Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE HEERE REGEERT... -7-

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE HEERE REGEERT... -7-

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Het is door omstandigheden inmiddels geruime tijd geleden dat wij in het kader van dit blad gehandeld hebben over de voorzienigheid Gods onder de titel 'De HEERE regeert...'; nu willen we de draad weer opnemen en verder gaan met de behandeling van dit gewichtige leerstuk. In de vijfde van de zes tot hiertoe verschenen afleveringen (mei 2001) hebben we gesteld dat we vier zaken met nadruk wilden belichten met betrekking tot de leer van Gods voorzienigheid. In de eerste plaats betrof dat het feit dat God hemel en aarde met al wat erin is uit niet geschapen heeft. Vervolgens ook dat Diezelfde God Zijn schepping nog onderhoudt en regeert. Als derde zaak noemden we het hoe van Zijn onderhoudende en regerende werkzaamheid en ten slotte hoe zulks concreet wordt in de handel en wandel van Gods volk voor het Aangezicht Gods. Van de eerste twee zaken hebben we reeds iets naar voren gebracht, waarmee we dan nu toegekomen zijn aan het derde punt van aandacht: het hierboven vermelde hoe.

Onderhouden en regeren Gods

We zijn binnen het bestek van deze artikelenserie bezig te luisteren naar het onderwijs van de Heidelbergse Catechismus in Zondag 9, vraag en antwoord 26. We hebben voor onze aandacht gebracht dat de leer van de voorzienigheid Gods de leer is van Hem Die Zijn Naam te kennen geeft als de 'IK ZAL ZIJN DIE IK ZIJN ZAL'. Dat is de almachtige en vrijmachtige God Die onveranderlijk in Zijn Wezen is. Hij heeft de hemel en aarde uit niet geschapen en onderhoudt en regeert Zijn schepping tot op de dag van vandaag. Maar hoe doet Hij dat? Als we die vraag stellen, kloppen we bij de Heidelbergse Catechismus niet vergeefs om antwoord aan. Lees maar mee: ...Die ook door Zijn eeuwige raad en voorzienigheid ze nog onderhoudt en regeert... (antwoord 26). De Drie-enige God onderhoudt en regeert dus al het geschapene door twee met name genoemde zaken, te weten: Zijn eeuwige raad én Zijn voorzienigheid. Daarbij is het voor ons van belang te weten dat deze twee zaken wel onderscheiden, maar niet van elkaar gescheiden kunnen worden.

Gods raad en voorzienigheid

In dit verband is het leerzaam wat dr. C. Steenblok hierover naar voren brengt in de vragen en antwoorden 647 en 648 van Zijn Gereformeerde Dogmatiek, waar we lezen:

"Hoe omschrijft ge de voorzienigheid Gods? De voorzienigheid Gods is die almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, waardoor Hij hemel en aarde mitsgaders alle schepselen gelijk als met Zijn hand naar Zijn eeuwige raad onderhoudt en regeert (647).

Wat merkt ge daarbij op ? Dat deze insluit:

1) Een zekere voorkennis van wat geschieden zal, Hand. 2:23: 'Deze, door de bepaalde raad en voorkennis Gods overgegeven zijnde, hebt gij genomen en door de handen der onrechtvaardigen aan het kruis gehecht en gedood'. 2) De raad Gods en het besluit erover. Hand. 4:28: 'Om te doen al wat Uw hand en Uw raad tevoren bepaald had, dat geschieden zou'. 3) De daadwerkelijke uitvoering ervan in de tijd. Ef. 1:11b: 'Die alle dingen werkt naar de raad van Zijn wil'(648)".

