Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WEES ISRAËL GENEGEN!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WEES ISRAËL GENEGEN!

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

Ds. A. Hildersham (1563-1632) maakte in zijn boek genaamd De Historie van de Samaritaensche Vrouwe (1659, p. 238-239) met betrekking tot de Joodse natie naar aanleiding van Christus' woord: want de zaligheid is uit de Joden (Joh. 4:22b) een drietal behartigenswaardige opmerkingen. Hij schreef (hierna grotendeels herspeld weergegeven):

"ƒ. Wij zullen ons verwonderen [verbazen; red.] over het schrikkelijke oordeel dat God de Heere over die natie heeft laten komen, niet alleen in die slavern ij en verachting daarin zij deze zestienhonderd jaren geleefd hebben, maar bijzonderlijk in die wonderlijke verharding en blindheid des harten die dus lange op haar heeft gelegen. Want indien God alzo met dit volk heeft gehandeld vanwege haar zonde en verachting van het Evangelie, hetwelk Hij boven alle volkeren der wereld bekende en daaraan Hij Hemzelven op het allerhoogste had verbonden, hoe kunnen wij hopen dat wij zullen kunnen ontvlieden, indien wij zondigen gelijk zij gedaan hebben? (...)

II. Wij zullen ons verwonderen over de waarheid en barmhartigheid Gods die om Zijner belofte wil dat volk tot nog toe zo wonderlijk bewaard heeft dat ze nog tot op deze dag zulk een extraordinaris [buitengewoon; red.] zeer groot volk zijn (...)

III. Wij zullen haar naam en natie niet haten, maar liefhebben en voor haar bidden en alle mogelijke middelen gebruiken tot harer bewaring. Daar zijn verscheidene krachtige redenen om ons daartoe te bewegen: 1) De goede genegenheid die de dienstknechten Gods, ja Christus Zelf dit volk heeft toegedragen, niettegenstaande haar zonde, en barmhartigheid tot dezelve, Rom. 10:1. (...)

2) Ten aanzien van haar voorouders, zij zijn geweest de heerlijkste natie onder de hemel en de Heere Jezus was Zelf een Jood. Geen natie is machtig haar afkomst zo hoog te rekenen en zulk een vast bewijs daarvan te brengen als zij. (...)

3) Dat God haar ook (gelijk wij gezegd hebben) zulk een schone belofte heeft gedaan, dat Hij haar wederom zal roepen en wederom tot Zijn volk [zal] maken, dat moet ons ook verwekken om voor haar te bidden. (...) 4) De eer die God zal inleggen wanneer ze zullen bekeerd worden. Want dan zal Hij veel reiner gediend worden als tot nog toe is geschied van alle Zijn uitverkorenen door de ganse wereld.

5) Het goed dat wij zelfvan haar hebben ontvangen. Want zij hebben voor ons gebeden, eer dat wij geroepen waren en hebben emstiglijk na onze bekering gewenst (...). Van haar hebben wij het Evangelie en de Godsdienst ontvangen, in welken aanzien wij haar schuldenaars mogen genaamd worden, Rom. 15:27"!

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2002

In het spoor | 44 Pagina's

WEES ISRAËL GENEGEN!

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 december 2002

In het spoor | 44 Pagina's