Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Herziene Statenvertaling: een sluipend gevaar!

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Herziene Statenvertaling: een sluipend gevaar!

17 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inleiding

Het zal de lezer niet ontgaan zijn dat het in 2002 gestarte project om te komen tot een herziening van de Statenvertaling onlangs afgerond is. Het doel van dit project was de aloude Statenvertaling toegankelijk te maken voor de lezers van vandaag. Verouderde woorden zijn vervangen en de zinsbouw is aangepast, maar de inhoud, zo stellen de herzieners, is hetzelfde gebleven. Is de Herziene Statenvertaling (HSV) werkelijk zo onschuldig als zij voorstellen? In deze bijdrage wil de auteur van dit artikel hierop nader ingaan. Tevens zal aandacht geschonken worden aan de vraag hoe reformatorische organisaties zich ten aanzien van de HSV dienen op te stellen.

Waarom in In het Spoor?

Op het eerste gezicht lijkt In het Spoor niet de plaats voor een artikel over de HSV. In het Spoor is een politiek, maatschappelijk blad en de HSV een taalkundig, theologisch onderwerp. Maar gelet op de receptie van de HSV binnen de gereformeerde gezindte raakt de HSV ook maatschappelijke vlakken.

In verscheidene gezinnen is de HSV inmiddels in gebruik genomen. Op dit moment lijken de aantallen nog mee te vallen, maar deze kunnen door de jaren heen aanzienlijk groter worden. In 1982 werd de New King James Version uitgegeven. Deze zou een eigentijdse versie zijn van de King James Version, het Engelse equivalent van de Statenvertaling. De Trinitarian Bible Society (TBS), de zusterorganisatie van de Gereformeerde Bijbelstichting, waarschuwde tegen deze vertaling.

Toch heeft de Trinitarian Bible Society moeten toezien hoe de New King James Version uiteindelijk haar duizenden versloeg1). Op gelijke wijze zou het wel eens met de HSV kunnen gaan. Het gevaar is niet ondenkbaar dat velen, weliswaar niet direct na uitgave, maar wel na langere tijd voor de HSV zullen vallen.

Ook de reformatorische organisaties zullen, nu de HSV klaar is, vragen krijgen hoe men met deze vertaling denkt om te gaan? Er zullen keuzes gemaakt moeten worden. De auteur van dit artikel is hierover niet zonder zorg. Want wat zullen bijvoorbeeld de reformatorische scholen gaan doen? Zullen zij het gebruik van de HSV wel zonder meer afwijzen of zullen zij dit uiteindelijk toch aan de keuze van de leerkrachten overlaten? En zal het RD consequent de oude zuivere Statenvertaling blijven hanteren of zal het RD dit overlaten aan de voorkeur van de scribenten? Bezorgdheid is er ook ten aanzien van de SGP. Zullen alle SGP-kiesverenigingen het gebruik van de HSV op hun vergaderingen wel (blijven) afwijzen? En hoe zit het met de SGP-jongeren? Wat gaan zij doen? Politieke en maatschappelijke organisaties die nu niet helder stellen en vastleggen dat de HSV in hun organisatie niet gebruikt mag worden, liggen open voor afglijding op dit punt. Het is daarom goed dat ook in dit blad hieraan aandacht wordt besteed.

