet zo heel zwaar weegt, hebben we uit het besluit tot invoering van het buitengewoon lidmaatschap van kiesverenigingen voor ook vrouwen al vermoed.

3. De uitspraak van ds. G.H. Kersten "Niet gaarne worden wij den rooden dienstbaar" wordt in stelling gebracht. Ds. Kersten verbond aan samenwerkingsvormen met andere politieke partijen wel de voorwaarde van een absolute binding aan en handhaving van de beginselen van zijn partij. Dit was al een groot struikelblok bij samenwerkingsvormen. Ds. Kersten bleef op grond van de Bijbel openlijk zeggen: "Vrouwen, blijft thuis!" (bij het actief kiesrecht). In het licht van deze principiële opstelling is er onvoldoende grond voor de veronderstelling dat ds. Kersten anno 1996 een vrouw die gebruik maakt van het passief kiesrecht bij haar verkiezing zou hebben gesteund.

4. De heer Nieuwenhuis stelt indirect dat indien de Werkendamse SGP bij het volgens hem bestaande "keuzepakket" tussen de mogelijkheid van een RPFvrouw of een VVD-, PvdA-, D66-man of vrouw, niet

voor een lijstverbinding met de RPF zou hebben gekozen, men zodoende door middel van het overschot aan SGP-stemmen die VVD-man/vrouw zeifin de raad zou hebben gestemd. Hij verbindt daaraan echter uitdrukkelijk niet de conclusie dat dit betekent dat de SGP, "waar dan ook en wanneer dan ook", als het ware verplicht is een horizontale lijstverbinding aan te gaan met "verwante" politieke partijen. De heer Nieuwenhuis is hierin inconsequent. Indien die verantwoordelijkheid inderdaad zover gaat, dan mag toch ook worden verwacht dat de SGP de daad bij het woord voegt.

5. De beslissingsbevoegdheid in dergelijke kwesties ligt volgens de heer Nieuwenhuis geheel bij het bestuur van de desbetreffende partij organen: kiesvereniging, provinciale vereniging, enz. Partijuitspraken en richtlijnen van het Hoofdbestuur ten spijt. Men kan zelf (anders) beslissen. Dat valt dan zijns inziens allemaal binnen de begrenzing van Gods Woord en het Program van beginselen. Daarvoor is slechts nodig "bescheidenheid ten opzichte van het eigen gevoelen" 4 '.

De mogelijkheid dat met behulp van SGP-stemmen een vrouw in de nieuwe gemeenteraad van Werkendam zou komen, was niet denkbeeldig. Dat het gebeuren zou, lag in Gods raadsbesluit. Ons is daardoor een spiegel voorgehouden: Waar zijn jullie mee bezig? Op grond van Gods Woord besloten: Geen vrouw in politieke bestuursfuncties. Maar de kans dat een vrouw in een dergelijke functie door toedoen van SGP-stemmen zou worden gekozen, is niet vermeden. Hoe serieus is dan die uitspraak geweest? 5 '

Noten: 1) Nota No. 10, 1988, uitgave van het SGP-studiecentrum 2) Reformatorisch Dagblad, 10 december 1996 3) Op het moment van de verkiezingsuitslag valt er niet meer te kiezen. 4) Versta: bescheidenheid t.o.v. het eigen gevoelen bij de bezwaarde. 5) En hoe serieus worden richtlijnen genomen als een pkv zich reeds heeft voorgenomen in 1998 een verticale lijstverbinding met mogelijk een RPF-vrouw op de lijst aan te gaan. En hoe zal het Hoofdbestuur daarover bij de lijstnaamgeving beslissen?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen