Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET DROIT DIVIN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET DROIT DIVIN

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het onderstaande artikel namen we over uit 'De Banier' van 16 januari 1930. Omwille van het leesgemak zijn thans de woorden in herspelde vorm (uitgezonderd aangehaalde citaten) weergegeven en zijn tussenkopjes toegevoegd. Wie de schrijver van dit artikel is, weten we niet. Mogelijk is het ir. C.N. van Dis sr.

Inleiding

"Alle ziel zij den machten over haar gesteld, onderworpen; want er is geen macht dan van God, en de machten die er zijn, die zijn van God geordineerd (Rom. 13:1). In dit woord wordt het droit Divin, dat is: het Goddelijk recht van de overheid, op heldere en duidelijke wijze naar voren gebracht. Hierin is vertolkt het echte Gereformeerde beginsel. Het Goddelijk recht dat de overheid heeft, kan alleen de grondslag vormen van een goede landsregering.

Verzet tegen het droit Divin

Ontzettend is er sedert het revolutiejaar 1795 tegen dit beginsel gefulmineerd. Zij die aan dat droit Divin bleven vasthouden, werden voor dompers aangezien, voor achterlijken gescholden. Met name in de dagen toen het liberalisme hoogtij vierde, werd dit beginsel in een bespottelijk daglicht gesteld, maar nu [in 1930] moge het meer verdedigers vinden, toch is het (we hebben het oog op ons vaderland) niet algemeen erkend en beleden en de beleving ervan wordt weinig aangetroffen.

Te verwonderen is het niet dat bij zovelen met dit beginsel geen rekening gehouden wordt. De revolutiegedachte is die der volkssoevereiniteit. De overheid regeert bij de gratie van het volk. Het volk zelf zal uitmaken of er geregeerd en hoe er geregeerd zal worden. Even afgedacht van het feit dat de Heilige Schrift zulk een volkssoevereiniteit absoluut veroordeelt, staat het zeer te betwijfelen of zij een vaste basis kan vormen voor een bestendige regering. De geschiedenis wijst het tegendeel aan en toch wil men de grondslag van de staatkunde niet zoeken in het droit Divin.

Een Goddelijke instelling

Voor een groot gedeelte is dit [niet erkennen van het droit Divin] onzes inziens toe te schrijven aan onkunde. De mens vervreemd van de ware kennis van God, de geopenbaarde waarheid Gods de rug toekerende, verstaat het niet dat de staat en de overheid van God geordineerd zijn. Men meent dat de staat van menselijk maaksel is en berust op onderlinge afspraak, dat het volk zijn gehoorzaamheid aan de overheid kan en mag opzeggen wanneer het dat wil. De staat is echter een Goddelijke instelling. In de huidige bedeling moge de staat ingericht zijn in onlosmakelijk verband met het feit van de zondeval en van de zondebeleving, toch kan het wezen van de staat afgedacht worden (in strikste zin genomen) van het feit der zonde. Waar God de Heere tot Adam zegt: Weest vruchtbaar en vermenigvuldigt, en vervult de aarde en onderwerpt haar (Gen. 1:28b), daar zien we reeds in beginsel het wezen van de staat. Adam heeft opdracht van de Heere ontvangen om zijn huis te bouwen en is door Hem Zelf als hoofd gesteld. Hij had een droit Divin, een Goddelijk recht, om te heersen in rechtmatigheid. Daartoe was hij van God verordineerd. De Heere Zelf heeft het gezag op de aarde besteld en het is Zijn genadige beschikking dat Hij dat gezag niet heeft weggenomen, maar het juist heeft gelaten toen de zonde inkwam. Adam was ten opzichte van zijn gezin met gezag bekleed, hij had ook na de zondeval een droit Divin.

Miskenning vanwege veelvuldig misbruik

Grove miskenning van dit droitDivin is ook mede daaraan te wijten dat in de loop der tijden zulk een schrikkelijk misbruik van dat Goddelijk recht is gemaakt. De monarch werd niet zelden vereerd als een god. Voor de vorsten gold een andere moraal dan voor de anderen. Zij werden maar al te dikwijls als een soort bovenmenselijke wezens beschouwd. Hun willekeur was wet. We denken hierbij met name aan een Nebukadnézar, een Ahasvéros. Ook in het Romeinse keizerrijk trad deze ontzettende verwording van het droit Divin aan de dag. Hoevele Christenen [hebben] niet de brandstapel beklommen, zijn niet voor de wilde dieren geworpen omdat zij standvastig weigerden aan de keizer te offeren.

