Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

NEDERLAND, EEN TWEEDE ISRAËL?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

NEDERLAND, EEN TWEEDE ISRAËL?

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

In antwoord op de vraag of Nederland een tweede Israël kon worden genoemd, schreef mr. G. Groen van Prinsterer in zijn Handboek der Geschiedenis van het Vaderland het volgende^:

"Nederland, een tweede Israël? Niet bij gelijkstelling, maar bij vergelijking! De zegeningen van het Evangelie, hoewel niet bij uitsluiting, zijn bij uitnemendheid aan Nederland verleend. Geen hoogmoed dit te beweren, maar grove ondankbaarheid, dit te miskennen. Gedachtig aan de zegen van de Hervorming en aan de wijze waarop de Hervorming gehandhaafd werd, kunnen wij zeggen met de apostel: 'Welk is dan het voordeel en de nuttigheid voor ons? Veel in alle manier. Want dit is wel het eerste, dat ons de woorden Gods zijn toebetrouwd' (Rom. 3:1-2). Zo men een behoedmiddel verlangt tegen nationale trots, vrage men zich af: waarom is de Reformatie onderdrukt in landen waar ook duizenden haar bezegeld hebben met hun bloed; in Spanje, in Italië, in België, maar in de Noordelijke Nederlanden niet? En hoe hebben wij gewoekerd met het toevertrouwde pand?

Ook wij behoren lofzingend te vermelden: 'O God der heirscharen, Gij hebt een wijnstok herwaarts overgebracht en hebt denzelven geplant. Gij hebt een werk gewrocht in de dagen van onze vaderen, in de dagen van ouds. Gij hebt de heidenen uit de bezitting verdreven, maar hen geplant. Gij hebt de volkeren geplaagd, maar hen doen voortschieten. De Heere gaf hun de landen der heidenen, zodat ze in erfenis bezaten den arbeid der volkeren'. Vooral vergete men de bijvoeging niet: opdat ze Zijn inzettingen onderhielden en Zijn rechten bewaarden".

En verder: "God zegent en spaart landen en volken om het geloof van sommigen die er in wonen. Om tien rechtvaardigen zou de Heere een tot het verderf bestemde stad hebben verschoond. De Heere zegende het huis des Egyptenaars om Jozefs wille en de zegen des Heeren was in alles dat hij had in het huis en op het veld".

Tot zover het getuigenis van mr. Groen van Prinsterer. Uit de bovenstaande woorden van mr. Groen van Prinsterer valt met alle recht en redenen op te maken op welk een schrikkelijke dwaalweg men zich bevindt als men zijn heil verwacht van het internationalisme, van een coalitie met rome, van een eendrachtig optrekken van alle partijen in gezamenlijke menselijke kracht. En hoe het heil alleen te verwachten is in een terugkeer tot Gods geboden in de vreze des Heeren. Nederland heeft - gelijk ook mr. Groen van Prinsterer zo menigmaal in zijn geschriften opmerkt - zijn voormalige grootheid en bloei niet te danken aan menselijke wijsheid of krachten, maar daaraan dat degenen die Nederland onder Gods zegen groot gemaakt hebben, in de wegen des Heeren wandelden.

Tot degenen die door Gods genade Nederland tot een tweede Israël hebben mogen maken, behoort stellig als één der eersten de Vader des vaderlands, prins Willem van Oranje, gerekend te worden. Hij schreef eenmaal aan zijn broeders:

"Deze zaak en dit werk zijn niet van de mensen, maar uit God. Gij hebt er u niet uit uzelven in gemengd; de Almachtige heeft u geroepen, gegrepen, en als ware 't bij de haren gesleept. Gij hebt in uw arbeid de zichtbare proeven van de hulp, de genade en de wonderdadige kracht des Heeren gehad".

De strijd voor ons land was hem bovenal een zaak des geloofs en des gebeds: "Wanneer men enige zaken - zo schreef hij eenmaal - zonder middelen wil aanvangen of wat erger is, dat men door gierigheid zijn middelen achterhoudt, dat is niet op God betrouwd, maar Hem getenteerd [verzocht; getart; red.], en daarentegen, dat is God betrouwen, te gebruiken de middelen die Hem gelieft ons aan te bieden en Hem te bidden dat Hij Zijn zegen daarover wil laten gaan".

Tot Aldegonde zeide de prins, toen deze onder velerlei miskenning en tegenstand vrijwel geheel moedeloos geworden was: "dat men ons vertrappe, mits het ons vergund zij hulp te bieden aan Gods kerk". Nu, de zaak waarvoor de prins al zijn middelen, tot zijn tafel-

zilver toe, opgeofferd heeft, is gebleken, hoewel het er meermalen de schijn van had, geen verloren zaak ge-

weest te zijn. Niet om niet heeft hij in het benardste van zijn leven een verbond met de Potentaat aller potentaten mogen sluiten. Het struikelen in vele is mede zijn deel geweest, maar ook het strijden van de goede strijd en het verkrijgen en het behouden van het geloof. Gewis, in het bewandelen van de wegen des Heeren is enkel het welzijn en het behoud van ons vaderland gelegen; wie zijn toevlucht tot iets anders, wat dan ook, neemt, leunt op rietstaven van Egypte welke hem de handen zullen doorboren. De Heere staat immer voor Zijn eigen zaak en werk borg en zal deze op Zijn tijd en wijze kronen.

*) Dit artikel is overgenomen uit De Banier van 15 mei 1952. Het is thans herspeld en deels hertaald afgedrukt. In de citaten van Groen waren door de Zta/z/er-scribent reeds een aantal hertalingen doorgevoerd. Voor de duidelijkheid is het eerste citaat nu nog wat uitgebreid met behulp van Groens Handboek (dl. 1, 1978, p. 67).

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

In het spoor | 48 Pagina's

NEDERLAND, EEN TWEEDE ISRAËL?

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2007

In het spoor | 48 Pagina's