Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

VER WEG EN TOCH DICHTBIJ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

VER WEG EN TOCH DICHTBIJ?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

SGP en buitenlandse politiek

Inleiding

Wie in kort bestek iets wil weten over een aantal belangrijke internationale verdragen waarmee Nederland heeft te maken alsmede de visie van een SGP-werkgroep daarop - dit alles tegen de achtergrond van meer algemeen getinte beschouwingen over buitenlandse politiek - , kan worden geadviseerd tot aanschaf van de nota Ver weg en toch dichtbij. Wie echter zoekt naar een beschrijving van het onverkorte handhaven van Gods Woord in het politieke leven, zoals dit handelen was te vinden bij de vroegere SGP-voormannen, zal deze nota enigermate teleurgesteld terzijde leggen. Zoals bij verscheidene in ons blad besproken SGP-nota's komt het voor dat enerzijds Staatkundig Gereformeerde noties helder geformuleerd, maar vervolgens afgezwakt worden.

Voorbeeld

Een voorbeeld van het eerst helder formuleren van het Staatkundig Gereformeerde beginsel en het vervolgens afzwakken daarvan is te vinden op pagina 34 van de nota. Het betreft een samenvattende opmerking ter afsluiting van het hoofdstuk "Bijbelse uitgangspunten voor buitenlands beleid". Heel duidelijk wordt eerst gesteld:

"Op de gehele aarde geldt dan ook onverkort de eis te leven overeenkomstig Gods wil. Overheden zijn gehouden deze gerechtigheidsnorm tot uitdrukking te brengen in hun buitenlandse politiek."

Een tweetal regels verder is dit echter afgezwakt tot: "Een christenpoliticus rekent met de hoge norm (idealisme), maar geeft zich evenzeer rekenschap van de gebroken werkelijkheid (realisme), waarbij elke situatie vraagt om een afgewogen oordeel waarbij verschillende belangen betrokken worden."

Zo wordt dan snel de indruk gewekt dat de onverkorte eis van Gods Woord tot het terrein van het idealisme behoort terwijl juist die eis realiteit is, waarop terecht elders in de nota wordt gewezen. Ook geeft een dergelijke formulering de ruimte de eis van Gods Woord te laten verworden tot één van de "verschillende belangen" die gewogen dienen te worden om zich een oordeel te vormen over problemen in de "realiteit" van deze wereld. Dit kan vanzelf niet zijn bedoeld door de notaschrijvers.

Mensenrechten

Een ander voorbeeld waarbij het Gereformeerde beginsel eerst helder wordt geformuleerd, maar daarna wordt afgezwakt, mede ten gevolge van het achterwege laten van een literatuuronderzoek overeenkomstig de doelstelling van het SGP-studiecentrum, is het spreken over mensenrechten. Duidelijk wordt eerst gesteld: "In de gereformeerde visie ligt het uitgangspunt niet bij de persoonlijke rechten van de individuele mens, maar bij het recht van God dat de liefde tot God en de naaste eist" (p. 58).

Daarnaast worden echter in de nota mensenrechten geaccepteerd in de zin van "indirect door God verleende rechten". De door God opgelegde verplichtingen aan de mens worden dan door de notaschrijvers gezien als rechten van de medemens (p. 55). Die gevolgtrekking wordt echter in de Schrift noch bij de oudvaders gevonden.

Ook verder wordt het eerstgestelde afgezwakt door mensenrechten te accepteren als ordeningsinstrument omdat de mens naar Gods Beeld is geschapen (p. 59). Aan het beeld Gods kunnen echter volgens de belijdenisgeschriften voor de mens geen intermenselijke rechten worden ontleend. Volgens de Dordtse Leerregels stellen de kleine overblijfselen van het beeld Gods na de val de mens als redelijk en zedelijk schepsel alleen maar verantwoordelijk en des te meer schuldig voor God.

Met een beroep op prof. Douma wordt in de nota het principiële verschil tussen het huidige SGP-standpunt omtrent mensenrechten uiteindelijk slechts afgebakend ten opzichte van de humanistische visie door aan te geven dat mensenrechten "gegeven rechten" zijn. "Ze hebben geen absolute gelding, omdat het denkbaar is dat de ongeclausuleerde uitoefening daarvan schade kan berokkenen aan Gods eer of het welzijn van de naaste" (p. 60).

Structuur

Dit nadeel van de nota is beslist niet te wijten aan de structuur hiervan. Er zijn hoofdstukken met als inhoud: "Bijbelse uitgangspunten voor buitenlands beleid" en "SGP-visie door de jaren heen". Ook wordt er een paragraaf gewijd aan het

belangrijke thema "Mensenrechten en christelijke politiek". Allemaal onderwerpen die in een nota van het SGP-studiecentrum over deze problematiek terecht zijn aangesneden.

Literatuur

Wellicht is dit nadeel meer te wijten aan de gebruikte literatuur. Bij het bestuderen en verwoorden van Bijbelse uitgangspunten voor buitenlands beleid - de principiële basis van de nota! - zijn een aantal hedendaagse Duitse en Engelse theologische woordenboeken en Bijbelcommentaren geraadpleegd. Verder werken van Bavinck, Pop, Stam, Kakes, etc. In een voetnoot wordt slechts één keer verwezen naar de kanttekeningen en één keer zijdelings naar Calvijn. Vroegere SGP-voormannen als ds. Kersten en ds. Zandt lieten zich echter met name leiden door geschriften van vertegenwoordigers van de Nadere Reformatie. En daarin wordt toch een wezenlijk ander gedachtengoed vertolkt dan in de door de notaschrijvers gebruikte werken.

In de door de vroegere SGP-voormannen bestudeerde boeken ter bepaling van een principieel standpunt domineren bij het benaderen van allerlei maatschappelijke en politieke problemen heel duidelijk een tweetal Bijbelse noties.

1) De onmacht en onwil van de mens van nature tot enig goed en daarmee samenhangend de eis tot waarachtige bekering. En voordat die bekering in de mens is gewerkt, is men onbekwaam tot enig goed.

2) De eis van geheel Gods Wet waaraan een ieder onverkort is gehouden.

Vanuit deze twee Bijbelse noties werd zeer kritisch gekeken naar verdragen die zowel qua grondslag als qua doelstelling of uitwerking hiervan afweken. En waar die uitgangspunten worden losgelaten mag in het licht van de Schrift de zegen van de Heere niet worden verwacht en juist aan die zegen is alles gelegen, ook inzake het buitenlands beleid. Nu deze twee noties in de nota minder centraal staan, is het te begrijpen dat de notaschrijvers tot een meer positieve houding ten opzichte van internationale verdragen komen dan bijvoorbeeld ds. Kersten en ds. Zandt.

*) Naar aanleiding van: Ver weg en toch dichtbij. SGP-visie op buitenlands beleid, publicatie nr. 21 van de Guido de Brèsstichting, prijs: ƒ 19, 75, uitgegeven bij Den Hertog, Houten.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1997

In het spoor | 28 Pagina's

VER WEG EN TOCH DICHTBIJ?

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 april 1997

In het spoor | 28 Pagina's