Begrijpelijk en leesbaar

De Bijbel dient hét Richtsnoer voor ons geestelijke, persoonlijke en maatschappelijke leven te zijn. Daarom is een nauwkeurige en betrouwbare vertaling nodig. Natuurlijk dient deze ook begrijpelijk te zijn, maar dit hoeft niet te betekenen dat de vertaling makkelijk te lezen moet zijn. Bovendien is begrijpelijk een subjectief begrip, waarmee men meer kanten op kan. De ene persoon zal sneller iets begrijpelijk vinden, terwijl een ander er langer over na moet denken en misschien zelfs uitleg nodig heeft. Moet iets gelijk begrepen worden of mag men er over nadenken? Toegegeven, de Statenvertaling is niet makkelijk leesbaar, maar... dat was zij ook in de zeventiende eeuw niet! Laten we dit goed vasthouden. Dit komt omdat de zinsbouw en de grammatica van de Statenvertaling dicht bij de Hebreeuwse en Griekse grondtaal staan. Zo wordt veelvuldig gebruikgemaakt van deelwoorden, zoals zeggende, ziende enz. Deze lijst kan eindeloos worden uitgebreid. Deze manier van spreken is echter geen zeventiende-eeuws Nederlands, maar is een overblijfsel uit het Grieks. De Statenvertalers wilden terecht, daar het woorden van God zijn, zo dicht mogelijk bij de Griekse en Hebreeuwse grondtekst blijven, ondanks dat daardoor de vertaling niet overal natuurlijk Nederlands zou worden. De mensen van de Herziene Statenvertaling zijn beduidend vrijer met de grondtekst omgegaan.

Dat blijkt onder andere ook uit wat zij niet en wel cursiveren. Waar de Statenvertalers woorden moesten toevoegen om van de zin goed Nederlands te maken, deden zij dat cursief, zodat het onderscheid tussen hun noodzakelijke toevoegingen en wat uit de grondtekst vertaald was, voor de lezer altijd duidelijk zichtbaar was. De HSV daarentegen laat in veel gevallen de cursivering geheel weg of cursiveert slechts dat wat een nog vrijere vertaling van de Statenvertaling is.

Wie vertaalt - en dit geldt vooral voor Gods Woord - moet zich ook realiseren dat men door verder van de grondtekst af te vertalen, wel een meer toegankelijke vertaling kan maken, maar dat men de grondtekst dan juist minder toegankelijk maakt en dat de interpretatie van de vertaler dan een grotere rol gaat spelen.


VERDER VAN DE GRONDTEKST AF

De HSV staat verder van de grondtekst af. We geven zomaar enkele voorbeelden. In Mattheüs 5 vers 2 heeft de Statenvertaling: 'En Zijn mond geopend hebbende, leerde Hij hen, zeggende:'. De vetgedrukte woorden zijn actieve deelwoorden. De HSV heeft hier: 'En Hij opende Zijn mond en onderwees hen. Hij zei:'. Het actieve deelwoord 'zeggende' - deze werkwoordstijd geeft een voortdurende handeling aan - staat letterlijk in de Griekse grondtekst, toch heeft de HSV 'zei'. De HSV heeft in deze zin de tijden van de werkwoorden veranderd en het woordje 'en' er extra tussengevoegd.

Nog een voorbeeld. In 2 Korinthe 5 vers 11a heeft de Statenvertaling: 'Wij dan, wetende den schrik des Heeren, bewegen de mensen tot het geloof'. De HSV heeft hier: 'Nu wij dus deze vrees voor de Heere kennen, bewegen wij de mensen tot het geloof.' Ook hier is het deelwoord 'wetende' met een andere tijd vertaald en bovendien ook nog met een ander woord. De veelheid van actieve deelwoorden in de Statenvertaling is geen overblijfsel uit het Oudnederlands, maar komt uit de Griekse grondtekst. Op het eerste gezicht lijken deze veranderingen niet belangrijk, maar zij tonen wel aan hoe vrij de herzieners van de grondtekst durven af te wijken en hoe zij hierin de werkwijze van de Statenvertalers niet volgen. De heer L.M.P Scholten gaf onlangs in De Wachter Sion (27 jan. 2011, p. 174) een voorbeeld waar het veranderen van de werkwoordstijden wel verschil uitmaakt. De HSV heeft in Efeze 5 vers 18-21 de werkwoorden als volgt: '(18) En word niet dronken..., maar word vervuld met de Geest, (19) en spreek..., en zing... en loof..., (20) en dank... . (21) Wees elkaar onderdanig...'. Zevenmaal de gebiedende wijs dus in twee volzinnen. Maar in de Griekse grondtekst gebruikt de apostel alleen in vers 18 de gebiedende wijs. In de volgende verzen bezigt hij tegenwoordige deelwoorden: 'sprekende', 'zingende' tot en met 'onderdanig zijnde' in vers 21. "Daardoor wordt duidelijk", aldus Scholten, "dat de vijf laatste werkwoordsvormen (in de verzen 19-21) afhankelijk zijn van het 'wordt vervuld met den Geest'. Het spreken, zingen enzovoort zijn vruchten van het vervuld zijn met de Heilige Geest, ook het elkander onderdanig zijn van vers 21. Dat hebben de Statenvertalers zorgvuldig in hun vertaling, in één lange zin, gehandhaafd. Ter wille van de gemakkelijke leesbaarheid is in de HSV een stuk van de rijkdom en de diepte van Gods Woord in menige tekst verloren gegaan".