Wanneer Nebudkadnézar - de van God geordineerde vorst - eist zijn beeld te aanbidden, dan komt Daniël niet in strijd met Romeinen 13:1 als hij hierin de koning de gehoorzaamheid opzegt. Daar is geen macht of ze is van God geordineerd, maar dat wil niet zeggen dat de overheid maar mag doen en laten wat zij wil. Zowel bij de monarchale als bij de republikeinse regeringsvorm toont de geschiedenis ons het misbruik dat van het droit Divin is gemaakt. Het geeft geen vrijbrief om eigen aardsgezinde belangen te bevorderen ten koste van de belangen en rechten van de onderdanen; het ontzegt aan de onderdaan niet het recht om tegen de overheid te protesteren, want God Zelf heeft aan de macht en het recht van de overheid paal en perk gesteld. Groen van Prinsterer zegt het zo juist in zijn Ongeloof en Revolutie dat het droit Divin niet alleen betreft de bevestiging, maar tevens de regeling en beteugeling van de hoogste macht.

Erkennen is plicht, maar niet altijd en overal

Het is waar, het gezag is vaak misbruikt, de geschiedenis doet ons talrijke voorbeelden aan de hand, maar daarmee is het beginsel nog niet als ondeugdelijk gekenmerkt. De monarch moge met een beroep op God zich allerlei onwettigs hebben aangematigd, dit misbruik bewijst niet dat het droit Divin uitvinding van koning of priester is.

Alle macht is van God geordineerd. Elke wettige regeringsvorm heeft de mens dan ook als zodanig te erkennen.

Ook de personen die met gezag bekleed zijn, hebben wij te erkennen in hun ambt. Het is niet slechts onder de toelating Gods dat een koning over een volk heerschappij voert. Neen, hij is daartoe van God Zelf beschikt. Calvijn tekent bij Romeinen 13:1 aan:

"Men houde hierbij in het oog, dat de machten niet in soortgelijken zin van God verordend zijn als pest, armoede en oorlog en andere straffen der zonden gezegd worden van Hem te zijn, maar omdat Hij ze tot wettige en rechte bediening en regeering der wereld ingesteld heeft".

Macht is niet hetzelfde als geweld. In het woord 'macht' ligt het wettige, het geoorloofde opgesloten. Mr. Groen van Prinsterer zegt in dit verband:

"Ik wil geen uitlegging onderschrijven, welke ons verplichten zou den booswicht, die het moordtuig voorhoudt, gehoorzaam te zijn, of den gekroonden roover, die gisteren den wettigen vorst verjaagd heeft, heden als een van God verordineerde macht te beschouwen".

Maar de aard van het gezag is ook de aard van de onderwerping aan dat gezag. Rechten en plichten zijn niet altijd en overal gelijk.

Ten besluite

Ofschoon er zo wat plaats en tijd aangaat variatie, zekere verwisseling valt waar te nemen, de vruchten van het droit Divin in erkenning en beleving blijven dezelfde. Immers een overheid regerend bij de gratie Gods, is aan Dien God verantwoording schuldig, is Gods dienares. Aan de overheid is door de Heere opgelegd de rechten van de onderdaan te eerbiedigen. Dan pas wanneer het droit Divin wordt beleefd, is de verhouding tussen overheid en onderdanen goed te noemen. De overheid regeert niet om zichzelf, maar om Gods wil. De onderdaan gehoorzaamt niet om zichzelf, niet om bij de overheid in een goed blaadje te komen, maar omdat het Gode belieft door de overheid hem te regeren. Alleen in God Zelf ligt alzo de grondslag, het beginsel van een regering tot heil des volks.

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2005

In het spoor | 52 Pagina's

HET DROIT DIVIN

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2005

In het spoor | 52 Pagina's