De voorzienigheid Gods ziet dus op het voortdurende handelen van God ten aanzien van Zijn schepping. Maar dit handelen Gods is geen willekeurig en onzeker of twijfelachtig handelen. Integendeel, het is een vastomlijnd, een gegrond en regerend handelen. Daarvan getuigt Gods eeuwige raad. Dat wil zeggen: de wil van God met betrekking tot Zijn handelen ten aanzien van Zijn schepping. Deze wil van God is van eeuwigheid dezelfde en kan niet veranderen omdat God in Zijn Wezen niet veranderen kan. Maar we kunnen meer zeggen van dit handelen. Omdat het een handelen is gegrond op Gods eigen eeuwige wil en welbehagen - en God alleen volkomen goed is - , is het tevens een volkomen rechtvaardig handelen. Het is eveneens een

volkomen wijs handelen. Het is een Godeverheerlijkend handelen. Dat te erkennen en te onderstrepen is een zaak van het geloof! Zeker wanneer onze aardse ogen een werkelijkheid aanschouwen die ons soms het tegendeel lijkt te prediken.

Zondag 10

Wie over de voorzienigheid Gods spreekt, spreekt dus over het handelen Gods dat gefundeerd is op Gods eeuwige wilsbeschikking. Dit willen we duidelijk onderstrepen. Ook ds. W. a Brakel brengt dit in zijn Redelijke Godsdienst (dl. 1, 1985, p. 272) nadrukkelijk naar voren. Sprekend over de voorzienigheid Gods, zegt hij:

"Wij verstaan daardoor niet eene enkele voorwetenschap Gods, ook niet het onveranderlijk besluit Gods over alle dingen, die geschieden zouden (...), maar wij verstaan daardoor de uitvoering van dat besluit, de dadelijke voorzorg en beschikking".

Vervolgens verwijst hij direct naar Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus, onder samenvoeging van de antwoorden 27 en 28:

"De Catechismus beschrijft de Voorzienigheid klaar en Godzaliglijk: 'De almachtige en alomtegenwoordige kracht Gods, door welke Hij hemel en aarde, mitsgaders alle schepselen, gelijk als met Zijn hand nog onderhoudt, en alzo regeert, dat loof en gras, regen en droogte, vruchtbare en onvruchtbare jaren, spijze en drank, gezondheid en krankheid, rijkdom en armoede, en alle dingen, niet bij geval, maar van Zijn Vaderlijke hand ons toekomen. Dat wij daarom in allen tegenspoed geduldig, in voorspoed dankbaar moeten zijn, en in alles dat ons nog toekomen kan, een goed toevoorzicht [vertrouwen; JvdS] hebben op onzen getrouwen God en Vader, dat ons geen schepsel van Zijn liefde scheiden zal, aangezien alle schepselen alzo in Zijn hand zijn, dat zij tegen Zijn wil zich noch roeren, noch bewegen kunnen [spelling als in GBS-uitgave; JvdS]".

Naar aanleiding van dit onderwijs van de Catechismus beklemtoont ds A Brakel dat Gods voorzienigheid is een almachtige en een alomtegenwoordige kracht Gods. God heeft "een verheven macht of autoriteit boven alles"! Volgens dr. St. Charnock in zijn boek Het bestaan en de deugden van God is er sprake van "een drievoudige heerschappij van God:

1. Een natuurlijke: deze is volstrekt over alle schepselen en is gegrond in de natuur van God als Schepper.

2. Geestelijk of genadig; deze is een heerschappij over Zijn Kerk als verlost zijnde en is gegrond in het Verbond der genade.

3. Een glansrijk koninkrijk; als alles voorbij gegaan zal zijn en opgerold en waarin Hij over alles zal regeren, hetzij in de heerlijkheid van Zijn barmhartigheid, zoals over de verheerlijkte heiligen, of in de heerlijkheid van Zijn rechtvaardigheid in de verdoemde duivels en mensen. De eerste heerschappij is gefundeerd in de natuur; de tweede in de genade; de derde, ten opzichte van de gezaligden, in de genade en ten opzichte van de verdoemden in het kwaad dat in hen is en in de gerechtigheid die in Hem is" (dl 3, 1986, p. 352-353).