Verouderd taalgebruik?

De Gereformeerde Bijbelstichting heeft woorden die in de Van Dale staan en dus nog officieel Nederlands zijn, gewoon laten staan. Dit is een consistente manier van werken. Wie klaagt over verouderd taalgebruik in de edities van de Gereformeerde Bijbelstichting, kan dus beter bij de opstellers van de Van Dale gaan klagen. Of gewoon de woordenlijst erop naslaan die de GBS opgesteld heeft van woorden die heden ten dage niet zo algemeen meer zijn.

Het zonder meer opnemen van deze woorden in de tekst van de Bijbel zelf voert overigens te ver, want dan loopt men tegen veel problemen aan die niet op een consistente manier op te lossen zijn.

Wel verouderd in de GBS-editie is het gebruik van de zogenaamde verbuigings-n. De GBS heeft hiervoor echter een goede reden. Er zijn namelijk heel wat gevallen waarin weglating van de verbuigings-n het mogelijk maakt om de tekst verkeerd te lezen, zoals bijvoorbeeld in Johannes 13 vers 23, waar gesproken wordt over Johannes, welken Jezus liefhad. Wanneer hier de 'n' achter 'welke' wordt weggelaten, kan hier gelezen worden dat Johannes Jezus liefhad, maar met 'n' staat er dat Jezus Johannes liefhad. Dit maakt wel degelijk verschil uit.

Wat deed de HSV? De HSV schrapte de verbuigings-n helemaal en plaatste een voetnoot waar er verwarring zou kunnen ontstaan. Maar zal er altijd naar de voetnoten gekeken worden? En hoe gaat men met de voetnoten om als men hardop voorleest? Wat doet men met de voetnoten als men een Schriftgedeelte overtypt voor een liturgie of iets dergelijks? Kortom, met voetnoten is de verwarring niet afdoende te voorkomen, terwijl door een consequent handhaven van de verbuigings-n het verschil tussen onderwerp en lijdend voorwerp of meewerkend voorwerp wel steeds duidelijk is. Handhaving van de verbuigings-n zoals in de GBS-editie is dus een verantwoorde zaak.

Tegenwoordig kennen velen de betekenis van de verbuigings-n niet meer. Men kijkt daar vreemd tegenaan. Ds. G.H. Kersten heeft destijds in het parlement een betoog gehouden om de verbuigings-n te behouden, zodat het volk niet van de Bijbel zou vervreemden, maar hij oogstte alleen gelach2). Toch heeft ds. Kersten gelijk gehad.

Voorzichtig in het donker

De auteur van dit artikel wil niet beweren dat de oorspronkelijke Statenvertaling - en de daarmee overeenstemmende GBS-editie - in alle opzichten geheel foutloos of volmaakt is en op geen enkel punt verbeterd kan worden. Maar wel dat wij in een tijd leven waarin wij zeer voorzichtig moeten zijn met het hertalen en opnieuw vertalen van de Bijbel. Het is immers een geestelijk donkere tijd waarin wij leven. En in het donker kunnen we gemakkelijk verdwalen. Er is heden ten dage ook zoveel dwaalleer en Schriftkritiek. Zelfs veel theologen die op zich nog wel pal voor de waarheid van de Bijbel staan, hebben toch Schriftkritische noties3). Het is daarom beter om Bijbelvertalingen uit de tijd toen ware vroomheid en geleerdheid meer samengingen, te conserveren en niet naar eigen goeddunken te gaan veranderen.


DAT BEHOUDEND ELEMENT MOETEN WIJ OP GROTE PRIJS STELLEN!

Tegen het invoeren van de zogenaamde spelling Marchant, die onder andere de buigings-n en de dubbele 'o' en 'e' aan het einde van open lettergrepen liet verdwijnen, heeft ds. G.H. Kersten in de Tweede Kamer gewaarschuwd. Hij zei onder andere: "Mijnheer de Voorzitter! Ik acht de veranderingen in het bijzonder diep ingrijpend met het oog op het gebruik voor ons volk van Gods Woord. Heeft de minister zich er rekenschap van gegeven dat elke verandering van de Bijbel grote tegenstand onder ons volk verwekt heef? (...) Dit volk gaat de Bijbel van woord tot woord na. Het geeft er nauwkeurig acht op dat van de bestaande tekst, die vertrouwen gewekt heeft, niet zal worden afgeweken. Men weigert Bijbels met veranderingen van woorden, gelijk sinds enkele jaren in zwang zijn. Dat behoudend element moeten wij op grote prijs stellen. Bij velen wordt het wellicht als kleingeestig geacht. Desniettegenstaande wens ik mijn grote waardering uit te spreken voor het pogen om de tekst van de Statenbijbel te behouden. Daarin ligt onder meer een waarborg tegen het gevaar van de moderne vertaling. (...) Mijnheer de Voorzitter! De minister moet zich wachten voor krenking van het volk dat aan Gods Woord zich wenst te houden. De schrijfwijze die thans dreigt te worden ingevoerd, zal slechts een tijdelijk karakter dragen. De voorstanders van de nieuwe spelling zullen er niet bij berusten. Er zal gejaagd worden naar voortgaande verbastering van onze taal. Straks zal mogelijk weer een nieuwe regeling worden geboden. En weer zal men hen stoten en krenken die deze veranderingen geen verbetering achten. Ik kan de minister in dezen niet volgen. De vervanging van de dubbele door de enkele 'e' zal in vele gevallen stoten. De naam Heere schrijven wij niet met één 'e'. Het geslacht is in de taal van de Bijbel niet dood. De verwaarlozing van de grammaticale geslachten maakt de vertaling van de Bijbel minder leesbaar. (...)".

-Bron: Handelingen Tweede Kamer, 1933-1934, 22 juni 1934, p. 2175-2176 (herspeld)-


Natuurlijk waren er tijdens en na de Reformatie ook Bijbelwetenschappers die niet vrij van dwalingen waren. Wij denken bijvoorbeeld aan Erasmus en Drusius. Maar zelfs deze theologen hadden meer achting voor Gods Woord dan veel toonaangevende Bijbelwetenschappers nu.

De gewenste en benodigde voorzichtigheid wordt bij de herzieners gemist. Het is evident dat de HSV beduidend minder letterlijk met de grondtekst overeenkomt dan de Statenvertaling en dat de herzieners diverse vertaalkeuzes die tijdens en na de Reformatie gemaakt werden, nu losgelaten hebben. Ook zijn er zonder uitleg andere keuzes gemaakt waarbij in veel gevallen 'de scherpe kantjes' er afgeslepen zijn. Een en ander pleit bepaald niet voor de HSV.

Tal van voorbeelden

Er zijn nog tal van voorbeelden meer aan te voeren waaruit de onzuiverheid van de HSV en/of de verarming van de HSV tegenover de Statenvertaling blijkt. Maar het is hier de plaats niet om daar uitvoerig op in te gaan. Daarvoor verwijzen we de lezers naar de artikelen die hierover in StandVastig verschenen zijn en naar de nieuwe brochure van de GBS, waarin de fouten van de HSV en de onverantwoorde verschillen tussen de HSV en de aloude Statenvertaling met tal van voorbeelden worden aangetoond.