Hoe nauw sluit een en ander inhoudelijk aan bij het onderwijs van onze Heidelbergse Catechismus in Zondag 10!

Geen leer tot dode lijdelijkheid

God onderhoudt en regeert Zijn schepping door Zijn voorzienigheid naar Zijn eeuwige raad, en dat heeft betrekking op de gehele schepping. Alles wat ademt, maar ook de levenloze natuur, het gehoorzaamt alles aan de wil des besluits door Zijn almachtige en alomtegenwoordige kracht der voorzienigheid. Daar draagt de Heere Persoonlijk zorg voor. En toch verwordt de mens door dit handelen Gods niet tot een marionet of tot een willoos slaafs schepsel dat totaal niet verantwoordelijk moet worden gehouden voor zijn doen en laten. Wie dat zo wel stelt, doet dat door onkunde, onnadenkendheid of kwaadwillendheid. En toch gebeurt dat veel! Niet alleen in de wereld, maar ook op het erf der kerk. En dan niet alleen op spottende wijze door het 'lichte deel' van het erf der kerk, soms ook op een heel deemoedige en ernstig schijnende wijze onder de bevindelijk-Gereformeerden. De in misdaden en zonden doodgevallen mens is in geestelijke zin werkelijk ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt (Openb. 3:17)!

De leer van de voorzienigheid Gods is geen aanzet en zeker geen vrijbrief tot het betrachten van dode lijde-

lijkheid. Integendeel, deze leer moest ons door genade juist werkzaam maken, doen ijveren met verstand voor de eer en heerlijkheid van de Allerhoogste, wetende: de HEERE volvoert Zijn wil en welbehagen én wij zijn geen marionetten. De HEERE bestuurt de ganse schepping tot in al de details én wij zijn ten volle verantwoordelijk voor al ons doen en laten. De HEERE schrijft de geschiedenis én wij leven ons leven.

Verder zij opgemerkt dat én de Catechismus én dr. Charnock beklemtonen dat Gods voorzienig handelen in het bijzonder gaat over het leven van de levende Kerk. Waarbij laatstgenoemde ook duidelijk maakt dat de geschiedenis - en daarmee Gods voorzienig handelen - een groot doel heeft. Namelijk, om te komen tot de voleinding der eeuwen en tot het aanbreken van de heerlijke toekomst voor al degenen die Hem vrezen. Dit hebben Gods kinderen zeker in het oog te houden bij al hun doen en laten. In het licht van die toekomstbelofte hebben zij de leer van de voorzienigheid Gods te bezien. En het moge ook duidelijk zijn dat hun dat geen enkele ruimte voor dode lijdelijkheid laat. Integendeel!

Liefdesleer

In feite is het een heel teder beeld dat de Catechismus ons in de Zondagen 9 en 10 voorhoudt: het beeld van een kind (de levende Kerk) dat wandelt aan de hand van zijn Vader (de HEERE). De Vader houdt het kind zo stevig vast (in Christus) dat het kinderhandje nooit uit de Zijne kan glippen. En zo neemt de Vader Zijn kind mee naar de eeuwige gelukzaligheid. De reis gaat langs ravijnen en over bergen. De reis gaat soms zelfs door het dal der schaduwen des doods. Maar Vader weet de weg, en... Vader regeert. Dan kunnen de moeilijkheden soms nog zo groot en onoverkomelijk lijken, het leven een grote chaos..., maar de woorden van de apostel Paulus schitteren telkens weer in het leven van Gods volk: Zo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn ? (Rom. 8:31). Nee, de leer van de voorzienigheid Gods maakt van heel het wereldgebeuren geen noodlotsgebeuren en marionettenspel.