We zullen hier slechts één voorbeeld geven. In Psalm 119 vers 5 heeft de Statenvertaling: Och, dat mijn wegen gericht werden om Uw inzettingen te bewaren! De herzieners hebben hiervan gemaakt: Och, waren mijn wegen zo vast om Uw verordeningen in acht te nemen! Terecht heeft de heer L.M.R Scholten hierover opgemerkt: "De dichter belijdt niet alleen dat zijn wegen niet zo vast zijn. Hij smeekt dat zij gericht mogen worden. Deze bede kan niet anders uitgelegd worden dan of de Heere Zelf zijn wegen in de juiste richting wil leiden. Hij erkent openhartig dat hij dat zelf niet kan. Dat komt in de HSV in het geheel niet uit"4).

Men kan nu van bepaalde zijde wel opmerken dat wij alsmaar op fouten gefocust zijn, maar juist die fouten vormen een belangrijk deel van onze bezwaren tegen de HSV. Men stapt immers ook niet in een boot waarvan de bodem helemaal goed is op één lek na. En men verklaart een patiënt met 'alleen' een gezwel in de lever, terwijl de rest van het lichaam in orde is, ook niet gezond. Uit het feit dat de HSV nogal wat fouten en verarmingen bevat, blijkt dat de HSV van een aanzienlijk mindere kwaliteit en betrouwbaarheid is dan de oude Statenvertaling. Waarom zouden we dan goud ruilen voor koper of ijzer?

Het gevaar van de HSV

De HSV vormt een gevaar dat ook de reformatorische gezindte niet voorbij zal gaan. De Gereformeerde Bond en de Christelijk Gereformeerde Kerken hebben immers de HSV aanvaard en personen uit die kringen participeren ook in reformatorische organisaties en scholen. Daardoor is het gevaar groot dat onder andere door middel van die personen het gebruik van de HSV sluipenderwijs in reformatorische organisaties ingevoerd zal worden.

In de statuten en reglementen van veel reformatorische organisaties is meestal vermeld dat op vergaderingen en in de klas de Statenvertaling gebruikt dient te worden, maar dit is nu niet meer voldoende. De mensen van de HSV presenteren hun vertaling namelijk ook als een Statenvertaling, ja, in hun ogen is hun vertaling nog steeds een zuivere Statenvertaling ofwel een Statenvertaling die verantwoord herzien is. Laten daarom alle besturen van reformatorische organisaties en scholen besluiten en concreet vastleggen, zo mogelijk in statuten en reglementen, dat er in hun organisaties geen gebruik mag worden gemaakt van 'de Herziene Statenvertaling', of beter, dat gebruikgemaakt dient te worden van 'de Statenvertaling in de GBS-editie of van een editie die van woord tot woord hieraan gelijk is'. Dit lijkt misschien wat overdreven, maar dat is het niet. Want de HSV is niet alleen op korte termijn een gevaar, maar mogelijk nog meer op de langere termijn als mensen gaan zeggen 'goede ervaringen' met de HSV te hebben en 'om het gebruik van de HSV niet meer heen te kunnen'. Laten organisaties en scholen zich daarom nu wapenen tegen dit gevaar.

En laten ook de ouders erop letten dat zij aan hun kinderen niet de HSV geven en, als het enigszins mogelijk is, hun kinderen niet naar een school sturen die de HSV gebruikt. Het is een misvatting dat men kinderen eerst de HSV zou kunnen geven, om als zij ouder geworden zijn op de Statenvertaling over te stappen. De meeste kinderen zijn dan al zo gewend aan de HSV dat zij moeilijk nog tot het lezen van de Statenvertaling te bewegen zijn. Bovendien worden kinderen alsmaar in verwarring gebracht als thuis de HSV gebruikt wordt en in de kerk, op school en op de catechisatie de aloude vertrouwde Statenvertaling. Ook ouders doen er dus goed aan om de HSV uit hun gezinnen te weren.

Ten besluite

In deze jachtige tijd is er, helaas ook binnen onze kringen, steeds minder tijd voor God en Zijn dienst. Steeds minder wordt er echt de tijd genomen om Gods Woord te onderzoeken en moeilijke woorden en ingewikkelde zinnen te ontrafelen. Ook worden de oudvaders, zowel thuis als in de kerken, steeds minder gelezen en raakt men steeds meer van de taal van de Statenvertaling en de oudvaders vervreemd. De McDonaldsgodsdienst, vlug en makkelijk, rukt ook onder ons op. Zo ontstaat een goede voedingsbodem om op tijd van duur de HSV te aanvaarden. Vooral de combinatie van weinig tijd te hebben en toch wel vertrouwen te hebben in bepaalde personen uit onze gezindte die de HSV reeds aanvaard hebben, zorgt voor een gevaarlijke verzoeking om over te stappen op de HSV. Het onderzoeken van Gods Woord in de zuivere Statenvertaling is daarom in deze tijd wel dubbel van belang.

Wat is nodig om de Statenvertaling te kunnen begrijpen? Tijd. De Bijbel is geen roman en leest niet vlot. Men heeft tijd nodig om alles tot zich door te laten dringen. Wie maar even snel de Bijbel leest, moet niet verbaasd zijn dat men zelfs verstandelijk nog niet begrijpt wat men leest. Ook is regelmaat in het Bijbellezen van groot belang. Want hoe meer men in de Bijbel leest, hoe meer men gaat begrijpen wat er staat. En uitleg. Als iets niet duidelijk is, probeer het dan te onderzoeken. De Gereformeerde Bijbelstichting heeft een verklarende woordenlijst. Raadpleeg vooral ook de kanttekeningen, die scheppen veel duidelijkheid, of sla er een goede Bijbelverklaring op na, bijvoorbeeld die van ds. Matthew Henry.

Maar het allerbelangrijkste bij het lezen van Gods Woord is het gebed om Gods Geest. Alleen door de verlichting van Gods Geest kunnen wij Gods Woord recht verstaan. Steeds moeten we bedenken dat we de Bijbel niet lezen om te lezen, maar omdat God Zich in Zijn Woord openbaart. Moge dit onze bede zijn: Ontdek mijn ogen, dat ik aanschouwe de wonderen van Uw wet (Ps. 119:18).

Noten:

1) Nog steeds waarschuwt de TBS tegen deze vertaling. Zie bijvoorbeeld: Mr. D.P. Rowland (algemeen secretaris TBS), A word of warning', in: Quarterly Record, no. 578, London 2007, p. 5-7 en M.H. Watts, The New King James Version, A Critique, London 2008, p. 1.

2) L.M.P. Scholten, 'Uitgaven Statenvertaling in 19e en 20e eeuw', in: Niets kan haar Glans verdoven, 350 jaar Bijbel in de Statenvertaling, Dordrecht 1987, p. 102.

3) Een voorbeeld daarvan vormt de editie van dr. K. Aland van het Nieuwe Testament. Hoewel Aland een overtuigde Schriftcriticus was, wordt zijn editie van het Nieuwe Testament alom - ook door reformatorische theologen - kritiekloos gebruikt. De belangstellende lezer wordt hiervoor verwezen naar: M.H. Watts, God gave the Word, A Study in the History of the Biblical Text, London 1998. Wel hebben de herzieners om praktische overwegingen dezelfde Griekse tekst als waar de Statenvertaling op gebaseerd is, gebruikt. Een herziening op grond van Aland werd ondoenlijk geacht.

4) L.M.P. Scholten, 'Om de handhaving van de Statenvertaling (6)', in: De Wachter Sions, 20 jan. 2011, p. 164

Dit artikel werd u aangeboden door: In het spoor

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2011

In het spoor | 52 Pagina's

De Herziene Statenvertaling: een sluipend gevaar!

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 februari 2011

In het spoor | 52 Pagina's