Het is een liefdesleer, een leer waarin de liefde van de Heere jegens Zijn Wezen en Zijn verbondskinderen verwoord wordt. En de Catechismus laat ons zien dat wanneer de Kerk op haar plaats is, zij die liefde door vertrouwen weet te beantwoorden. De HEERE regeert. Dan belijdt de levende kerk in Zondag 10 dat zij zich in alle opzichten van het leven afhankelijk weet van haar levende Verbondsgod. Maar de Kerk wil dan ook - als een gehoorzaam en deugdzaam kind - afhankelijk en volgzaam zijn van Hem Die haar in Christus verlost heeft van schuld en straf. Zij wil vertrouwen en leunen op Hem Die haar liefgehad heeft met een eeuwige liefde. Dat is zaak van belijden. Dat is hoofdzaak en geen bijzaak in haar leven!

Gods voorzienigheid en ons verstand

En toch kan ik me voorstellen dat er iemand onder ons is die zich enigermate ontevreden voelt ten aanzien van de verhouding tussen de regering Gods die over alle dingen gaat, en de verantwoordelijkheid van de mens. Er is zo-even zo nadrukkelijk gesteld dat de heerschappij Gods door de voorzienigheid Gods over al het wereldgebeuren gaat. En tegelijkertijd werd met kracht gesteld dat de mens geen marionet is, maar ten volle verantwoordelijkheid draagt voor al zijn doen en laten. Maar hoe kan dat dan? Dat is toch niet klein te krijgen voor ons verstand! Als Gods voorzienig handelen over alle dingen gaat, dan heeft de mens toch feitelijk niets in te brengen? Ik wil hierop twee dingen antwoorden. In de eerste plaats: wij dienen te bedenken dat ons verstand eindig is. En daarmee bedoel ik niet op een gemakkelijke manier monden te sluiten, maar eerbied te betrachten tegenover het Wezen Gods. Al te gemakkelijk laten wij ons verstand oordelen over God en Goddelijke zaken, terwijl de Heere ons duidelijk te verstaan geeft onze positie en situatie in acht te nemen. Mozes verstond zijn plaats: De verborgene dingen zijn voor den HEERE, onzen God; maar de geopenbaarde

zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet (Deut. 29:29).

Maar in de tweede plaats hebben we elkaar de vraag te stellen, wie heeft ooit de vermeende dwangmatigheid van Gods voorzienig handelen in zijn of haar leven ervaren? Wie kan met recht zeggen dat hij of zij zich door de voorzienigheid Gods ernstig belemmerd weet in zijn of haar leven? Of erger nog: zich van Godswege weerhouden voelt tot de kerkgang, tot het onderzoeken van Gods Woord, van het haasten en spoeden om des levens wil? Wie weet zich door de voorzienigheid Gods afgehouden van het bedoelen van de eer van God? Laten we eerlijk zijn, wij mensen voelen ons aangetrokken door de zonde omdat het bedenken van ons vlees vijandschap is tegen God. Daaraan ligt de bondsbreuk in Adam ten grondslag. Weg dan met al onze reserves tegen de leer der voorzienigheid Gods! De HEERE regeert... Hij heeft Zijn getuigenis gegeven (Ps. 78:3 berijmd), ja,

Aan Jakobs huis; een wet, om naar te leven, Die Israël zijn nageslacht moet leren, Opdat men nooit haar kennis moog' ontberen; God vordert, dat de naneef, eeuwenlang Van kind tot kind, dit onderwijs ontvang'.

Ten slotte

Om de leer van de voorzienigheid duidelijk uiteen te kunnen zetten, willen we de volgende keer onze vaderen volgen in hun onderwijs omtrent de daden van Gods voorzienigheid. Deze daden zijn drie in het getal, te weten: onderhouding, medewerking en regering. Het is nodig voor een gezonde en evenwichtige Gereformeerde levenswijze hiervan weet te hebben. Opdat God recht van ons beleden worde!

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2004

In het spoor | 48 Pagina's

DE HEERE REGEERT... -7-

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juli 2004

In het spoor | 48 Pagina's